Colson Whitehead ontvangt de Pulitzerprijs voor fictie 2020 voor zijn roman De jongens van Nickel (oorspronkelijke titel: The Nickel Boys). In 2017 ontving Colson Whitehead de Pulitzerprijs voor De ondergrondse spoorweg. De enige andere auteurs die twee Pulitzers voor fictie op hun naam hebben staan zijn Booth Tarkington, William Faulkner en John Updike.

De jury noemt De jongens van Nickel ‘een verwoestende verkenning van misbruik op een hervormingsschool in het Jim Crow-tijdperk in Florida, maar vooral een krachtig verhaal van menselijk doorzettingsvermogen, waardigheid en verlossing’.

Colson Whitehead heeft negen romans en non-fictieboeken op zijn naam staan. De ondergrondse spoorweg werd een #1 New York Times-bestseller en werd naast de Pulitzer bekroond met de National Book Award. Whitehead ontving een MacArthur en Guggenheim Fellowship en woont in New York City.

De jongens van Nickel is de hartverscheurende opvolger van de bekroonde internationale bestseller De ondergrondse spoorweg. Whitehead ontleedt een nog recenter duister hoofdstuk uit de Amerikaanse geschiedenis aan de hand van het verhaal van twee tieners op een helse tuchtschool in Florida. Het zijn de beginjaren van de burgerrechtenbeweging, en de zestienjarige Elwood Curtis gaat zijn toekomst vol vertrouwen tegemoet. Totdat hij vanwege een vergissing op de Nickel Academy belandt. Met name de zwarte jongens worden aan het sadisme van hun witte bewakers uitgeleverd. Misbruik, marteling en corruptie zijn aan de orde van de dag; voor het minste vergrijp worden de jongens ‘naar achter’ gebracht – vanwaar ze nooit meer terugkomen. In deze gruwelkamer is er voor Elwood één houvast: zijn vriend Turner, die geen enkele ambitie koestert, behalve ontsnappen uit Nickel.

De twee andere Pulitzer-finalisten waren Leerjaren in Topeka van Ben Lerner en Het Hollandse huis van Ann Patchett.

De Nederlandse vertaling is gemaakt door Harm Damsma & Niek Miedema. In juni verschijnt de midprice-editie van De jongens van Nickel (€15,00).