Lezersrecensie
Seance scoort goed op de seksismebingo
22 januari 2018
Londen, 1919. De wetenschappelijke carrière van Francis Whitman is op een dood spoor gekomen op het moment dat hij door mr. Harrison, hoofdredacteur van een blaadje over het bovennatuurlijke, wordt uitgenodigd om een wetenschappelijke validatie aan een seance te geven. Het medium Elisabeth Archer zou in staat zijn om de geest van Katie King op te roepen.
Ter plaatse wordt Whitman op slag verliefd op de geest. Hij komt dan ook direct in actie en slaat er bovenop als een andere scepticus, dr Volckman, een poging doet het medium te ontmaskeren.
Alle wetenschappelijke voorbehoud gaat natuurlijk direct overboord. Whitman ontvangt Elisabeth Archer thuis voor zijn zogenaamde 'onderzoeken'. Hij raakt echter in een amoureus avontuurtje verwikkeld met geestverschijning Katie King.
Dit verhaal laat zich simpel samenvatten: uitgerangeerde wetenschapper bedwingt midlifecrisis door hoteldebotel op een piepjong meisje te worden.
Liefde maakt blind, of beter gezegd: lust maakt een idioot van een man.
Whitman is niet bepaald het sympathiekste personage. Hij klaagt nogal over zijn vrouw, die maar dom is en zich alleen om materieel gewin druk maakt. Als Whitman helemaal aan de grond gelopen is, is het deze echtgenote die hem er weer bovenop helpt, volgens Whitman zelf uit een soort plichtsbesef. En dat terwijl hij haar bedrogen heeft, wat ze volgens zijn eigen zeggen hoogstwaarschijnlijk gemerkt heeft. Je krijgt de indruk dat Whitman behalve een wat labiele, ontevreden en vervelende man ook nog een ongelooflijke gluiperd is. Veel tijd wordt doorgebracht met onzeker zijn en twijfelen aan alles. Whitman heeft een sociale fobie die hij gedurende het boek overwint. Tja, wat een beetje stomende sex met een tienermeisje allemaal niet voor goeds teweeg brengt.
Whitman denkt dus dat de liefde tussen hem en 'de geest', de zuster van het medium, oprecht is, maar nergens wordt echt duidelijk of dat zo is, de kans dat zij hem er gewoon ingeluisd heeft, of dat haar familie misbruik van háár gemaakt heeft lijkt ook tamelijk aanwezig. Allemaal overwegingen die Whitman overigens geen moment plagen in het verhaal.
Vrouwbeeld: de vrouwen in Seance zijn de echtgenote van Whitman die er niet goed vanaf komt. Dan is er nog de hysterische en goedgelovige Marryat die zich als een soort hyperonnozele groupie van Elisabeth Archer gedraagt, en natuurlijk het medium Elisabeth en haar zuster.
Katie King wordt beschreven als een soort muze, waarbij zij niet meer als een echt persoon gezien wordt, maar door de verteller wordt neergezet als een soort idealisatie van het seksuele van de vrouw. Tja, voor een moderne lezer is het toch wat lastig om er meer in te zien dan de in de literatuur zo gebruikelijke trope van de oudere kerel die het met een tienermeisje aanlegt – de dirty old mantrope. Te meer daar er sprake is van stomende sex, maar meer ook niet. Van een uitgediepte relatie is geen sprake. De omstandigheden laten het ook niet toe (en vooral de plot van het boek niet....) In feite spreekt het object van liefde het hele boek door amper een woord.
Dat is op zich allemaal nog niet zo heel erg. Echter, de vertelinstantie is Whitman zelf en die neemt nergens afstand. Je zou kunnen betogen dat de auteur heel erg goed een egoïstische zak neerzet, maar de vraag die zich dan opwerpt is natuurlijk: waarom zou je het willen lezen? Wat voegt het toe?
Dan de plot. Het grootste probleem van dit boek is dat de auteur spanning probeert te creëren door gebruik te maken van een onbetrouwbare verteller. Het verhaal wordt verteld door Whitman, vlak voor zijn overlijden. Het voordeel van de onbetrouwbare verteller is dat je de lezer op het verkeerde been kunt zetten, doordat je informatie naar believen kunt manipuleren of weglaten. Het nadeel is dat dit vaak leidt tot een soort gemakzucht bij de auteur, die nu wel heel makkelijk de gaten in de plot achteraf kan verklaren. En dat is precies wat er hier gebeurt.
