Een duister, modern sprookje
Solomonica de Winter (1997) is de dochter van schrijvers Leon de Winter en Jessica Durlacher. Op haar zestiende begon de jonge schrijfster aan haar debuutroman Achter de regenboog, die ze in het Engels schreef. Een jaar later was het af en werd het boek vertaald naar het Duits en het Nederlands. Het kwam als eerste uit in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. Eind november 2014 werd het boek dan ook in het Nederlands uitgegeven bij uitgeverij Prometheus.
In Achter de regenboog volgen we het dertienjarige meisje Blue. Ze is niet het typische extraverte meisje dat als de standaard voor een leuk, goed persoon wordt gezien in de hedendaagse maatschappij. Blue is een introvert meisje, dat besloten heeft niet meer te praten. Maar zo was ze niet altijd.
Blues vader is om het leven gekomen. Hij was niet alleen haar vader, maar ook haar beste vriend. Híj begreep haar. Ernstig getraumatiseerd blijft ze achter bij haar moeder, die niets anders lijkt te kunnen dan schelden en tieren op haar dochter. Blue is als een vreemde voor haar. Ze lijkt het dan ook niet meer aan te kunnen. Het enige waardoor ze zich staande weet te houden is cocaïne. Het enige dat Blue staande houdt is een boek. Een heel bijzonder boek. Een boek over een regenboog, een magische wereld achter de regenboog. Maar als Blue de moordenaar van haar vader ziet lopen, is ze zelfs in haar eigen beschermde droomwereld niet veilig. Alle opgekropte woede zoekt een weg naar buiten, als een vulkaan die op springen staat. Wraak is wat haar gedachtewereld overneemt. Als ze vervolgens verliefd wordt, staat haar wereld op z'n kop, slaat haar innerlijk kompas op hol en wordt ze gevaarlijker dan ooit tevoren.
Achter de regenboog is een knap debuut. Het is een duister, modern sprookje waarbij De Winter de lezer eraan herinnert dat de wereld waarin we leven voor iedereen anders is. Blue ziet de wereld vanuit haar idealistische referentiekader, waarbij ze steunt vindt bij haar boek The Wizard of Oz. Ze lijkt háár verhaal en het verhaal van de hoofdpersoon uit het sprookje, Dorothy, niet uit elkaar te kunnen – te wíllen - halen. Niets liever wil zij dan de wrede wereld achter zich laten om naar het land achter de regenboog te gaan.
In de roman vertelt Blue haar verhaal aan haar psychiater. Praten doet ze nog altijd niet, wel wil ze haar kant van het verhaal kwijt. “Ik zal het u vertellen, dokter, het verhaal van een dertienjarig meisje dat een man ombracht. En ook nog een vrouw.” De afwisseling tussen de vertelling van het verleden en de direct tot de psychiater gerichte zinnen zorgt voor een spanning die gedurende het hele verhaal voelbaar is. De lezers wordt er immers steeds aan herinnerd dat twee personen zullen sterven.
Filmisch, met bijzonder mooie metaforen vertelt De Winter een verhaal dat even origineel, ingenieus, filosofisch als vermakelijk is. Wel lijken de gedachten van de hoofdpersoon, beschreven met dat rijke, volwassen taalgebruik, niet altijd bij een dertienjarig meisje te passen. Daarentegen is het een meisje dat lichamelijk dertien is, maar geestelijk overduidelijk ouder en wijzer. Die diepgaande overdenkingen in combinatie met voor die leeftijd typerende gedachten zetten het complex van het jonge meisje kracht bij, waardoor de vorm de inhoud versterkt.
Reageer op deze recensie