Lezersrecensie
Verrassende nieuwe Berlijn-roman van Marjolijn Uitzinger
Gedwongen adopties
Het was Jörg Mettke, Oost-Duits correspondent van het weekblad Der Spiegel, die in 1975 voor het eerst schreef over ‘Zwangsadoptionen’ in de DDR. Zo begint het nawoord van Marjolijn Uitzingers nieuwste roman Verloren in Berlijn, een literaire thriller die onlangs op de longlist van de Gouden Strop terechtkwam.
De voormalige radio- en televisiejournaliste geeft in dit deel van het boek feitelijke informatie over de naar schatting 10.000 kinderen die slachtoffer zijn geworden van gedwongen adoptie waarbij de “kinderen een nieuwe start moesten maken en heropgevoed worden tot ordentelijke DDR-staatsburgers’. Ze legt uit dat het 16 jaar stil was rond dit onderwerp, totdat de Berlijnse politicus Markus Zimmermann, CDU-wethouder in het stadsdeel Mitte, in 1991 toevallig oude dossiers in de archiefkelder van zijn stadsdeelkantoor vond. Uit deze adoptiepapieren bleek “dat kinderen van politiek onbetrouwbare ouders weggehaald waren en ter adoptie waren aangeboden aan `systemtreue´ echtparen.”
Valentina Schröder was zo’n zgn. onbetrouwbare ouder. Met deze kapster uit Brandenburg aan de Havel maken we in het eerste hoofdstuk van de roman kennis. Marjolijn Uitzinger zet met de eerste drie zinnen van het verhaal al meteen een sterk beeld neer van de troosteloze omgeving waarin Valentina opgroeit. Haar eerste vriend heet Andreas. Deze stevig gebouwde badmeester werkt in het Volksbad am Marienberg. Dat was destijds de trots van Brandenburg. Net als in haar vorige roman weet de schrijfster dit soort feitjes gedoseerd in haar verhaal te verwerken. Dat is knap, want er zijn genoeg schrijvers die deze kunst niet beheersen en de lezers opzadelen met een overdosis aan historische gegevens. Dan haak je als lezer snel af. Hier dus niet. Integendeel. Net als haar vorige thriller De partijgenoot is ook dit boek een ware pageturner. Je leeft al snel mee met Valentina, het meisje dat zwanger raakt en in het ziekenhuis te horen krijgt dat haar kindje is overleden. Met een zinnetje als “Eigenlijk wist ze vanaf het eerste moment dat er iets niet klopte” blijf je nieuwsgierig naar wat komen gaat. In het verhaal duiken artsen en dokters op die we later weer tegenkomen. Het wordt met de bladzijde duidelijker dat er iets niet klopt en dat het kind wellicht niet is gestorven. Maar hoe wil je dat bewijzen? “Ons kind is dood. Daarmee moeten we leven”, zegt Valentina en sluit daarmee het eerste hoofdstuk af.
In het tweede hoofdstuk van de filmisch geschreven roman maken we kennis met de Nederlandse journaliste Sam. De oplettende lezer kent haar nog van Uitzingers debuutroman Een fatale primeur (2012). Destijds werd ze door haar baas naar Berlijn gestuurd en onderzocht ze het ongeluk van haar collega buitenlandjournalist Jur van Zeijl. Nu is het jaar 2009. Sam is in Berlijn blijven wonen. Als ze na een fietsongeluk in het ziekenhuis belandt, vertelt een kamergenote iets over de gedwongen adopties in de DDR. Zoals het een goed geschreven boek of filmscenario betaamt, ga je er als lezer nu echt even voor zitten. Gelukkig keert Uitzinger in het derde hoofdstuk terug naar het verhaal over Valentina en Andreas, want de lezer wil ook graag weten hoe het hen vergaat.
We lezen dat ze na de val van de Muur eigen wegen zijn gegaan. Ze wonen beiden in Berlijn. Andreas beheert een sportschool in Kreuzberg, Valentina heeft een eigen kapsalon in Friedrichshain. Chantal, haar voormalige baas uit de Oost-Duitse kapsalon, komt op bezoek en vertelt over een man die destijds wilde weten of Valentina de zwangerschap wel aankon en hoe haar werkhouding was. Valentina, die eerst niets van de Stasi-dossiers wilde weten, wordt nu toch nieuwsgierig. Bij de inzage van haar akte bibberen we met Valentina mee als ze in een notitie leest dat er sprake was van een `asociale houding conform artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht´.
