Toch weer veel dode, witte mannen in de nieuwe literaire canon
De laatste literaire canon stamde uit 2002 en werd samengesteld door de leden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. De literaire canon van 2022 is het werk van professionele lezers en liefhebbers van de Nederlandstalige literatuur binnen en buiten het Nederlandse taalgebied – bijna de helft van de respondenten is docent Nederlands. De canon is een initiatief van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal en letteren, de katholieke Universiteit Leuven, de Taalunie en de Koninklijke Bibliotheek.
Twintig jaar geleden was de oogst een lijst met veel dode, witte mannelijke auteurs. Anno 2022 lijkt er weinig veranderd. Volgens de ondervraagden is Max Havelaar het belangrijkste boek, gevolgd door Van den Vos Reynaerde en De avonden van Gerard Reve. De topvier bestaat uit 'de grote drie': W.F. Hermans op twee, Harry Mulisch op drie en Gerard Reve op vier, waarbij Multatuli boven dit drietal op nummer één staat.
Vorige week verscheen het boekje Optimistische woede, samengesteld door het vrouwencollectief Fixdit. Er wordt aandacht in gevraagd voor de ondergeschoven positie van vrouwen in de Nederlandse literatuur en de boodschap is 'Lees meer vrouwen'. Dat blijkt geen achterhaalde boodschap. In de toptien van belangrijkste werken staan nul boeken van vrouwen. Hella S. Haasse staat nog wel in de top tien van belangrijkste auteurs, Anne Frank haalt samen met Betje Wolff en Aagje Deken de bovenste twintig.