Lezersrecensie
De nobelprijswinnaar
Als fervente lezer keek ik jaarlijks uit naar de toekenning van de Nobelprijs literatuur. Keek ja, want de toekenning van deze voor mij belangrijke prijs aan Bob Dylan het afgelopen jaar trof me als een slag in mijn gezicht. Het gevolg was dat ik mij voor nam in de toekomst toch wat nuchterder te kijken naar al die toegekende prijzen en hun winnaars. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en dus volgde ik – weliswaar maar met een half oog- toch ook dit jaar de toekenning van deze prijs. De gelukkige was de Brits-Japanse schrijver Kazuo Ishiguro. Dat zei me niets. Toch even googlen naar wat hij geschreven had. Ah, daar had je hem weer die cover met dat meisje in het blauwe kleed. Hoeveel keren heb ik in boekhandels en bibliotheken dit boek niet in mijn handen gehad en toch weer niet mee naar huis genomen. Oh, en hij was ook de schrijver van het verfilmde boek ‘The remains of the day’. Er zat niets anders op, ik zou Kazuo Ishiguro gaan lezen, en kijken of hij voldeed aan mijn verwachtingen over wat een schrijver in petto moest hebben om een Nobelprijswinnaar waardig te zijn.
Neen, ik ben niet begonnen met het lezen van zijn met de Booker Prize bekroonde en verfilmde roman “De rest van de dag”. Ik begon met het boek dat ik al ontelbare keren in mijn handen had gehad: “Laat me nooit alleen”. Ik was verkocht. Snel daarna las ik “Toen wij wezen waren”. Ook weer een klasse roman. Nu wou ik toch wel eens weten of zijn meest bekende roman “De rest van de dag” de beide eerder genoemde romans nog kon overklassen?!
Het antwoord is zonder meer positief. Dit is literatuur zoals literatuur voor mij moet zijn. Aan de inhoud van het verhaal ga ik geen woorden vuil maken. Deze is genoegzaam gekend: “ Ouder wordende butler blikt terug op zijn leven in dienst van de hogere Engelse klasse”.
Wat als eerste opvalt als je een roman van Ishiguro begint te lezen is zijn ingetogen manier van schrijven. Zijn personages zijn steevast zorgelijke personen welke hun lot eerder gelaten aanvaarden. Ze nemen het leven heel ernstig, ze schieten te kort op het vlak van relativering. Zij lijken steeds te berusten in wat hen overkomt, ze zijn toegewijde plichtsbewuste personen.
Specifiek voor zijn roman “De rest van de dag” is het taalgebruik. Het statige, het onderdanige, het waardige wat je toeschrijft aan een butler blijkt uit elk woord, uit elke zin. De taal zorgt dat je je als lezer waant in de jaren dertig en veertig in Groot-Brittannië. Je gaat op in de sfeer, de etiquette die bij deze tijdsgeest horen. Je doorkruist het huis samen met zijn bewoners. Je ziet de eetkamer, de tuin, de slaapvertrekken van de bediendes werkelijk voor je. Je ontvangt samen met de Butler de gasten. Je laat je meevoeren met wat niet uitgesproken is, je geniet van het suggestieve dat de taal bij je oproept. Want de taal geeft de emotie van de hoofdpersonages op een prachtige manier weer. Een verdienste die we in de eerste plaats mogen toeschrijven aan de vertaler Bartho Kriek. Om het in het hedendaagse taalgebruik te benoemen, hij leverde puik werk.
Neen, ik ben niet begonnen met het lezen van zijn met de Booker Prize bekroonde en verfilmde roman “De rest van de dag”. Ik begon met het boek dat ik al ontelbare keren in mijn handen had gehad: “Laat me nooit alleen”. Ik was verkocht. Snel daarna las ik “Toen wij wezen waren”. Ook weer een klasse roman. Nu wou ik toch wel eens weten of zijn meest bekende roman “De rest van de dag” de beide eerder genoemde romans nog kon overklassen?!
Het antwoord is zonder meer positief. Dit is literatuur zoals literatuur voor mij moet zijn. Aan de inhoud van het verhaal ga ik geen woorden vuil maken. Deze is genoegzaam gekend: “ Ouder wordende butler blikt terug op zijn leven in dienst van de hogere Engelse klasse”.
Wat als eerste opvalt als je een roman van Ishiguro begint te lezen is zijn ingetogen manier van schrijven. Zijn personages zijn steevast zorgelijke personen welke hun lot eerder gelaten aanvaarden. Ze nemen het leven heel ernstig, ze schieten te kort op het vlak van relativering. Zij lijken steeds te berusten in wat hen overkomt, ze zijn toegewijde plichtsbewuste personen.
Specifiek voor zijn roman “De rest van de dag” is het taalgebruik. Het statige, het onderdanige, het waardige wat je toeschrijft aan een butler blijkt uit elk woord, uit elke zin. De taal zorgt dat je je als lezer waant in de jaren dertig en veertig in Groot-Brittannië. Je gaat op in de sfeer, de etiquette die bij deze tijdsgeest horen. Je doorkruist het huis samen met zijn bewoners. Je ziet de eetkamer, de tuin, de slaapvertrekken van de bediendes werkelijk voor je. Je ontvangt samen met de Butler de gasten. Je laat je meevoeren met wat niet uitgesproken is, je geniet van het suggestieve dat de taal bij je oproept. Want de taal geeft de emotie van de hoofdpersonages op een prachtige manier weer. Een verdienste die we in de eerste plaats mogen toeschrijven aan de vertaler Bartho Kriek. Om het in het hedendaagse taalgebruik te benoemen, hij leverde puik werk.
5
Reageer op deze recensie