In het zesde en laatste deel van de Mijn strijd-reeks, het meesterwerk dat Karl Ove Knausgård wereldberoemd maakte, kijkt de schrijver terug op zijn enorme literaire project: Waarom schreef hij zo onverholen over zichzelf en zijn familie? Wat zijn hiervan de consequenties geweest? Komen zijn herinneringen wel met de werkelijkheid overeen?
Op deze belangrijke vragen tracht Knausgård in het eerste gedeelte van het boek op een eerlijke en open wijze een antwoord te vinden. Het tweede deel bevat Knausgårds gedachten over literatuur, taal, geschiedenis, Hitler en het nazisme, en de gruwelijke gebeurtenissen op Utøya. Daarnaast reflecteert hij op de kracht van woorden en de relatie tussen mens en realiteit. Al deze universele onderwerpen worden bijeengebracht tot een diepgaand persoonlijke ervaring wanneer Knausgård over zijn manisch-depressieve vrouw Linda schrijft.