Lezersrecensie
Mooie levensbeschrijving van een bijzondere voorouder
Rozeke, de debuutroman van Guillaume Van Der Stichelen is deels gebaseerd op de familiegeschiedenis van zijn gelijknamige overgrootvader. Het is het levensverhaal van een jongetje uit een eenvoudig milieu die later een succesvol ondernemer wordt en uiteindelijk eenzaam sterft.
Het verhaal begint in het midden van de 19e eeuw als er een cholera-epidemie heerst in Antwerpen. De jonge Gwillem vlucht met zijn ouders en vriend Sus de stad uit naar zijn oma, genaamd Moe Roos. Met haar krijgt hij een speciale band, die zeer bepalend zal zijn in zijn verdere leven. Als zijn vader geopereerd moet worden leert hij dokter Victor kennen die hem op het pad van zijn latere beroep zal brengen. Gwillem richt een loodgietersbedrijf op en gaat waterleidingen en later toiletten aanleggen in de huizen van Antwerpen, waarmee een volgende cholera-uitbraak kan worden voorkomen.
Hij is succesvol in zijn bedrijf, maar minder in de liefde. Zijn grote liefde Marie-Christine trouwt met een ander en Gwillem stort in. Daarna leert hij Caroline kennen en met haar sticht hij een gezin. Hun geluk wordt al snel overschaduwd door een ongeluk.
“In het wit bevroren gras lopen kleine voetstapjes naar de vijver achter in de tuin.”
Het leven van Gwillem/Guillaume wordt met vlotte pen beschreven. Het boek volgt hem op bepalende punten in zijn leven van zijn jonge jaren tot zijn dood. Af en toe wordt er een sprongetje gemaakt in de tijd en het verhaal iets verder weer opgepakt. Het karakter van Gwillem komt goed uit de verf met zijn goede en slechte eigenschappen. In een prettige schrijfstijl wordt een goed beeld geschetst van het leven in de tweede helft van de 19e en begin 20e eeuw. In het boek komen regelmatig uitspraken in het Frans, Vlaams en Antwerps dialect voor. Een terugkerende uitspraak is:
“Le diable fait toujours bien tout ce quíl fait!”
Rozeke is een mooie levensbeschrijving van een bijzondere voorouder.
Het verhaal begint in het midden van de 19e eeuw als er een cholera-epidemie heerst in Antwerpen. De jonge Gwillem vlucht met zijn ouders en vriend Sus de stad uit naar zijn oma, genaamd Moe Roos. Met haar krijgt hij een speciale band, die zeer bepalend zal zijn in zijn verdere leven. Als zijn vader geopereerd moet worden leert hij dokter Victor kennen die hem op het pad van zijn latere beroep zal brengen. Gwillem richt een loodgietersbedrijf op en gaat waterleidingen en later toiletten aanleggen in de huizen van Antwerpen, waarmee een volgende cholera-uitbraak kan worden voorkomen.
Hij is succesvol in zijn bedrijf, maar minder in de liefde. Zijn grote liefde Marie-Christine trouwt met een ander en Gwillem stort in. Daarna leert hij Caroline kennen en met haar sticht hij een gezin. Hun geluk wordt al snel overschaduwd door een ongeluk.
“In het wit bevroren gras lopen kleine voetstapjes naar de vijver achter in de tuin.”
Het leven van Gwillem/Guillaume wordt met vlotte pen beschreven. Het boek volgt hem op bepalende punten in zijn leven van zijn jonge jaren tot zijn dood. Af en toe wordt er een sprongetje gemaakt in de tijd en het verhaal iets verder weer opgepakt. Het karakter van Gwillem komt goed uit de verf met zijn goede en slechte eigenschappen. In een prettige schrijfstijl wordt een goed beeld geschetst van het leven in de tweede helft van de 19e en begin 20e eeuw. In het boek komen regelmatig uitspraken in het Frans, Vlaams en Antwerps dialect voor. Een terugkerende uitspraak is:
“Le diable fait toujours bien tout ce quíl fait!”
Rozeke is een mooie levensbeschrijving van een bijzondere voorouder.
1
Reageer op deze recensie