Lezersrecensie
De 20e eeuw van Nederland
Grofweg aangevangen in 1899 en geëindigd in 1999 beschrijft Geert Mak op boeiende en invoelbare wijze het verloop van (een deel van) de geschiedenis van Nederland. Hij doet dit aan de hand van het leven van zijn vader, die zoon was van een hardwerkende zeilmaker in Schiedam. Het boek verhaalt uitgebreid over de economische, politieke en sociale situatie van Nederland vanaf de periode voor de 1e Wereldoorlog tot na het vallen van de muur. Niet te vergeten is dat het milieu van de familie Mak zich in belangrijke mate afspeelt rond het gerefomeerde geloof. Het geloof speelt dan ook een regelmatig terugkerende rol in het boek.
De vader kiest er voor om niet het beroep van grootvader over te nemen, maar wordt dominee. Na zijn huwelijk in 1924 vertrekt hij met vrouw en kinderen naar Nederlands-Indië om daar zijn beroep als predikant uit gaan oefenen. Daar komt hij te wonen in Medan op het eiland Sumatra. Ook worden daar nog enkele kinderen geboren. Na een verlofperiode van de familie in Nederland blijven twee kinderen achter bij pleegouders in Zeist en groeien daar op redelijk gezonde wijze op, ook gedurende de bezetting door nazi-Duitsland.
De beschrijving van de leefomstandigheden in Medan en de relaties met de Chinezen, Nederlanders en inlanders wordt prachtig beschreven. Op kunstige manier weet de familie zich een fraai leven in Medan toe te eigenen. Zelfs als het Japanse leger de Indische eilanden weet te veroveren kan de vader nog doorgaan met zijn werk, zij het niet in Indië maar in Birma. Zijn vrouw en kinderen worden op Sumatra in een kamp opgesloten.
Interessant is de beschrijving van de politieke situatie rondom de de-kolonialisering van de Nederlandse gebiedsdelen na de 2e Wereldoorlog. Het loslaten van de Indische gewesten was een geweldige opgave voor de Nederlandse overheid, maar was uiteindelijk toch, vooral onder internationale druk, onontkoombaar.
De ontwikkeling van Nederland na de oorlog, van een maatschappij met een hardwerkende, godvruchige bevolking naar een zeer welvarende consumptiemaatschappij wordt fraai beschreven.
Er zijn 3 belangrijke perioden aan te wijzen in de 20e eeuw. De periode 1914-1946, de periode 1946- 1989 en vervolgens 1990 tot nu.
Uiteindelijk blijkt dat de familie relatief gezien toch wel heel veel geluk heeft gehad in het leven van de 20e eeuw. Steeds weer komt de familie in welvarende omstandigheden terecht. Opvallend was voor mij vooral de verhuizing naar de Wilhelminasingel in Leeuwarden, destijds een van de betere buurten in de stad. Deels werd zelfs verhuisd met een vliegtuig.
Van alle mogelijkheden die de maatschappij te bieden had, is gebruik gemaakt, zoals opleiding, gezondheidszorg, wonen, vrijheid en reizen.
Bleef bij mij wel regelmatig de vraag hangen hoe dit welvarende leven betaald heeft kunnen worden. Was dit de protestantse kerk of was dit de Nederlandse overheid.
Ik heb het boek van 500 bladzijden in 3 dagen met veel genoegen uit kunnen lezen, 25 jaar na het verschijnen van de eerste druk.
De vader kiest er voor om niet het beroep van grootvader over te nemen, maar wordt dominee. Na zijn huwelijk in 1924 vertrekt hij met vrouw en kinderen naar Nederlands-Indië om daar zijn beroep als predikant uit gaan oefenen. Daar komt hij te wonen in Medan op het eiland Sumatra. Ook worden daar nog enkele kinderen geboren. Na een verlofperiode van de familie in Nederland blijven twee kinderen achter bij pleegouders in Zeist en groeien daar op redelijk gezonde wijze op, ook gedurende de bezetting door nazi-Duitsland.
De beschrijving van de leefomstandigheden in Medan en de relaties met de Chinezen, Nederlanders en inlanders wordt prachtig beschreven. Op kunstige manier weet de familie zich een fraai leven in Medan toe te eigenen. Zelfs als het Japanse leger de Indische eilanden weet te veroveren kan de vader nog doorgaan met zijn werk, zij het niet in Indië maar in Birma. Zijn vrouw en kinderen worden op Sumatra in een kamp opgesloten.
Interessant is de beschrijving van de politieke situatie rondom de de-kolonialisering van de Nederlandse gebiedsdelen na de 2e Wereldoorlog. Het loslaten van de Indische gewesten was een geweldige opgave voor de Nederlandse overheid, maar was uiteindelijk toch, vooral onder internationale druk, onontkoombaar.
De ontwikkeling van Nederland na de oorlog, van een maatschappij met een hardwerkende, godvruchige bevolking naar een zeer welvarende consumptiemaatschappij wordt fraai beschreven.
Er zijn 3 belangrijke perioden aan te wijzen in de 20e eeuw. De periode 1914-1946, de periode 1946- 1989 en vervolgens 1990 tot nu.
Uiteindelijk blijkt dat de familie relatief gezien toch wel heel veel geluk heeft gehad in het leven van de 20e eeuw. Steeds weer komt de familie in welvarende omstandigheden terecht. Opvallend was voor mij vooral de verhuizing naar de Wilhelminasingel in Leeuwarden, destijds een van de betere buurten in de stad. Deels werd zelfs verhuisd met een vliegtuig.
Van alle mogelijkheden die de maatschappij te bieden had, is gebruik gemaakt, zoals opleiding, gezondheidszorg, wonen, vrijheid en reizen.
Bleef bij mij wel regelmatig de vraag hangen hoe dit welvarende leven betaald heeft kunnen worden. Was dit de protestantse kerk of was dit de Nederlandse overheid.
Ik heb het boek van 500 bladzijden in 3 dagen met veel genoegen uit kunnen lezen, 25 jaar na het verschijnen van de eerste druk.
1
Reageer op deze recensie