De schrijfster legt direct uit wat dit beruchte artikel officieel inhield: “Wie weigerde te werken, wie zich prostitueerde, illegaal gokte of andere ondeugden bezat, werd als asociaal bestempeld en riskeerde een jarenlange gevangenisstraf of `toezicht´ op zijn of haar dagelijks leven, wat bijna even erg was. Het wetsartikel was ruim te interpreteren, zoals te doen gebruikelijk.”
18 april 2019 door Allard
Gouden strop nominatie voor Berlijn-roman van Marjolijn Uitzinger
Gedwongen adopties
Het was Jörg Mettke, Oost-Duits correspondent van het weekblad Der Spiegel, die in 1975 voor het eerst schreef over ‘Zwangsadoptionen’ in de DDR. Zo begint het nawoord van Marjolijn Uitzingers nieuwste roman Verloren in Berlijn, een literaire thriller die onlangs op de longlist van de Gouden Strop terechtkwam.
De voormalige radio- en televisiejournaliste geeft in dit deel van het boek feitelijke informatie over de naar schatting 10.000 kinderen die slachtoffer zijn geworden van gedwongen adoptie waarbij de “kinderen een nieuwe start moesten maken en heropgevoed worden tot ordentelijke DDR-staatsburgers’. Ze legt uit dat het 16 jaar stil was rond dit onderwerp, totdat de Berlijnse politicus Markus Zimmermann, CDU-wethouder in het stadsdeel Mitte, in 1991 toevallig oude dossiers in de archiefkelder van zijn stadsdeelkantoor vond. Uit deze adoptiepapieren bleek “dat kinderen van politiek onbetrouwbare ouders weggehaald waren en ter adoptie waren aangeboden aan `systemtreue´ echtparen.”
Valentina Schröder was zo’n zgn. onbetrouwbare ouder. Met deze kapster uit Brandenburg aan de Havel maken we in het eerste hoofdstuk van de roman kennis. Marjolijn Uitzinger zet met de eerste drie zinnen van het verhaal al meteen een sterk beeld neer van de troosteloze omgeving waarin Valentina opgroeit. Haar eerste vriend heet Andreas. Deze stevig gebouwde badmeester werkt in het Volksbad am Marienberg. Dat was destijds de trots van Brandenburg. Net als in haar vorige roman weet de schrijfster dit soort feitjes gedoseerd in haar verhaal te verwerken. Dat is knap, want er zijn genoeg schrijvers die deze kunst niet beheersen en de lezers opzadelen met een overdosis aan historische gegevens. Dan haak je als lezer snel af. Hier dus niet. Integendeel. Net als haar vorige thriller De partijgenoot is ook dit boek een ware pageturner. Je leeft al snel mee met Valentina, het meisje dat zwanger raakt en in het ziekenhuis te horen krijgt dat haar kindje is overleden. Met een zinnetje als “Eigenlijk wist ze vanaf het eerste moment dat er iets niet klopte” blijf je nieuwsgierig naar wat komen gaat. In het verhaal duiken artsen en dokters op die we later weer tegenkomen. Het wordt met de bladzijde duidelijker dat er iets niet klopt en dat het kind wellicht niet is gestorven. Maar hoe wil je dat bewijzen? “Ons kind is dood. Daarmee moeten we leven”, zegt Valentina en sluit daarmee het eerste hoofdstuk af.
In het tweede hoofdstuk van de filmisch geschreven roman maken we kennis met de Nederlandse journaliste Sam. De oplettende lezer kent haar nog van Uitzingers debuutroman Een fatale primeur (2012). Destijds werd ze door haar baas naar Berlijn gestuurd en onderzocht ze het ongeluk van haar collega buitenlandjournalist Jur van Zeijl. Nu is het jaar 2009. Sam is in Berlijn blijven wonen. Als ze na een fietsongeluk in het ziekenhuis belandt, vertelt een kamergenote iets over de gedwongen adopties in de DDR. Zoals het een goed geschreven boek of filmscenario betaamt, ga je er als lezer nu echt even voor zitten. Gelukkig keert Uitzinger in het derde hoofdstuk terug naar het verhaal over Valentina en Andreas, want de lezer wil ook graag weten hoe het hen vergaat.