Door een aantal zaken niet te vertellen, weet de lezer op zeker moment niet hoe hij een aantal gebeurtenissen in het boek moet duiden. De auteur geeft zeker wel hints, maar die kun je pas in retrospectief goed duiden omdat de verteller een leugenaar is.
Aan de andere kant heeft de lezer halverwege het verhaal toch echt wel door hoe het zit met die zogenaamde seances, en dan zit je maar te wachten tot dr Whitman het ook nog eens doorkrijgt. Als je dan helemaal achterin het verhaal ineens de opmerking: 'slimme meid. Dus zo doe je dat,' leest, komt dat wel een beetje als mosterd na de maaltijd en de auteur heeft zich er wel erg makkelijk vanaf gemaakt.
Het bovennatuurlijke element in Seance is in de hoofdplot dus geheel afwezig. Het draait allemaal om slim bedrog.
Eigenaardig genoeg vindt in het middenstuk van het boek (en ook in de raamvertelling waarin Whitman de naderende dood in de ogen ziet en ons dit verhaal vertelt) een intermezzo plaats waarin daadwerkelijk bovennatuurlijke fenomenen plaatsvinden. Op dat moment houdt dat de spanning ietsje langer vast, omdat je als lezer dan even vermoedt dat daar een handlanger van de Archers achter zit. Al vind je dan als lezer Whitman wel een enorme sukkel, met opengezette deuren en zichtbare personen in de kamer en al.
Dat intermezzo neemt al vlug levensbedreigende vormen aan, met een klopgeest die messen door de keuken laat zoeven en pijptabak in vieze slurrie verandert. Een geest die tot dergelijke dingen in staat is het hoofd bieden, dat lijkt een echte opgaaf.
Echter, om onverklaarde redenen stopt de geest al vlug met zijn dodelijke getreiter. Dat kwam toch wat ongeloofwaardig over, en het neemt ook veel suspense weg.
Eerlijk gezegd vond ik de daadwerkelijke bovennatuurlijke elementen in het verhaal niet erg overtuigend uitgewerkt. Ze voegen ook niet bijster veel toe aan het verhaal, en je kan je afvragen wat de lezer mist als ze achterwege gelaten waren. De 'openbaring' aan het einde van het verhaal waarin de verteller uit de doeken doet waarom hij inderdaad door een heuse geest werd belaagd, kan de zaak niet meer redden.
Is alles in het boek dan kommer en kwel? Nee. De omgeving van Londen in de laat 19de eeuw wordt mooi uitgewerkt. Ook de sociale kringen waarin de familie Withman en Archer zich bewegen, en het rangen- en standendenken van Whitman worden mooi beschreven.
Daarbij is zeker wel aandacht aan de details besteed.
Het taalgebruik in Seance zou ik pseudo-gotisch willen noemen. Het is die breedsprakige, soms omslachtige, wat plechtstatige manier van schrijven waar auteurs zich van bedienen als ze willen overtuigen met een 19de-eeuwse (hier begin 20ste-eeuwse) setting.
Zelf heb ik doorgaans niet zoveel met deze schrijfstijl omdat hij wat afstandelijk en soms pedant overkomt. In dit geval was de stijl echter mooi evenwichtig en droeg hij zeker bij aan de sfeer.
Mij kon dit verhaal niet overtuigen. De onbetrouwbare verteller die de plot eigenlijk gewoon zwak maakt, het gedoe rond de seance waarin dr Whitman veel te lang de sukkel uithangt en dan als goochelaar ineens uit zijn hoed tovert dat hij het allemaal allang doorhad, de flinterdunne 'romance' met een 14- of hooguit net 15-jarig tienermeisje, nee. Voor mij werkt het allemaal niet.
Een half punt extra voor het spel dat Valgaeren met de lezer heeft geprobeerd te spelen. Jammer dat dit niet afdoende is gelukt – voor mij een teleurstellende kennismaking met Valgaeren. Gezien de schrijfstijl vind ik het zelfs erg jammer dat ik niet positiever over dit boek kan zijn.
