Lezersrecensie
Metro 2033 wil maar niet beslissen wat het is
17 augustus 2017
Metro 2033 – Dmitri Gloechovski
Uitgeverij Glagoslav, 2012
Oorspronkelijke titel: Metro 2033
Vertaling: Paul van der Woerd
533 pagina’s
Omslagillustratie: niet bekend
Een oproepje op facebook trok mijn aandacht: boekbloggers gezocht om een Russische SF te lezen. Dat maakte me wel nieuwsgierig, Russische SF klonk tamelijk exotisch. Bovendien, als het om hedendaagse SF gaat kan je op dit moment toch al niet al te kritisch zijn, zoveel komt er niet op de markt.
Vandaar dat ik me direct meldde als potentiële kandidaat. Ik vroeg me op voorhand wel wat af: zou Russische SF anders zijn dan zijn Angelsaksische tegenpool? Een zwaluw maakt natuurlijk nog geen zomer, ofwel generaliseren is niet mogelijk op grond van een boek, hoe verleidelijk dat ook is, maar toch was ik erg benieuwd wat het boek te bieden had. Volgens de achterflap heeft het boek twee miljoen internetlezers en een half miljoen voor de papieren versie. Dat zijn cijfers waar je alleen maar van kan dromen als eenvoudige Nederlandse genreschrijver. Veel Russen natuurlijk, maar toch vraag je je af of SF zoveel meer populariteit geniet onder voormalige Sovjets. Of gaat de aantrekkingskracht van dit ene boek uit? Eerlijk gezegd, na lezing moet ik toegeven dat me dat allemaal niet duidelijk is geworden.
Een post apocalyptische wereld, dat is natuurlijk geen nieuw gegeven, zeker niet een die zich afspeelt na een nucleaire wereldoorlog. En ook een mensheid die zich terugtrekt in tunnels om te overleven, het is eerder gedaan.
In dit geval speelt het ondergronds leven zich af in de tunnels van het metrostelsel onder Moskou. De overlevenden zijn dan ook, das natuurlijk een open deur, Russen. Het verhaal speelt ongeveer 20 jaar na de ramp. En daar beginnen de eerste onwaarschijnlijkheden. Twintig jaar na een nucleaire ramp zijn er naar alle waarschijnlijkheid nog geen zodanige mutaties in de overlevende levensvormen ontstaan dat er heel nieuwe rassen van monsters zijn die het bovengrondse leven onveilig maken. Dat wilde er bij althans niet in. De opmerking van een van de personages, ergens diep in het verhaal, dat het wellicht om levensvormen zou gaan die er altijd al waren, maar nu aan het oppervlakte gekomen waren, vond ik wat flauw. Ik houd er niet van als de schrijver een personage misbruikt om bij diens mond de bedenkingen te pareren waarvan hij weet dat lezers die ongetwijfeld gaan opwerpen.
Mijn grootste probleem met Metro 2033 ligt echter in het gegeven dat het boek gedurende de 533 pagina’s die het telt, heen en weer zwabbert tussen een spirituele roman, waarin de hoofdpersoon Artjom telkens nieuwe personen ontmoet, die hem als een soort spirituele gidsen brokjes informatie, filosofische inzichten en soms cryptische aanwijzingen geven, en een soort reis langs allerlei gedateerde samenlevingen. Artjom twijfelt aan zijn lot. Hij vraagt zich af waarom juist hij de opdracht krijgt van een wat mysterieuze figuur, Hunter genaamd, om een kostbare boodschap naar de Polis, in het hart van de metro, te brengen. Hunter is een stalker, een van de mannen die’ s-nachts (overdags kan de mens niet bovengronds komen, omdat ze niet langer tegen het daglicht kan) omhoog gaan om kostbare goederen op te scharrelen in de verlaten gebouwen, die ze dan door verkopen. Wat volgt is een tot in details beschreven voettocht door de metro.
We komen langs de Hanze, waar welvaart heerst maar waar niet iedereen mag binnenkomen om ervan mee te genieten. We passeren de Rode lijn, waar de communisten na de ramp in hun dogma’s zijn blijven steken. Artyom wordt verder geholpen door een paar bolsjewieken die zich hebben afgescheiden van de Rode lijn. Verder komen in het boek nog echte, onvervalste Nazis aan de orde, een samenleving die door en door slecht wordt neergezet. Ook nieuwgeboren Christenen die Artyom helpen, maar met de overduidelijke intentie hem te bekeren, komen langs. En zelfs een stel hippies. Al deze gemeenschappen bezitten een of enkele metrostations in het tunnelstelsel. Bij sommige is de doorgang vrij, op andere kom je wel zonder veel problemen maar eraf komen is ingewikkelder, en weer anderen vragen toegangsgeld of stellen strenge eisen. Overal zijn gewapende posten, soms om mensen van andere stations te weren, soms om de dreigingen van de bovenwereld tegen te houden. Artjom ontmoet gedurende zijn reis door de metro veel inwisselbare personages die hem verder helpen, en die daarna weer uit zijn leven verdwijnen. Dat maakt dat de complete narratief gedragen wordt door zijn schouders en eerlijk: hij is er niet sterk genoeg voor.