Report this ad
We lezen dat ze na de val van de Muur eigen wegen zijn gegaan. Ze wonen beiden in Berlijn. Andreas beheert een sportschool in Kreuzberg, Valentina heeft een eigen kapsalon in Friedrichshain. Chantal, haar voormalige baas uit de Oost-Duitse kapsalon, komt op bezoek en vertelt over een man die destijds wilde weten of Valentina de zwangerschap wel aankon en hoe haar werkhouding was. Valentina, die eerst niets van de Stasi-dossiers wilde weten, wordt nu toch nieuwsgierig. Bij de inzage van haar akte bibberen we met Valentina mee als ze in een notitie leest dat er sprake was van een `asociale houding conform artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht´.
De schrijfster legt direct uit wat dit beruchte artikel officieel inhield: “Wie weigerde te werken, wie zich prostitueerde, illegaal gokte of andere ondeugden bezat, werd als asociaal bestempeld en riskeerde een jarenlange gevangenisstraf of `toezicht´ op zijn of haar dagelijks leven, wat bijna even erg was. Het wetsartikel was ruim te interpreteren, zoals te doen gebruikelijk.”
Marjolijn Uitzinger (Amsterdam, 1947) is journalist en voormalig radio- en televisiepresentator. Sinds 2006 woont ze in Berlijn. Bij De Geus verschenen Een fatale primeur, gevolgd door Citytrip Berlijn, De huisgenoot (shortlist Gouden Strop) en De partijgenoot (shortlist Diamanten Kogel).
Foto: Julia Nimke
De Stasi-dossiers maken duidelijk dat Valentina’s voormalige huidarts dr. Rohn een Stasi-informant was. Via internet ontdekt Valentina dat Rohn in de Vivantes-kliniek in Neukölln werkt. Ze zoekt haar op om verhaal te halen, want ze wil weten waar haar kind is gebleven. Na een heftige confrontatie meldt Rohn zich later toch nog bij Valentina en stelt voor om elkaar op zondagavond bij de Caprivibrug aan de Charlottenburger Ufer te ontmoeten. Dat is precies plek die in de proloog wordt opgevoerd. We weten dat er een vrouw naartoe liep, omdat ze daar met iemand had afgesproken: “Het is zo ver, dacht ze. Eindelijk. Nu zal ik het weten, na al die jaren.” Het is duidelijk dat de vrouw in de proloog weet wie de persoon is die op haar afkomt. Het is eveneens duidelijk dat deze vrouw om het leven wordt gebracht.
Het is nog veel te vroeg om conclusies te trekken. In het volgende hoofdstuk bezoekt Sam de kapsalon van Valentina. De redactie wil dat ze een DDR reportage met interviews schrijft. Ook Valentina wordt geïnterviewd. Sam informeert achteloos of ze toevallig iets weet over die gedwongen adopties. Valentina wordt meteen achterdochtig.
In hoofdstuk vijf wordt duidelijk dat de kapster Valentina dood aan de Charlottenburger Ufer is gevonden. We weten nu dus de onbekende vrouw uit de proloog de kapster was. De politie komt in actie. We maken kennis met Kriminalrat Frau Doktor Elisabeth Wagner, een bekend personage uit de boeken van Marjolijn Uitzinger. Ze trad eerder op in Citytrip Berlin, De huisgenoot en in De partijgenoot. Een heerlijk personage dat voor de nodige humor en een luchtige sfeer in het boek zorgt. Daar draagt ook de knappe en zorgvuldig gecomponeerde schrijfstijl toe bij. Hierdoor sla je de bladzijden nog sneller om. Recensent Hans Knegtmans roemde de schrijfster drie jaar geleden al in Het Parool om haar stilistische kwaliteiten. “Je bent zelfs bereid het begrip dat ze opbrengt voor de gestoorde hoofdpersoon door de vingers te zien. Zoals in de jaren tachtig van de vorige eeuw het publiek opgewekt meeleefde met Tom Ripley, de immorele antiheld uit de boeken van Patricia Highsmith.”
Florian von Bismark, de immorele antiheld uit haar laatste twee thrillers, komt niet in Verloren in Berlijn voor. Na de dood van Valentina gaat Sam op onderzoek uit. Als ze Andreas ontmoet, besluit ze samen met hem op zoek te gaan naar de moordenaar van Valentina én naar de personen die bij de gedwongen adoptie een rol speelden. Er volgen meerdere moorden en meerdere sporen naar mogelijke daders. De spanning stijgt en stijgt. Dat komt vooral door de toename van het aantal perspectiefwisselingen. Je zit als lezer op het puntje van je stoel. Niet voor niets noemde ik het boek eerder al een filmisch geschreven roman.
