Lezersrecensie
Hoop schijnt door de melancholie van zijn poëtische taalgebruik
04 juli 2017
Soms is voorspelbaarheid geen negatieve verhaaleigenschap, maar zorgt die juist voor een realistischere setting met kansen voor een sterk verhaal. Als lezer maak je je bij De wezens geen zorgen om het verloop. Met het einde al bekend zoek je de waarde in details.
‘Realistisch’ is een gevaarlijk woord bij een boek als De wezens van Matt Haig. Technisch gezien is het science fiction, compleet met het clichématige bezoek van een alien aan planeet Aarde als uitgangspunt. Die komt van Vonnadorië, waar wiskunde is wat religie hier ooit is geweest en individualiteit niet bestaat binnen het collectief. De rede regeert en er is vrede en rust, want dood gaat men er niet en daardoor is er geen rede tot paniek en angst. De wiskundige mens Andrew Martin is al voor het boek begint dood en vervangen door een alien. Zijn missie is al het bewijs van Martins grote doorbraak te vernietigen. Maar de alien-zonder-naam is geconfronteerd met alle facetten van een menselijke wereld en ontwikkelt emoties. De missie vertraagt, want het dilemma vertroebelt zijn wiskundige objectiviteit.
In De wezens gebruikt Matt Haig heel kundig elementen uit de science fiction. Zo kundig zelfs dat je als lezer geen vervreemding van onze werkelijkheid voelt, maar juist een hernieuwde aantrekkingskracht. De buitenaardse, ‘redelijke’ blik van de verteller biedt een interessant perspectief op onze even sentimentele als selectief gevoelloze beschaving. Het eten van een ander dier is voor hem bijvoorbeeld onbegrijpelijk. Zo geven wij een stuk vlees al gauw een naam om maar niet te hoeven denken aan de oorsprong. Vanuit zijn ver gevorderde standpunt is dit laf. Terloops wordt ook de illusie van de vrije wil genoemd, de absurditeit van onze drang om dieren te temmen tot ‘huisdieren’ en het gebrek aan acceptatie van alle vormen van liefde, tenzij schadelijk. In deze roman verkent en bevraagt de auteur alles wat wij als vanzelfsprekend beschouwen, wat voor evenveel verbazing als hilariteit zorgt.
Ook in dit boek is de moraal dat liefde prioriteit nummer één moet zijn. Hoop schijnt door de melancholie van Matts poëtische taalgebruik. Het lijkt qua thematiek daarbij op zijn kinderboek De jongen met de naam Kerstmis en het bevat elementen van zijn non-fictieve werk Redenen om te blijven leven. Ook hier betovert hij met zijn prachtige woorden in een uitstekende vertaling, hoewel Haigs schrijfstijl duidelijk het beste uit de verf komt in de brontaal: Engels. Het boek bevat talloze post-it-passages die niet zouden misstaan op een tegeltje. Via vervreemding confronteert Haig de lezer met zijn overtuigingen en even soepel brengt hij je dichter bij zijn boodschap. Het is het boek dat, in zijn woorden, ‘een beeld probeert te geven van de vreemde en vaak beangstigende schoonheid van het menselijk leven.’ En daarin is het geslaagd.
(Deze recensie verscheen eerder op www.alexhoogendoorn.nl. Hiervoor heb ik een gratis recensie-exemplaar ontvangen van de uitgeverij.)
‘Realistisch’ is een gevaarlijk woord bij een boek als De wezens van Matt Haig. Technisch gezien is het science fiction, compleet met het clichématige bezoek van een alien aan planeet Aarde als uitgangspunt. Die komt van Vonnadorië, waar wiskunde is wat religie hier ooit is geweest en individualiteit niet bestaat binnen het collectief. De rede regeert en er is vrede en rust, want dood gaat men er niet en daardoor is er geen rede tot paniek en angst. De wiskundige mens Andrew Martin is al voor het boek begint dood en vervangen door een alien. Zijn missie is al het bewijs van Martins grote doorbraak te vernietigen. Maar de alien-zonder-naam is geconfronteerd met alle facetten van een menselijke wereld en ontwikkelt emoties. De missie vertraagt, want het dilemma vertroebelt zijn wiskundige objectiviteit.
In De wezens gebruikt Matt Haig heel kundig elementen uit de science fiction. Zo kundig zelfs dat je als lezer geen vervreemding van onze werkelijkheid voelt, maar juist een hernieuwde aantrekkingskracht. De buitenaardse, ‘redelijke’ blik van de verteller biedt een interessant perspectief op onze even sentimentele als selectief gevoelloze beschaving. Het eten van een ander dier is voor hem bijvoorbeeld onbegrijpelijk. Zo geven wij een stuk vlees al gauw een naam om maar niet te hoeven denken aan de oorsprong. Vanuit zijn ver gevorderde standpunt is dit laf. Terloops wordt ook de illusie van de vrije wil genoemd, de absurditeit van onze drang om dieren te temmen tot ‘huisdieren’ en het gebrek aan acceptatie van alle vormen van liefde, tenzij schadelijk. In deze roman verkent en bevraagt de auteur alles wat wij als vanzelfsprekend beschouwen, wat voor evenveel verbazing als hilariteit zorgt.
Ook in dit boek is de moraal dat liefde prioriteit nummer één moet zijn. Hoop schijnt door de melancholie van Matts poëtische taalgebruik. Het lijkt qua thematiek daarbij op zijn kinderboek De jongen met de naam Kerstmis en het bevat elementen van zijn non-fictieve werk Redenen om te blijven leven. Ook hier betovert hij met zijn prachtige woorden in een uitstekende vertaling, hoewel Haigs schrijfstijl duidelijk het beste uit de verf komt in de brontaal: Engels. Het boek bevat talloze post-it-passages die niet zouden misstaan op een tegeltje. Via vervreemding confronteert Haig de lezer met zijn overtuigingen en even soepel brengt hij je dichter bij zijn boodschap. Het is het boek dat, in zijn woorden, ‘een beeld probeert te geven van de vreemde en vaak beangstigende schoonheid van het menselijk leven.’ En daarin is het geslaagd.
(Deze recensie verscheen eerder op www.alexhoogendoorn.nl. Hiervoor heb ik een gratis recensie-exemplaar ontvangen van de uitgeverij.)
3
Reageer op deze recensie