Als hij uiteindelijk in de Polis aankomt blijkt dat de boodschap feitelijk nogal magertjes is en dat het onlogisch is dat Artjom zo'n lange reis moest maken om hem af te leveren. De Polis is wordt afgeschilderd in het verhaal als de plaats waar kennis bewaard wordt. Het is een stad waar een vreemde tweedeling heerst tussen enerzijds militairen, anderzijds bibliothecarissen. Onlogisch genoeg worden deze neergezet als een afspiegeling van de Brahmaanse kastenmaatschappij. Volgens de bibliothecarissen is Artjom de uitverkorene die een speciaal boek van het oppervlak van Moskou moet gaan halen. Hoewel hij dat uiteindelijk niet voor elkaar krijgt waardoor hij nooit meer terug naar de Polis kan gaan (omdat hij geheimen van de brahmanen zou kennen, hoewel mij niet duidelijk was waarom de informatie die hij krijgt zo belangwekkend en geheim zou zijn dat men hem erom zou moeten vermoorden) wordt het verhaal hier wel interessanter. De beschrijving van bovengronds Moskou is erg mooi, en het verhaal raakt hier tijdelijk in een stroomversnelling.
Tijdelijk, want ook het idee van het boek wordt door Glukhovsky gewoon losgelaten en Artyom verkeert ineens onder de hoede van Melnik, een hunter die hem meeneemt op tochten naar boven. Waarom Melnik zich over Artyom ontfermt is mij niet duidelijk, ook niet waarom Artyom uiteindelijk meegaat op een missie om de ‘Zwarten’ te verdelgen.
Wat mijn grootste bezwaar was tegen deze indeling in verschillende ideologieën en culturen, was dat ze niet alleen nogal kunstmatig, maar ook zo gedateerd overkwam. Bovendien spelen ze feitelijk geen enkele rol in het verhaal wat de vraag doet rijzen wat Gloechovsky ermee wilde. Op ieder station ontvangt Artyom wat onsamenhangende filosofische flarden over de menselijke natuur en de aard der dingen, maar dat neemt nergens het karakter aan van een inzicht dat de loop van het verhaal stuurt. Alles wat de lezer krijgt, zijn wat losse gedachten van Artyom over of het lot hem heeft uitverkoren om iets groots te doen – maar wat dan is ook niet duidelijk.
De ontwikkelingen van het Rusland van nu zag ik er niet in weerspiegeld. Ik vroeg mij af of ik wellicht enkele ontwikkelingen in de russchische samenleving gemist had, waardoor mij een betekenis ontging die voor Russen wel degelijk duidelijk zichtbaar was. Ik proefde een voorkeur voor kapitalisme (op de tot de Hanze behorende stations is tenslotte iedereen welvarend) maar dat blijft allemaal hangen in vooroorlogse verpakking. Wat naspeuring op het www leverde op dat Glukhovsky voornamelijk satire op het hedendaagse Rusland schrijft. Jammer dat hij zijn satirisch talent dan niet heeft ingezet voor Metro 2033, het had het boek wellicht beter verteerbaar gemaakt.
Voor mij telde het boek teveel verhaallijnen die niet echt tot leven kwamen, die bleven hangen. Het einde kwam voor mij totaal uit de lucht vallen en ik vond het onbevredigend.
Wat tijdens het lezen van Metro 2033 ook in het oog springt, is de totale afwezigheid van vrouwen. Slechts twee kregen een bescheiden bijrol, eerst als de huisvrouw die het gezellig maakt, en daarna nog een keer als de ontaarde moeder die haar kind voor nare zaken wil aanbieden in ruil voor geld.
Metro 2033 is een roman waarin de schrijver erg veel heeft willen stoppen, maar waar voor mij teveel in is gepropt wat vervolgens niet of nauwelijks wordt uitgewerkt. Uiteindelijk wordt het daarom een te warrig, te pretentieus geheel waar voor mijn gevoel de schrijver niet goed heeft nagedacht wat hij nou werkelijk wilde vertellen.
Een half miljoen Russen can’t be wrong, can they? Ik weet het niet. Ergens moet het boek een snaar raken onder een deel van de Russische bevolking. Mij liet het eerder verward achter.