18 april 2019 door Allard
Gouden strop nominatie voor Berlijn-roman van Marjolijn Uitzinger
Gedwongen adopties
Het was Jörg Mettke, Oost-Duits correspondent van het weekblad Der Spiegel, die in 1975 voor het eerst schreef over ‘Zwangsadoptionen’ in de DDR. Zo begint het nawoord van Marjolijn Uitzingers nieuwste roman Verloren in Berlijn, een literaire thriller die onlangs op de longlist van de Gouden Strop terechtkwam.
De voormalige radio- en televisiejournaliste geeft in dit deel van het boek feitelijke informatie over de naar schatting 10.000 kinderen die slachtoffer zijn geworden van gedwongen adoptie waarbij de “kinderen een nieuwe start moesten maken en heropgevoed worden tot ordentelijke DDR-staatsburgers’. Ze legt uit dat het 16 jaar stil was rond dit onderwerp, totdat de Berlijnse politicus Markus Zimmermann, CDU-wethouder in het stadsdeel Mitte, in 1991 toevallig oude dossiers in de archiefkelder van zijn stadsdeelkantoor vond. Uit deze adoptiepapieren bleek “dat kinderen van politiek onbetrouwbare ouders weggehaald waren en ter adoptie waren aangeboden aan `systemtreue´ echtparen.”
Valentina Schröder was zo’n zgn. onbetrouwbare ouder. Met deze kapster uit Brandenburg aan de Havel maken we in het eerste hoofdstuk van de roman kennis. Marjolijn Uitzinger zet met de eerste drie zinnen van het verhaal al meteen een sterk beeld neer van de troosteloze omgeving waarin Valentina opgroeit. Haar eerste vriend heet Andreas. Deze stevig gebouwde badmeester werkt in het Volksbad am Marienberg. Dat was destijds de trots van Brandenburg. Net als in haar vorige roman weet de schrijfster dit soort feitjes gedoseerd in haar verhaal te verwerken. Dat is knap, want er zijn genoeg schrijvers die deze kunst niet beheersen en de lezers opzadelen met een overdosis aan historische gegevens. Dan haak je als lezer snel af. Hier dus niet. Integendeel. Net als haar vorige thriller De partijgenoot is ook dit boek een ware pageturner. Je leeft al snel mee met Valentina, het meisje dat zwanger raakt en in het ziekenhuis te horen krijgt dat haar kindje is overleden. Met een zinnetje als “Eigenlijk wist ze vanaf het eerste moment dat er iets niet klopte” blijf je nieuwsgierig naar wat komen gaat. In het verhaal duiken artsen en dokters op die we later weer tegenkomen. Het wordt met de bladzijde duidelijker dat er iets niet klopt en dat het kind wellicht niet is gestorven. Maar hoe wil je dat bewijzen? “Ons kind is dood. Daarmee moeten we leven”, zegt Valentina en sluit daarmee het eerste hoofdstuk af.
In het tweede hoofdstuk van de filmisch geschreven roman maken we kennis met de Nederlandse journaliste Sam. De oplettende lezer kent haar nog van Uitzingers debuutroman Een fatale primeur (2012). Destijds werd ze door haar baas naar Berlijn gestuurd en onderzocht ze het ongeluk van haar collega buitenlandjournalist Jur van Zeijl. Nu is het jaar 2009. Sam is in Berlijn blijven wonen. Als ze na een fietsongeluk in het ziekenhuis belandt, vertelt een kamergenote iets over de gedwongen adopties in de DDR. Zoals het een goed geschreven boek of filmscenario betaamt, ga je er als lezer nu echt even voor zitten. Gelukkig keert Uitzinger in het derde hoofdstuk terug naar het verhaal over Valentina en Andreas, want de lezer wil ook graag weten hoe het hen vergaat.
Report this ad
We lezen dat ze na de val van de Muur eigen wegen zijn gegaan. Ze wonen beiden in Berlijn. Andreas beheert een sportschool in Kreuzberg, Valentina heeft een eigen kapsalon in Friedrichshain. Chantal, haar voormalige baas uit de Oost-Duitse kapsalon, komt op bezoek en vertelt over een man die destijds wilde weten of Valentina de zwangerschap wel aankon en hoe haar werkhouding was. Valentina, die eerst niets van de Stasi-dossiers wilde weten, wordt nu toch nieuwsgierig. Bij de inzage van haar akte bibberen we met Valentina mee als ze in een notitie leest dat er sprake was van een `asociale houding conform artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht´.
