De voorstad groeit is een kerkhof van illusies. Wie aan de greep van de grauwe, naamloze voorstad wil ontsnappen moet zich onmenselijke inspanningen getroosten. De jonge Mark verkoopt zijn ziel aan de vooruitgang. Hij wordt grootindustrieel en tovert de voorstad om in een bouwput. Te midden van zijn imperium waant Mark zich een god. Intussen tracht de minder fortuinlijke jeugd van de voorstad zich een weg te banen naar het geluk. Sander, Marian, Jean, de schone Elie, Momis: zij dromen allen van een beter leven en een rechtvaardiger maatschappij, terwijl in de verte de oorlog steeds dichterbij komt. En Bernard, de manke kunstenaar die de werkelijkheid niet aankan, gelooft dat zijn schilderijen de Waarheid aan het licht zullen brengen. 'De een zegt dit en de andere dat. En... ach. Enzovoort, enzovoort.'