Uitgeverij Glagoslav, 2012
Oorspronkelijke titel: Metro 2033
Vertaling: Paul van der Woerd
533 pagina’s
Omslagillustratie: niet bekend
Een oproepje op facebook trok mijn aandacht: boekbloggers gezocht om een Russische SF te lezen. Dat maakte me wel nieuwsgierig, Russische SF klonk tamelijk exotisch. Bovendien, als het om hedendaagse SF gaat kan je op dit moment toch al niet al te kritisch zijn, zoveel komt er niet op de markt.
Vandaar dat ik me direct meldde als potentiële kandidaat. Ik vroeg me op voorhand wel wat af: zou Russische SF anders zijn dan zijn Angelsaksische tegenpool? Een zwaluw maakt natuurlijk nog geen zomer, ofwel generaliseren is niet mogelijk op grond van een boek, hoe verleidelijk dat ook is, maar toch was ik erg benieuwd wat het boek te bieden had. Volgens de achterflap heeft het boek twee miljoen internetlezers en een half miljoen voor de papieren versie. Dat zijn cijfers waar je alleen maar van kan dromen als eenvoudige Nederlandse genreschrijver. Veel Russen natuurlijk, maar toch vraag je je af of SF zoveel meer populariteit geniet onder voormalige Sovjets. Of gaat de aantrekkingskracht van dit ene boek uit? Eerlijk gezegd, na lezing moet ik toegeven dat me dat allemaal niet duidelijk is geworden.
Een post apocalyptische wereld, dat is natuurlijk geen nieuw gegeven, zeker niet een die zich afspeelt na een nucleaire wereldoorlog. En ook een mensheid die zich terugtrekt in tunnels om te overleven, het is eerder gedaan.
In dit geval speelt het ondergronds leven zich af in de tunnels van het metrostelsel onder Moskou. De overlevenden zijn dan ook, das natuurlijk een open deur, Russen. Het verhaal speelt ongeveer 20 jaar na de ramp. En daar beginnen de eerste onwaarschijnlijkheden. Twintig jaar na een nucleaire ramp zijn er naar alle waarschijnlijkheid nog geen zodanige mutaties in de overlevende levensvormen ontstaan dat er heel nieuwe rassen van monsters zijn die het bovengrondse leven onveilig maken. Dat wilde er bij althans niet in. De opmerking van een van de personages, ergens diep in het verhaal, dat het wellicht om levensvormen zou gaan die er altijd al waren, maar nu aan het oppervlakte gekomen waren, vond ik wat flauw. Ik houd er niet van als de schrijver een personage misbruikt om bij diens mond de bedenkingen te pareren waarvan hij weet dat lezers die ongetwijfeld gaan opwerpen.
Mijn grootste probleem met Metro 2033 ligt echter in het gegeven dat het boek gedurende de 533 pagina’s die het telt, heen en weer zwabbert tussen een spirituele roman, waarin de hoofdpersoon Artjom telkens nieuwe personen ontmoet, die hem als een soort spirituele gidsen brokjes informatie, filosofische inzichten en soms cryptische aanwijzingen geven, en een soort reis langs allerlei gedateerde samenlevingen. Artjom twijfelt aan zijn lot. Hij vraagt zich af waarom juist hij de opdracht krijgt van een wat mysterieuze figuur, Hunter genaamd, om een kostbare boodschap naar de Polis, in het hart van de metro, te brengen. Hunter is een stalker, een van de mannen die’ s-nachts (overdags kan de mens niet bovengronds komen, omdat ze niet langer tegen het daglicht kan) omhoog gaan om kostbare goederen op te scharrelen in de verlaten gebouwen, die ze dan door verkopen. Wat volgt is een tot in details beschreven voettocht door de metro.
We komen langs de Hanze, waar welvaart heerst maar waar niet iedereen mag binnenkomen om ervan mee te genieten. We passeren de Rode lijn, waar de communisten na de ramp in hun dogma’s zijn blijven steken. Artyom wordt verder geholpen door een paar bolsjewieken die zich hebben afgescheiden van de Rode lijn. Verder komen in het boek nog echte, onvervalste Nazis aan de orde, een samenleving die door en door slecht wordt neergezet. Ook nieuwgeboren Christenen die Artyom helpen, maar met de overduidelijke intentie hem te bekeren, komen langs. En zelfs een stel hippies. Al deze gemeenschappen bezitten een of enkele metrostations in het tunnelstelsel. Bij sommige is de doorgang vrij, op andere kom je wel zonder veel problemen maar eraf komen is ingewikkelder, en weer anderen vragen toegangsgeld of stellen strenge eisen. Overal zijn gewapende posten, soms om mensen van andere stations te weren, soms om de dreigingen van de bovenwereld tegen te houden. Artjom ontmoet gedurende zijn reis door de metro veel inwisselbare personages die hem verder helpen, en die daarna weer uit zijn leven verdwijnen. Dat maakt dat de complete narratief gedragen wordt door zijn schouders en eerlijk: hij is er niet sterk genoeg voor.