De schrijfster legt direct uit wat dit beruchte artikel officieel inhield: “Wie weigerde te werken, wie zich prostitueerde, illegaal gokte of andere ondeugden bezat, werd als asociaal bestempeld en riskeerde een jarenlange gevangenisstraf of `toezicht´ op zijn of haar dagelijks leven, wat bijna even erg was. Het wetsartikel was ruim te interpreteren, zoals te doen gebruikelijk.”
Marjolijn Uitzinger (Amsterdam, 1947) is journalist en voormalig radio- en televisiepresentator. Sinds 2006 woont ze in Berlijn. Bij De Geus verschenen Een fatale primeur, gevolgd door Citytrip Berlijn, De huisgenoot (shortlist Gouden Strop) en De partijgenoot (shortlist Diamanten Kogel).
Foto: Julia Nimke
De Stasi-dossiers maken duidelijk dat Valentina’s voormalige huidarts dr. Rohn een Stasi-informant was. Via internet ontdekt Valentina dat Rohn in de Vivantes-kliniek in Neukölln werkt. Ze zoekt haar op om verhaal te halen, want ze wil weten waar haar kind is gebleven. Na een heftige confrontatie meldt Rohn zich later toch nog bij Valentina en stelt voor om elkaar op zondagavond bij de Caprivibrug aan de Charlottenburger Ufer te ontmoeten. Dat is precies plek die in de proloog wordt opgevoerd. We weten dat er een vrouw naartoe liep, omdat ze daar met iemand had afgesproken: “Het is zo ver, dacht ze. Eindelijk. Nu zal ik het weten, na al die jaren.” Het is duidelijk dat de vrouw in de proloog weet wie de persoon is die op haar afkomt. Het is eveneens duidelijk dat deze vrouw om het leven wordt gebracht.
Het is nog veel te vroeg om conclusies te trekken. In het volgende hoofdstuk bezoekt Sam de kapsalon van Valentina. De redactie wil dat ze een DDR reportage met interviews schrijft. Ook Valentina wordt geïnterviewd. Sam informeert achteloos of ze toevallig iets weet over die gedwongen adopties. Valentina wordt meteen achterdochtig.
In hoofdstuk vijf wordt duidelijk dat de kapster Valentina dood aan de Charlottenburger Ufer is gevonden. We weten nu dus de onbekende vrouw uit de proloog de kapster was. De politie komt in actie. We maken kennis met Kriminalrat Frau Doktor Elisabeth Wagner, een bekend personage uit de boeken van Marjolijn Uitzinger. Ze trad eerder op in Citytrip Berlin, De huisgenoot en in De partijgenoot. Een heerlijk personage dat voor de nodige humor en een luchtige sfeer in het boek zorgt. Daar draagt ook de knappe en zorgvuldig gecomponeerde schrijfstijl toe bij. Hierdoor sla je de bladzijden nog sneller om. Recensent Hans Knegtmans roemde de schrijfster drie jaar geleden al in Het Parool om haar stilistische kwaliteiten. “Je bent zelfs bereid het begrip dat ze opbrengt voor de gestoorde hoofdpersoon door de vingers te zien. Zoals in de jaren tachtig van de vorige eeuw het publiek opgewekt meeleefde met Tom Ripley, de immorele antiheld uit de boeken van Patricia Highsmith.”
Florian von Bismark, de immorele antiheld uit haar laatste twee thrillers, komt niet in Verloren in Berlijn voor. Na de dood van Valentina gaat Sam op onderzoek uit. Als ze Andreas ontmoet, besluit ze samen met hem op zoek te gaan naar de moordenaar van Valentina én naar de personen die bij de gedwongen adoptie een rol speelden. Er volgen meerdere moorden en meerdere sporen naar mogelijke daders. De spanning stijgt en stijgt. Dat komt vooral door de toename van het aantal perspectiefwisselingen. Je zit als lezer op het puntje van je stoel. Niet voor niets noemde ik het boek eerder al een filmisch geschreven roman.
Report this ad
Het zou me niet verbazen als een regisseur brood ziet in dit verhaal dat wemelt van de verrassende situaties en personages die Uitzinger met één of twee zinnen tot leven brengt. Bovendien ontbreekt de humor niet, zeker in de amoureuze verhaallijntjes waarin we meer te weten komen over het liefdesleven van zowel Frau Doktor Elisabeth Wagner alsook Sam Coorenvaar. Last but not least weet Marjolijn Uitzinger met dit bijzondere verhaal een onderwerp uit de Duitse geschiedenis op papier te zetten waarover je niet veel leest, maar dat nog altijd zeer actueel is.