En wil je weten waar de titel op trekt? Kijk dan eens hier. https://writingpeterkaptein.wordpress.com/
Lees het boek zelf, en leg het langs Peter Kapteins schitterende lijst.
Ter plaatse wordt Whitman op slag verliefd op de geest. Hij komt dan ook direct in actie en slaat er bovenop als een andere scepticus, dr Volckman, een poging doet het medium te ontmaskeren.
Alle wetenschappelijke voorbehoud gaat natuurlijk direct overboord. Whitman ontvangt Elisabeth Archer thuis voor zijn zogenaamde 'onderzoeken'. Hij raakt echter in een amoureus avontuurtje verwikkeld met geestverschijning Katie King.
Dit verhaal laat zich simpel samenvatten: uitgerangeerde wetenschapper bedwingt midlifecrisis door hoteldebotel op een piepjong meisje te worden.
Liefde maakt blind, of beter gezegd: lust maakt een idioot van een man.
Whitman is niet bepaald het sympathiekste personage. Hij klaagt nogal over zijn vrouw, die maar dom is en zich alleen om materieel gewin druk maakt. Als Whitman helemaal aan de grond gelopen is, is het deze echtgenote die hem er weer bovenop helpt, volgens Whitman zelf uit een soort plichtsbesef. En dat terwijl hij haar bedrogen heeft, wat ze volgens zijn eigen zeggen hoogstwaarschijnlijk gemerkt heeft. Je krijgt de indruk dat Whitman behalve een wat labiele, ontevreden en vervelende man ook nog een ongelooflijke gluiperd is. Veel tijd wordt doorgebracht met onzeker zijn en twijfelen aan alles. Whitman heeft een sociale fobie die hij gedurende het boek overwint. Tja, wat een beetje stomende sex met een tienermeisje allemaal niet voor goeds teweeg brengt.
Whitman denkt dus dat de liefde tussen hem en 'de geest', de zuster van het medium, oprecht is, maar nergens wordt echt duidelijk of dat zo is, de kans dat zij hem er gewoon ingeluisd heeft, of dat haar familie misbruik van háár gemaakt heeft lijkt ook tamelijk aanwezig. Allemaal overwegingen die Whitman overigens geen moment plagen in het verhaal.
Vrouwbeeld: de vrouwen in Seance zijn de echtgenote van Whitman die er niet goed vanaf komt. Dan is er nog de hysterische en goedgelovige Marryat die zich als een soort hyperonnozele groupie van Elisabeth Archer gedraagt, en natuurlijk het medium Elisabeth en haar zuster.
Katie King wordt beschreven als een soort muze, waarbij zij niet meer als een echt persoon gezien wordt, maar door de verteller wordt neergezet als een soort idealisatie van het seksuele van de vrouw. Tja, voor een moderne lezer is het toch wat lastig om er meer in te zien dan de in de literatuur zo gebruikelijke trope van de oudere kerel die het met een tienermeisje aanlegt – de dirty old mantrope. Te meer daar er sprake is van stomende sex, maar meer ook niet. Van een uitgediepte relatie is geen sprake. De omstandigheden laten het ook niet toe (en vooral de plot van het boek niet....) In feite spreekt het object van liefde het hele boek door amper een woord.
Dat is op zich allemaal nog niet zo heel erg. Echter, de vertelinstantie is Whitman zelf en die neemt nergens afstand. Je zou kunnen betogen dat de auteur heel erg goed een egoïstische zak neerzet, maar de vraag die zich dan opwerpt is natuurlijk: waarom zou je het willen lezen? Wat voegt het toe?
Dan de plot. Het grootste probleem van dit boek is dat de auteur spanning probeert te creëren door gebruik te maken van een onbetrouwbare verteller. Het verhaal wordt verteld door Whitman, vlak voor zijn overlijden. Het voordeel van de onbetrouwbare verteller is dat je de lezer op het verkeerde been kunt zetten, doordat je informatie naar believen kunt manipuleren of weglaten. Het nadeel is dat dit vaak leidt tot een soort gemakzucht bij de auteur, die nu wel heel makkelijk de gaten in de plot achteraf kan verklaren. En dat is precies wat er hier gebeurt.
