Bronja Prazdny is het kind van vluchtelingen. Haar vader en moeder verlieten hun geboorteland Tsjechoslowakije eind jaren zestig en ontmoetten elkaar in Bilthoven op een cursus Nederlands voor anderstaligen. Ook haar grootouders ontvluchtten de nazi's, haar opa vluchtte later opnieuw, nu voor de communisten. Bronja is geboren in Nederland, maar dat al dat vluchten zijn sporen nalaat, is evident. Ze voelt zich anders, ze ziet er anders uit. Ze vermoedt dat dit ook te maken heeft met het feit dat ze Joods is - maar eigenlijk weet ze helemaal niets van het Jodendom, net zoals zij amper iets weet over haar familie.
In Verloren taal gaat Bronja naar hen op zoek, in Engeland, Israëlm Tsjecië en Amerika. Het is een beeldende geschiedenis van een onthechte familie en een ontroerend onderzoek naar wat identiteit eigenlijk is.