Het was Jörg Mettke, Oost-Duits correspondent van het weekblad Der Spiegel, die in 1975 voor het eerst schreef over ‘Zwangsadoptionen’ in de DDR. Zo begint het nawoord van Marjolijn Uitzingers nieuwste roman Verloren in Berlijn, een literaire thriller die onlangs op de longlist van de Gouden Strop terechtkwam.
De voormalige radio- en televisiejournaliste geeft in dit deel van het boek feitelijke informatie over de naar schatting 10.000 kinderen die slachtoffer zijn geworden van gedwongen adoptie waarbij de “kinderen een nieuwe start moesten maken en heropgevoed worden tot ordentelijke DDR-staatsburgers’. Ze legt uit dat het 16 jaar stil was rond dit onderwerp, totdat de Berlijnse politicus Markus Zimmermann, CDU-wethouder in het stadsdeel Mitte, in 1991 toevallig oude dossiers in de archiefkelder van zijn stadsdeelkantoor vond. Uit deze adoptiepapieren bleek “dat kinderen van politiek onbetrouwbare ouders weggehaald waren en ter adoptie waren aangeboden aan `systemtreue´ echtparen.”
Valentina Schröder was zo’n zgn. onbetrouwbare ouder. Met deze kapster uit Brandenburg aan de Havel maken we in het eerste hoofdstuk van de roman kennis. Marjolijn Uitzinger zet met de eerste drie zinnen van het verhaal al meteen een sterk beeld neer van de troosteloze omgeving waarin Valentina opgroeit. Haar eerste vriend heet Andreas. Deze stevig gebouwde badmeester werkt in het Volksbad am Marienberg. Dat was destijds de trots van Brandenburg. Net als in haar vorige roman weet de schrijfster dit soort feitjes gedoseerd in haar verhaal te verwerken. Dat is knap, want er zijn genoeg schrijvers die deze kunst niet beheersen en de lezers opzadelen met een overdosis aan historische gegevens. Dan haak je als lezer snel af. Hier dus niet. Integendeel. Net als haar vorige thriller De partijgenoot is ook dit boek een ware pageturner. Je leeft al snel mee met Valentina, het meisje dat zwanger raakt en in het ziekenhuis te horen krijgt dat haar kindje is overleden. Met een zinnetje als “Eigenlijk wist ze vanaf het eerste moment dat er iets niet klopte” blijf je nieuwsgierig naar wat komen gaat. In het verhaal duiken artsen en dokters op die we later weer tegenkomen. Het wordt met de bladzijde duidelijker dat er iets niet klopt en dat het kind wellicht niet is gestorven. Maar hoe wil je dat bewijzen? “Ons kind is dood. Daarmee moeten we leven”, zegt Valentina en sluit daarmee het eerste hoofdstuk af.
In het tweede hoofdstuk van de filmisch geschreven roman maken we kennis met de Nederlandse journaliste Sam. De oplettende lezer kent haar nog van Uitzingers debuutroman Een fatale primeur (2012). Destijds werd ze door haar baas naar Berlijn gestuurd en onderzocht ze het ongeluk van haar collega buitenlandjournalist Jur van Zeijl. Nu is het jaar 2009. Sam is in Berlijn blijven wonen. Als ze na een fietsongeluk in het ziekenhuis belandt, vertelt een kamergenote iets over de gedwongen adopties in de DDR. Zoals het een goed geschreven boek of filmscenario betaamt, ga je er als lezer nu echt even voor zitten. Gelukkig keert Uitzinger in het derde hoofdstuk terug naar het verhaal over Valentina en Andreas, want de lezer wil ook graag weten hoe het hen vergaat.
We lezen dat ze na de val van de Muur eigen wegen zijn gegaan. Ze wonen beiden in Berlijn. Andreas beheert een sportschool in Kreuzberg, Valentina heeft een eigen kapsalon in Friedrichshain. Chantal, haar voormalige baas uit de Oost-Duitse kapsalon, komt op bezoek en vertelt over een man die destijds wilde weten of Valentina de zwangerschap wel aankon en hoe haar werkhouding was. Valentina, die eerst niets van de Stasi-dossiers wilde weten, wordt nu toch nieuwsgierig. Bij de inzage van haar akte bibberen we met Valentina mee als ze in een notitie leest dat er sprake was van een `asociale houding conform artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht´.
