'Mythen en stoplichten' van Alara Adilow is het beste Nederlandstalige poëziedebuut
De C. Buddingh'-prijs voor het beste Nederlandstalige poëziedebuut is zondag toegekend aan de bundel Mythen en stoplichten van Alara Adilow (1988), een Nederlandse dichter met Somalische wortels.
Mythen en stoplichten is volgens de jury 'een overrompelende en transformerende reis, die via de onderwereld naar de sterfelijke wereld voert, tot zelfs daarboven, naar de hemel.' Adilows werk past goed binnen actuele trends in de Nederlandstalige poëzie, waarbij aandacht uitgaat naar gender, non-binariteit en queerness. Daarbij wordt opvallend vaak gekozen voor een naar proza neigende vorm. 'Een podium voor life long struggles', dat is volgens de jury de nieuwe poëzie.
Mythen en stoplichten werd eerder al bekroond met de Herman de Coninckprijs, de belangrijkste Vlaamse poëzieprijs, en werd ook genomineerd voor de Grote Poëzieprijs.
De bundel
’s Avonds brei ik nieuwe stoffen aan de representaties van de vrouw die ik bij een tweedehandswinkel heb gekocht. Sommige versleten, sommige gloednieuw; nooit gedragen, in feilloze conditie weggedaan. Misschien stond het niet, of was het te prijzig. Sommige waren stoffig en bedekt met olie en bloedvlekken, opgedroogde melk die ik moest schoonpoetsen waardoor de kleuren en structuren van sommige representaties vervaagden. Ze zeggen: niemand weet wat een vrouw echt is, en niemand heeft ooit een echte vrouw gezien.
De C. Buddingh'-prijs
De C. Buddingh'-prijs geldt al decennialang als de belangrijkste prijs voor het beste Nederlandstalige poëziedebuut. Menig winnaar is uitgegroeid tot een belangrijke stem in het Nederlandse poëzieveld, onder wie Maria Barnas, Marieke Lucas Rijneveld en Ilja Leonard Pfeijffer. Ook genomineerd dit jaar waren de bundels Wij capabelen van Laura Broekhuysen, Plooi van Babeth Fonchie Fotchind en Oerhert van Astrid Haerens.