Trage start, spannend einde
Op een dag wordt Stef wakker op een rots. Hij heeft geen idee hoe hij daar terecht gekomen is. Het laatste dat hij zich kan herinneren is dat hij zijn verjaardag vierde, thuis, met vrienden en familie. En nu is hij hier, op het eiland. S.J. Paul schrijft boeken met een paranormaal tintje, zo ook dit verhaal. Een boek dat traag op gang komt, maar wanneer het verhaal eenmaal op stoom is, wil je héél graag weten hoe het afloopt.
Het Eiland heeft een lange opstartfase. Alle gebeurtenissen worden in het begin uitvoerig besproken, maar wát er gebeurt is nog niet zo heel belangrijk of veelzeggend. Pas op ongeveer de helft van het verhaal komt de vaart er een beetje in. De helderheid van het boek, zowel voor de lezer als voor de hoofdpersoon, loopt hieraan synchroon. Wanneer Stef net op het eiland is, is alles voor hem nog nieuw. Hij ontdekt veel, maar niemand van de bewoners vertelt hem hoe de vork precies in de steel zit. De ontdekkingen die Stef doet volg je allemaal, maar het duurt te lang voordat de vragen die je als lezer hebt worden beantwoord. Ook dat gebeurt pas ongeveer op de helft, wanneer het tempo van het boek omhoog gaat.
Ook Pauls taalgebruik draagt bij aan het trage begin. Het is vrij kinderlijk taalgebruik, alles wordt omschreven en de zinnen laten niets aan de verbeelding over. De woordkeuze is erg makkelijk. Het boek is daarom vooral aan te raden aan de jongere Young Adult-lezer. Wanneer het boek op gang komt en er meer tempo in het verhaal komt, is het taalgebruik ook minder storend. Toch zitten er af en toe nog wel onlogische of juist te duidelijke zinnen in en dat leidt af.
Een voorbeeld hiervan, te vinden op een van de eerste bladzijden, is wanneer Stef op zoek gaat naar bewoners. Hij ziet schapen en trekt de conclusie: ‘Als er schapen zijn, moeten er wel mensen zijn’. Nog op dezelfde bladzijde ziet hij ook hooi, en denkt dan: ‘Waar hooi is, zijn mensen’. Vervolgens komt hij bij een stal met tamme paarden, hier lezen we: ‘Meer en meer is Stef ervan overtuigd dat hier mensen wonen’. Dit gebeurt allemaal op ongeveer één pagina, terwijl na de eerste aanwijzing de boodschap al duidelijk is overgekomen. Dit soort herhalingen komen veel voor en dat is storend voor de meer ervaren lezer, die graag zelf nog wat bij wil fantaseren. Bovendien neemt het de spanning weg.
Qua originaliteit scoort het boek matig. De belangrijkste gebeurtenissen lijken rechtstreeks uit de TV-serie Lost te komen. Zo blijkt dat het eiland boos is op de bewoners en dat het een leider nodig heeft. Wat er anders aan is, is dat het in dit boek gaat om jongeren. Ook dat kennen we al van andere boeken (neem de ‘Gone’-serie), en hoewel ook de specifieke combinatie van een groep jongeren op een onbewoond eiland niet nieuw is, geeft S.J. Paul er een bovennatuurlijk tintje aan en dat onderscheidt het verhaal van andere verhalen.
Hoewel de zinnen soms makkelijk zijn en het boek misschien niet het meest origineel is, zit er toch potentie in de spanning die het werk bevat. Als het verhaal eenmaal op gang gekomen is, wil je ook weten hoe alles nou precies in elkaar steekt. Als S.J. Paul die spanning vast weet te houden en in het volgende boek vanaf het begin weet toe te passen, kan dat nog weleens een heel goed verhaal worden.
Reageer op deze recensie