De schrijfster legt direct uit wat dit beruchte artikel officieel inhield: “Wie weigerde te werken, wie zich prostitueerde, illegaal gokte of andere ondeugden bezat, werd als asociaal bestempeld en riskeerde een jarenlange gevangenisstraf of `toezicht´ op zijn of haar dagelijks leven, wat bijna even erg was. Het wetsartikel was ruim te interpreteren, zoals te doen gebruikelijk.”
18 april 2019 door Allard
Gouden strop nominatie voor Berlijn-roman van Marjolijn Uitzinger
Gedwongen adopties
Het was Jörg Mettke, Oost-Duits correspondent van het weekblad Der Spiegel, die in 1975 voor het eerst schreef over ‘Zwangsadoptionen’ in de DDR. Zo begint het nawoord van Marjolijn Uitzingers nieuwste roman Verloren in Berlijn, een literaire thriller die onlangs op de longlist van de Gouden Strop terechtkwam.
De voormalige radio- en televisiejournaliste geeft in dit deel van het boek feitelijke informatie over de naar schatting 10.000 kinderen die slachtoffer zijn geworden van gedwongen adoptie waarbij de “kinderen een nieuwe start moesten maken en heropgevoed worden tot ordentelijke DDR-staatsburgers’. Ze legt uit dat het 16 jaar stil was rond dit onderwerp, totdat de Berlijnse politicus Markus Zimmermann, CDU-wethouder in het stadsdeel Mitte, in 1991 toevallig oude dossiers in de archiefkelder van zijn stadsdeelkantoor vond. Uit deze adoptiepapieren bleek “dat kinderen van politiek onbetrouwbare ouders weggehaald waren en ter adoptie waren aangeboden aan `systemtreue´ echtparen.”
Valentina Schröder was zo’n zgn. onbetrouwbare ouder. Met deze kapster uit Brandenburg aan de Havel maken we in het eerste hoofdstuk van de roman kennis. Marjolijn Uitzinger zet met de eerste drie zinnen van het verhaal al meteen een sterk beeld neer van de troosteloze omgeving waarin Valentina opgroeit. Haar eerste vriend heet Andreas. Deze stevig gebouwde badmeester werkt in het Volksbad am Marienberg. Dat was destijds de trots van Brandenburg. Net als in haar vorige roman weet de schrijfster dit soort feitjes gedoseerd in haar verhaal te verwerken. Dat is knap, want er zijn genoeg schrijvers die deze kunst niet beheersen en de lezers opzadelen met een overdosis aan historische gegevens. Dan haak je als lezer snel af. Hier dus niet. Integendeel. Net als haar vorige thriller De partijgenoot is ook dit boek een ware pageturner. Je leeft al snel mee met Valentina, het meisje dat zwanger raakt en in het ziekenhuis te horen krijgt dat haar kindje is overleden. Met een zinnetje als “Eigenlijk wist ze vanaf het eerste moment dat er iets niet klopte” blijf je nieuwsgierig naar wat komen gaat. In het verhaal duiken artsen en dokters op die we later weer tegenkomen. Het wordt met de bladzijde duidelijker dat er iets niet klopt en dat het kind wellicht niet is gestorven. Maar hoe wil je dat bewijzen? “Ons kind is dood. Daarmee moeten we leven”, zegt Valentina en sluit daarmee het eerste hoofdstuk af.
In het tweede hoofdstuk van de filmisch geschreven roman maken we kennis met de Nederlandse journaliste Sam. De oplettende lezer kent haar nog van Uitzingers debuutroman Een fatale primeur (2012). Destijds werd ze door haar baas naar Berlijn gestuurd en onderzocht ze het ongeluk van haar collega buitenlandjournalist Jur van Zeijl. Nu is het jaar 2009. Sam is in Berlijn blijven wonen. Als ze na een fietsongeluk in het ziekenhuis belandt, vertelt een kamergenote iets over de gedwongen adopties in de DDR. Zoals het een goed geschreven boek of filmscenario betaamt, ga je er als lezer nu echt even voor zitten. Gelukkig keert Uitzinger in het derde hoofdstuk terug naar het verhaal over Valentina en Andreas, want de lezer wil ook graag weten hoe het hen vergaat.
Report this ad
We lezen dat ze na de val van de Muur eigen wegen zijn gegaan. Ze wonen beiden in Berlijn. Andreas beheert een sportschool in Kreuzberg, Valentina heeft een eigen kapsalon in Friedrichshain. Chantal, haar voormalige baas uit de Oost-Duitse kapsalon, komt op bezoek en vertelt over een man die destijds wilde weten of Valentina de zwangerschap wel aankon en hoe haar werkhouding was. Valentina, die eerst niets van de Stasi-dossiers wilde weten, wordt nu toch nieuwsgierig. Bij de inzage van haar akte bibberen we met Valentina mee als ze in een notitie leest dat er sprake was van een `asociale houding conform artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht´.
