Tien vragen aan Literatour-auteur Gerwin van der Werf
Dit interview is al eerder verschenen voor Literatour 2022-2023
Gerwin van der Werf (1969) is columnist, recensent voor Trouw en geeft muziekles op een middelbare school. In 2010 won hij de Nationale Gedichtenwedstrijd. Van zijn vier romans stonden Wild en Een onbarmhartig pad op de longlist van de Libris Literatuur Prijs. Van Een onbarmhartig pad zijn de Engelse en Duitse vertaalrechten inmiddels verkocht. In 2019 verscheen zijn roman Strovuur, die op de shortlist stond voor het Beste Boek voor Jongeren. In augustus 2022 verscheen zijn nieuwe werk De droomfabriek.
Foto: © Fjodor Buis
Wat is je mooiste jeugdherinnering als het om lezen gaat?
Ik denk dat ik een jaar of acht was toen in Elburg, de plaats waar ik vandaan kom, een nieuwe bibliotheek geopend werd. In mijn beleving was het een reusachtig doolhof, en ik was er meteen verslingerd aan. Het gevoel van gespannen verwachting, van in een grote schatkamer rond te lopen, kan ik nog steeds oproepen. Bovendien was er een 'verboden afdeling': die van de volwassen boeken. Het leren kennen van die bieb, van alle kasten en afdelingen was een langzame verovering die vier, vijf jaar duurde.
Wanneer schreef jij je eerste verhaal en waar ging het over?
Ik denk dat ik tien was toen ik verhalen over Donald Duck ging schrijven. Ik vond dat dat ontbrak aan de avonturen van die wereldberoemde eend: een echt boek, zonder plaatjes. Tja, erg commercieel gedacht heb ik nooit … Het verhaal speelde in het Wilde Westen, dat wel, maar is nooit voltooid.
Sprak je vroeger wel eens met vrienden over boeken en waarom wel of niet?
Dat is een grappige vraag, ik heb er nooit over nagedacht, maar ik geloof dat het antwoord is: nee. Ik weet nog dat een vriend meldde dat hij Kees de Jongen een mooi boek vond. Ik had het niet gelezen, het leek me toen niks (ben ik later wel op teruggekomen). Ik zei dat Lijmen van Willem Elsschot grappig was. Hij zei 'O'. Aan leestips deed niemand volgens mij. Dan is het nu beter!
Wat vind jij het leukste aan een schoolbezoek en het ontmoeten van jonge lezers?
Ik werk bijna iedere dag met jongeren, want ik ben muziekleraar op een internationale school. Maar er is wel een groot verschil met schoolbezoek: als je lesgeeft, draait alles om de leerlingen, als je als schrijver in een klas komt draait het ineens om jou. Dat is wel grappig, en een tikje ongemakkelijk. Ik ben er gelukkig vrij goed in de aandacht te verleggen naar de klas. Ik hou echt van de eerlijkheid van pubers. Interesse is ook altijd oprecht.
Welke leestip zou je jongeren willen geven die het liefst niet lezen?
Vind iemand die jou kan helpen bij het kiezen van een leuk boek dat jouw interesse heeft. Dat kan een docent zijn, maar ook een vriend of misschien wel een TikTokker (hoewel dat minder persoonlijk is). Als je voor school een paar saaie boeken hebt moeten lezen, wil dat niet zeggen dat alle boeken saai zijn. Er zijn zéker boeken die jij leuk zult vinden. Ik heb deze tip trouwens van een vriendin die Nederlands geeft op havo en vwo.
'Als je voor school een paar saaie boeken hebt moeten lezen, wil dat niet zeggen dat alle boeken saai zijn.'
Welke muziek is volgens jou perfect om bij te schrijven (of lezen) en waarom?
Geen enkele. Ik hou van bijna alle soorten muziek, maar ik lúister altijd naar muziek en als ik dat doe kan ik niks anders doen – in ieder geval niet lezen of schrijven. Ik kan ook niet leren met muziek: dan ga ik er weer naar luisteren en dan is de aandacht weg. Er zijn kennelijk mensen die dat uit kunnen schakelen en muziek als een soort behang gaan beschouwen. Knap hoor, maar ik begrijp daar niks van.
Kun je leven van het schrijven, of doe je er nog iets naast?
Haha, 'iets ernaast' … leraar zijn doe je er niet naast, het is zelfs zo dat ik eerder het schrijven ernaast doe. Maar ook dat weiger ik toe te geven tegenover anderen. Ik doe het beide, en beide zijn even belangrijk. Als je je als schrijver het middelpunt van het universum voelt, dan is leraar zijn de perfecte manier om met beide benen op de grond te komen: de wereld draait niet om jou, maar om je leerlingen – zolang ze tussen de vier muren van je lokaal zitten tenminste.
Welke vraag zou jij graag beantwoorden tijdens een schoolbezoek en waarom?
Ik vind iedere vraag die over de inhoud mijn boek gaat geweldig leuk. Als het over het boek gaat, over het verhaal, gaat het niet over mijzelf en dat vind ik prettig. De personages in het boek worden ineens figuren die wij allemaal kennen – dat is leuk, net als wanneer je met een ander praat over een echt bestaand iemand die je allebei blijkt te kennen (en toch allebei een beetje anders ziet).
Hoe zie jij de toekomst van het boek voor jongeren?
Die zie ik rooskleurig in. Toen ik jong was las niemand, ik was volgens mij de enige. En zo niet, dan werd er niet over gepraat. Nu is er Instagram, BookTok en de Young Adult-community groeit als kool, net als de jongerenhoek in de boekwinkels. Ja, het is een relatief kleine groep, maar het is out in the open. Dat is toch geweldig?
Welke toekomstdromen heb je nog?
Haha, dat woordje 'nog' zit me dwars! Het lijkt te willen zeggen: je hebt vast een hele berg toekomstdromen verloren onderweg. Of: je bent eigenlijk te oud voor dromen, maar misschien heb je ze stiekem nog wel. Ik heb heel veel dromen: een huis in Ierland, een operalibretto schrijven, in Paradiso spelen met mijn band, en jazeker: een bestseller schrijven waarmee ik ook nog een prijs win. Hupsakee, aan het werk dus.
Dit of dat
Eerst het boek
Lezen in bed
Overdag schrijven
Dik
Boekhandel
Een schrijfplan maken
Deadlinehater
Eén waanzinnige recensie
Eerst de film
Lezen op de bank
's Nachts schrijven
Dun
Bibliotheek
Spontane schrijverij
Deadlinelover
Een topplek in de bestsellerlijst