November 1945. Zes maanden na de bevrijding keert Arnie Springer berooid terug uit een jappenkamp naar een bitterkoud Den Haag. De stad is in chaos. Voormalige verzetskameraden bestrijden elkaar op leven en dood, NSBers en oorlogsmisdadigers lopen vrij rond en liquidaties en chantage zijn aan de orde van de dag.
Tegen wil en dank raakt Springer betrokken bij de zoektocht naar een zwart cahier met de namen van collaborateurs die de dans zijn ontsprongen en nu hoge posities bekleden. Achtervolgd door zijn eigen verleden komt hij op het spoor van oud-SSer Pieter Menten en raakt hij verstrikt in talloze intriges. Bedreigd door rabiate nationalisten, communisten en de beruchte dubbelspionne Leonie Brandt ontdekt hij een complot dat zich uitstrekt tot binnen de muren van Paleis Soestdijk en, duizenden kilometers verder, naar zijn moederland Nederlands-Indië.