Als hij uiteindelijk in de Polis aankomt blijkt dat de boodschap feitelijk nogal magertjes is en dat het onlogisch is dat Artjom zo'n lange reis moest maken om hem af te leveren. De Polis is wordt afgeschilderd in het verhaal als de plaats waar kennis bewaard wordt. Het is een stad waar een vreemde tweedeling heerst tussen enerzijds militairen, anderzijds bibliothecarissen. Onlogisch genoeg worden deze neergezet als een afspiegeling van de Brahmaanse kastenmaatschappij. Volgens de bibliothecarissen is Artjom de uitverkorene die een speciaal boek van het oppervlak van Moskou moet gaan halen. Hoewel hij dat uiteindelijk niet voor elkaar krijgt waardoor hij nooit meer terug naar de Polis kan gaan (omdat hij geheimen van de brahmanen zou kennen, hoewel mij niet duidelijk was waarom de informatie die hij krijgt zo belangwekkend en geheim zou zijn dat men hem erom zou moeten vermoorden) wordt het verhaal hier wel interessanter. De beschrijving van bovengronds Moskou is erg mooi, en het verhaal raakt hier tijdelijk in een stroomversnelling.
Tijdelijk, want ook het idee van het boek wordt door Glukhovsky gewoon losgelaten en Artyom verkeert ineens onder de hoede van Melnik, een hunter die hem meeneemt op tochten naar boven. Waarom Melnik zich over Artyom ontfermt is mij niet duidelijk, ook niet waarom Artyom uiteindelijk meegaat op een missie om de ‘Zwarten’ te verdelgen.
Wat mijn grootste bezwaar was tegen deze indeling in verschillende ideologieën en culturen, was dat ze niet alleen nogal kunstmatig, maar ook zo gedateerd overkwam. Bovendien spelen ze feitelijk geen enkele rol in het verhaal wat de vraag doet rijzen wat Gloechovsky ermee wilde. Op ieder station ontvangt Artyom wat onsamenhangende filosofische flarden over de menselijke natuur en de aard der dingen, maar dat neemt nergens het karakter aan van een inzicht dat de loop van het verhaal stuurt. Alles wat de lezer krijgt, zijn wat losse gedachten van Artyom over of het lot hem heeft uitverkoren om iets groots te doen – maar wat dan is ook niet duidelijk.
De ontwikkelingen van het Rusland van nu zag ik er niet in weerspiegeld. Ik vroeg mij af of ik wellicht enkele ontwikkelingen in de russchische samenleving gemist had, waardoor mij een betekenis ontging die voor Russen wel degelijk duidelijk zichtbaar was. Ik proefde een voorkeur voor kapitalisme (op de tot de Hanze behorende stations is tenslotte iedereen welvarend) maar dat blijft allemaal hangen in vooroorlogse verpakking. Wat naspeuring op het www leverde op dat Glukhovsky voornamelijk satire op het hedendaagse Rusland schrijft. Jammer dat hij zijn satirisch talent dan niet heeft ingezet voor Metro 2033, het had het boek wellicht beter verteerbaar gemaakt.
Voor mij telde het boek teveel verhaallijnen die niet echt tot leven kwamen, die bleven hangen. Het einde kwam voor mij totaal uit de lucht vallen en ik vond het onbevredigend.
Wat tijdens het lezen van Metro 2033 ook in het oog springt, is de totale afwezigheid van vrouwen. Slechts twee kregen een bescheiden bijrol, eerst als de huisvrouw die het gezellig maakt, en daarna nog een keer als de ontaarde moeder die haar kind voor nare zaken wil aanbieden in ruil voor geld.
Metro 2033 is een roman waarin de schrijver erg veel heeft willen stoppen, maar waar voor mij teveel in is gepropt wat vervolgens niet of nauwelijks wordt uitgewerkt. Uiteindelijk wordt het daarom een te warrig, te pretentieus geheel waar voor mijn gevoel de schrijver niet goed heeft nagedacht wat hij nou werkelijk wilde vertellen.
Een half miljoen Russen can’t be wrong, can they? Ik weet het niet. Ergens moet het boek een snaar raken onder een deel van de Russische bevolking. Mij liet het eerder verward achter.
1
Reageer op deze recensie