Tijdens de snikhete zomer krijgt Vuurhart een aantal verontrustende visioenen. Hoewel Tijgerklauw is verbannen, is hij er helemaal niet gerust op dat de DonderClan geen last meer van Tijgerklauw zal hebben. Ondertussen heeft hij, als jonge commandant, zijn poten vol aan de eigenwijze Wolkpoot en maakt hij zich ernstig zorgen over Blauwster. De leider van de DonderClan is geen schaduw meer van wat ze ooit was. Alles lijkt te wijzen op een naderende storm ...