Tijdens de spannendste periode in de naoorlogse geschiedenis ('73 - '77: treinkaping, oliecrisis, gijzelingen, Prins Bernhard-Lockheedkwestie) probeert een Kamerlid wiens naam nooit in de krant komt, politiek te overleven. Hij bedenkt een bizar plan om politieke onsterfelijkheid te verwerven. Zijn vriend met wie hij het plan wil uitvoeren is de schrijver van deze roman, Tom Pauka, in die jaren de rechterhand van Ed. van Thijn, toen fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid.
Nu, 40 jaar later, schrijft Ed. van Thijn in zijn voorwoord bij 'Tom helpt enorm': Ik ben prominent aanwezig in het verhaal en ik kom er redelijk goed van af, een beetje naïef maar wel rechtschapen.
Vraagt men Van Thijn wat van het beschrevene echt gebeurd is, dan is zijn antwoord: Meer dan u denkt. Naarmate gebeurtenissen u onwaarschijnlijker voorkomen is de kans groter dat ze daadwerkelijk hebben plaatsgevonden.