Mysterie en spanning in een psychiatrisch verleden

K.R. Valgaeren neemt de lezer in Salve Mater mee naar het vooroorlogse 1937. Zoals we van hem gewend zijn, heeft ook dit verhaal een mystieke, paranormale ondertoon.

Rebecca en haar dochter Pearl wonen boven de boekwinkel die Rebecca runt in Londen. Ze hebben het niet breed en kunnen zich geen betere plek veroorloven. Wanneer familievriend Mr. Lonige haar een aanbod doet, kan ze niet weigeren: hij heeft twee appartementen gekocht in het nieuwbouwproject Salve Mater en biedt haar er een aan tegen een uitzonderlijk lage huurprijs. Wat ooit een psychiatrische instelling was, is nu omgebouwd tot luxeappartementen.

Maar zodra Rebecca en Pearl hun intrek nemen, beginnen de problemen. Op een stormachtige nacht verdwijnen ze en worden ze teruggevoerd naar het jaar 1937. Rebecca belandt opnieuw in Salve Mater, maar dit keer als verpleegkundige in de instelling. Van Pearl is geen spoor te bekennen, en Rebecca zet alles op alles om haar dochter terug te vinden. Ondertussen ontdekt ze hoe gruwelijk de patiënten behandeld worden en probeert ze de misstanden aan te kaarten. Wanneer ze bovendien verwikkeld raakt in een moordonderzoek binnen de kliniek, wordt het steeds gevaarlijker.

Salve Mater is het eerste deel van een tweeluik en het einde laat je als lezer achter met heel wat vragen. Het tweede deel vraagt om gelezen te worden! De combinatie van spanning, intrige en historische elementen maakt dit een meeslepende en beklemmende leeservaring. De beschrijving van de ‘behandelmethoden’ die men vroeger gebruikte om psychiatrische patiënten te genezen, is even fascinerend als schokkend. Een veelbelovend tweeluik.