Tien vragen aan Literatour-auteur Dries Muus

Dries Muus (1985) studeerde filosofie en sociologie in Amsterdam. Hij schreef over literatuur voor onder meer Vrij Nederland en De Correspondent. Zijn debuut De afwijking verscheen in 2021 en werd genomineerd voor zowel de Hebban Debuutprijs als het Beste Boek voor Jongeren 2022. Momenteel bespreekt Muus Nederlandse fictie voor Het Parool en werkt hij aan zijn tweede roman.

Foto: © Ruud Pos

Wanneer schreef jij je eerste verhaal en waar ging het over?

Mijn eerste verhaal kan ik me niet herinneren, maar ik weet wel dat ik zodra ik kon schrijven al verhalen schreef. Toen ik acht was, schreef ik tijdens een schoolvakantie een serie dierenfabels, waarin allerlei dieren hun rivalen te slim af probeerden te zijn, in wedstrijden, weddenschappen en gevechten op leven en dood.

Wat is je mooiste jeugdherinnering als het om lezen gaat?

Ik kan er geen specifieke herinnering uitpikken, of één specifiek boek – er waren zoveel mooie boeken en perioden van onafgebroken lezen. Dat aan een stuk door, gulzige lezen, dagenlang volledig in het ene na het andere boek opgaan, dat is wat me vooral bijstaat. De boeken van Evert Hartman en Thea Beckman heb ik min of meer achter elkaar verslonden, maar ook klassiekers zoals Kruimeltje en de 'Pietje Bell'-boeken, de 'Snelle Jelle'-reeks, en die over De Kameleon.

Sprak je vroeger wel eens met vrienden over boeken en waarom wel of niet?

Niet vaak, geloof ik. De meesten van mijn vrienden lazen niet zoveel. Ik geloof niet dat ik dat jammer vond: ik had meer dan genoeg aan het lezen zelf.

Wanneer schrijf je het liefst?

's Ochtends.

Kun je jezelf als auteur omschrijven in vijf woorden?

Realistisch, helder, zoekend, zintuiglijk, ritmisch.

Wat vind jij het leukste aan een schoolbezoek en het ontmoeten van jonge lezers?

De onbevangen gesprekken over lezen, de mogelijkheid van een nieuwe, andere kijk op jouw eigen werk en op boeken in het algemeen. 

Welk advies zou je jongeren willen geven die zelf graag willen schrijven?

Heel veel doen, veel uitproberen, en daarnaast heel veel blijven lezen. Aan andere goede en enthousiaste lezers laten lezen wat je hebt geschreven, en hun meningen serieus nemen.

Welke leestip zou je jongeren willen geven die niet graag lezen?

Probeer meerdere genres en niveaus. Er is zo'n groot en veelzijdig aanbod – als je het ene boek niks vindt, hoeft dat niet te betekenen dat je lezen in het algemeen niks vindt. Vraag advies aan een enthousiaste lezer die jouw smaak en persoonlijkheid ook kent.

Wat heeft bij jou goed geholpen als tiener om de liefde voor lezen aan te wakkeren?

De lessen Nederlands: met name de verplichte leeslijst, in combinatie met een paar goede tips van mijn moeder, die ook altijd heel veel heeft gelezen. Ik zat al een paar jaar in een soort leesleegte, en toen moest ik boeken voor Nederlands lezen. Mijn moeder tipte De donkere kamer van Damokles, van W.F. Hermans. Dat was een schot in de roos. In een klap was mijn leesliefde weer terug.

Hoe zie jij de toekomst van het boek voor jongeren?

Heel positief. Ik denk dat er altijd jongeren zullen zijn die willen lezen, die dat nodig hebben en daar plezier aan beleven, en troost uit putten. En ik denk dat er heel veel mooie en aansprekende boeken voor jongeren zijn.