In Wijk hangen jongens en meisjes in de portieken van een slaapstadje, tussen lege bussen deodorant, aanstekers en leeggelopen ballen. Ze drinken, gebruiken speed en vertellen verhalen uit de plaatselijke folklore. Bijvoorbeeld over Erik, die in 'de zomer van de vervuilde LSD' in een psychose raakte. De verteller weet het stadje te verlaten, maar Mike, zijn beste vriend, blijft achter. Langzaam groeien ze uit elkaar.
Wijk is een ontroerend en genadeloos portret van een jeugd ergens in Nederland.