Door een aantal zaken niet te vertellen, weet de lezer op zeker moment niet hoe hij een aantal gebeurtenissen in het boek moet duiden. De auteur geeft zeker wel hints, maar die kun je pas in retrospectief goed duiden omdat de verteller een leugenaar is.
Aan de andere kant heeft de lezer halverwege het verhaal toch echt wel door hoe het zit met die zogenaamde seances, en dan zit je maar te wachten tot dr Whitman het ook nog eens doorkrijgt. Als je dan helemaal achterin het verhaal ineens de opmerking: 'slimme meid. Dus zo doe je dat,' leest, komt dat wel een beetje als mosterd na de maaltijd en de auteur heeft zich er wel erg makkelijk vanaf gemaakt.
Het bovennatuurlijke element in Seance is in de hoofdplot dus geheel afwezig. Het draait allemaal om slim bedrog.
Eigenaardig genoeg vindt in het middenstuk van het boek (en ook in de raamvertelling waarin Whitman de naderende dood in de ogen ziet en ons dit verhaal vertelt) een intermezzo plaats waarin daadwerkelijk bovennatuurlijke fenomenen plaatsvinden. Op dat moment houdt dat de spanning ietsje langer vast, omdat je als lezer dan even vermoedt dat daar een handlanger van de Archers achter zit. Al vind je dan als lezer Whitman wel een enorme sukkel, met opengezette deuren en zichtbare personen in de kamer en al.
Dat intermezzo neemt al vlug levensbedreigende vormen aan, met een klopgeest die messen door de keuken laat zoeven en pijptabak in vieze slurrie verandert. Een geest die tot dergelijke dingen in staat is het hoofd bieden, dat lijkt een echte opgaaf.
Echter, om onverklaarde redenen stopt de geest al vlug met zijn dodelijke getreiter. Dat kwam toch wat ongeloofwaardig over, en het neemt ook veel suspense weg.
Eerlijk gezegd vond ik de daadwerkelijke bovennatuurlijke elementen in het verhaal niet erg overtuigend uitgewerkt. Ze voegen ook niet bijster veel toe aan het verhaal, en je kan je afvragen wat de lezer mist als ze achterwege gelaten waren. De 'openbaring' aan het einde van het verhaal waarin de verteller uit de doeken doet waarom hij inderdaad door een heuse geest werd belaagd, kan de zaak niet meer redden.
Is alles in het boek dan kommer en kwel? Nee. De omgeving van Londen in de laat 19de eeuw wordt mooi uitgewerkt. Ook de sociale kringen waarin de familie Withman en Archer zich bewegen, en het rangen- en standendenken van Whitman worden mooi beschreven.
Daarbij is zeker wel aandacht aan de details besteed.
Het taalgebruik in Seance zou ik pseudo-gotisch willen noemen. Het is die breedsprakige, soms omslachtige, wat plechtstatige manier van schrijven waar auteurs zich van bedienen als ze willen overtuigen met een 19de-eeuwse (hier begin 20ste-eeuwse) setting.
Zelf heb ik doorgaans niet zoveel met deze schrijfstijl omdat hij wat afstandelijk en soms pedant overkomt. In dit geval was de stijl echter mooi evenwichtig en droeg hij zeker bij aan de sfeer.
Mij kon dit verhaal niet overtuigen. De onbetrouwbare verteller die de plot eigenlijk gewoon zwak maakt, het gedoe rond de seance waarin dr Whitman veel te lang de sukkel uithangt en dan als goochelaar ineens uit zijn hoed tovert dat hij het allemaal allang doorhad, de flinterdunne 'romance' met een 14- of hooguit net 15-jarig tienermeisje, nee. Voor mij werkt het allemaal niet.
Een half punt extra voor het spel dat Valgaeren met de lezer heeft geprobeerd te spelen. Jammer dat dit niet afdoende is gelukt – voor mij een teleurstellende kennismaking met Valgaeren. Gezien de schrijfstijl vind ik het zelfs erg jammer dat ik niet positiever over dit boek kan zijn.
En wil je weten waar de titel op trekt? Kijk dan eens hier. https://writingpeterkaptein.wordpress.com/
Lees het boek zelf, en leg het langs Peter Kapteins schitterende lijst.
2
2
Reageer op deze recensie