Blogpost:
Peter de Wolff
Lezen over reizen = lezend reizen
Nederland is weer voor een groot deel op vakantie. Er wordt weer wat afgereisd. Zelf heb ik mijn vakantie, een wandeltocht in Noord-Engeland, er al weer een tijdje op zitten.
Gisteren las ik in de bijlage van de Volkskrant een artikel over Tahiti, waarin onder meer gerefereerd wordt aan het boek “Noa Noa” dat schilder Paul Gauguin schreef over zijn verblijf op dit paradijselijke eiland. Constatering in het artikel was dat het mythische paradijs van Tahiti in werkelijkheid moeilijk te vinden is. Er is sprake van een grote teloorgang sinds de eerste Europeanen het eiland beschreven, met name de Franse ontdekkingsreiziger Louis Antoine de Bougainville.
Het artikel deed me denken aan het boek “De Blauwe Weg” van Josep Maria de Sagarra, dat in mijn boekenkast staat te wachten om gelezen te worden. Het is een reisverslag van een reis die hij in de jaren dertig van de vorige eeuw naar Tahiti maakte. Verder denkend over reizen naar Tahiti kwam het boek “De Gelukkige Eilanden” van Paul Theroux in mijn gedachten, waarin hij verslag doet van de reis die hij per kano (!) maakte tussen allerlei eilanden in de Grote Oceaan, waaronder Tahiti. En al gauw kwam ik bij de Eilandenreeks van Boudewijn Büch (ook met plezier gelezen), aansluitend bij zijn televisieserie uit die tijd. Hij was ook iemand die gegrepen was door het reizen, waarbij veraf gelegen en moeilijk bereikbare plekken (vaak eilanden) een extra uitdaging vormen en daarmee tot doel worden verheven. Denk ook aan Floortje Dessing en haar reizen.
Reizen boeit omdat het perspectief continu verandert. Regelmatig is de reiziger gedwongen in te spelen op de situatie waarmee hij geconfronteerd wordt.
Ik lees al sinds mijn jeugd regelmatig reisverhalen, en met plezier. Reizen van ontdekkingsreizigers zoals Magelhaen en Cook. Maar ook verhalen van Bob den Uyl, vaak reizend op de fiets. Misschien geïnspireerd daardoor maakte ik zelf ook reizen per fiets. Een soortgelijke benadering was het boek “Een lange weg naar Tipperary”, van Ben Borgart. Zowel feitelijke reisverslagen als fictieve reizen nemen me mee op reis. In gedachten volg je de schrijver. Reizen die beschreven worden vanuit het ik-perspectief doen het daarbij het beste, omdat de identificatie, alsof je zelf op reis bent, het grootst is.
Lezen over reizen is een constante factor in mijn leven. Ik beleef daar bijna altijd plezier aan. En het is een goedkope manier van reizen. Voor hooguit enkele tientjes wordt er een wereld voor je geopend! Een prima methode om zelf te gaan reizen de komende tijd, waarin veel mensen echt op vakantie zijn en reizen ondernemen. Op het moment van schrijven ben ik “De Kattentafel” van Michael Ondaatje aan het lezen, dat zich afspeelt op een schip dat van Sri Lanka naar Engeland vaart. Weer een reis!
Hoe zit het met jullie? Hebben jullie een favoriet reisboek of reisverhaal? Laat het weten als reactie op deze blog. Het mag natuurlijk zowel fictie als non-fictie zijn. Op basis van jullie reacties kan ik een lijst van beste reissuggesties maken. Voor toekomstige reizen!