De schrijfster legt direct uit wat dit beruchte artikel officieel inhield: “Wie weigerde te werken, wie zich prostitueerde, illegaal gokte of andere ondeugden bezat, werd als asociaal bestempeld en riskeerde een jarenlange gevangenisstraf of `toezicht´ op zijn of haar dagelijks leven, wat bijna even erg was. Het wetsartikel was ruim te interpreteren, zoals te doen gebruikelijk.”
Marjolijn Uitzinger (Amsterdam, 1947) is journalist en voormalig radio- en televisiepresentator. Sinds 2006 woont ze in Berlijn. Bij De Geus verschenen Een fatale primeur, gevolgd door Citytrip Berlijn, De huisgenoot (shortlist Gouden Strop) en De partijgenoot (shortlist Diamanten Kogel).
Foto: Julia Nimke
De Stasi-dossiers maken duidelijk dat Valentina’s voormalige huidarts dr. Rohn een Stasi-informant was. Via internet ontdekt Valentina dat Rohn in de Vivantes-kliniek in Neukölln werkt. Ze zoekt haar op om verhaal te halen, want ze wil weten waar haar kind is gebleven. Na een heftige confrontatie meldt Rohn zich later toch nog bij Valentina en stelt voor om elkaar op zondagavond bij de Caprivibrug aan de Charlottenburger Ufer te ontmoeten. Dat is precies plek die in de proloog wordt opgevoerd. We weten dat er een vrouw naartoe liep, omdat ze daar met iemand had afgesproken: “Het is zo ver, dacht ze. Eindelijk. Nu zal ik het weten, na al die jaren.” Het is duidelijk dat de vrouw in de proloog weet wie de persoon is die op haar afkomt. Het is eveneens duidelijk dat deze vrouw om het leven wordt gebracht.
Het is nog veel te vroeg om conclusies te trekken. In het volgende hoofdstuk bezoekt Sam de kapsalon van Valentina. De redactie wil dat ze een DDR reportage met interviews schrijft. Ook Valentina wordt geïnterviewd. Sam informeert achteloos of ze toevallig iets weet over die gedwongen adopties. Valentina wordt meteen achterdochtig.
In hoofdstuk vijf wordt duidelijk dat de kapster Valentina dood aan de Charlottenburger Ufer is gevonden. We weten nu dus de onbekende vrouw uit de proloog de kapster was. De politie komt in actie. We maken kennis met Kriminalrat Frau Doktor Elisabeth Wagner, een bekend personage uit de boeken van Marjolijn Uitzinger. Ze trad eerder op in Citytrip Berlin, De huisgenoot en in De partijgenoot. Een heerlijk personage dat voor de nodige humor en een luchtige sfeer in het boek zorgt. Daar draagt ook de knappe en zorgvuldig gecomponeerde schrijfstijl toe bij. Hierdoor sla je de bladzijden nog sneller om. Recensent Hans Knegtmans roemde de schrijfster drie jaar geleden al in Het Parool om haar stilistische kwaliteiten. “Je bent zelfs bereid het begrip dat ze opbrengt voor de gestoorde hoofdpersoon door de vingers te zien. Zoals in de jaren tachtig van de vorige eeuw het publiek opgewekt meeleefde met Tom Ripley, de immorele antiheld uit de boeken van Patricia Highsmith.”
Florian von Bismark, de immorele antiheld uit haar laatste twee thrillers, komt niet in Verloren in Berlijn voor. Na de dood van Valentina gaat Sam op onderzoek uit. Als ze Andreas ontmoet, besluit ze samen met hem op zoek te gaan naar de moordenaar van Valentina én naar de personen die bij de gedwongen adoptie een rol speelden. Er volgen meerdere moorden en meerdere sporen naar mogelijke daders. De spanning stijgt en stijgt. Dat komt vooral door de toename van het aantal perspectiefwisselingen. Je zit als lezer op het puntje van je stoel. Niet voor niets noemde ik het boek eerder al een filmisch geschreven roman.
18 april 2019 door Allard
Gouden strop nominatie voor Berlijn-roman van Marjolijn Uitzinger
Gedwongen adopties
Het was Jörg Mettke, Oost-Duits correspondent van het weekblad Der Spiegel, die in 1975 voor het eerst schreef over ‘Zwangsadoptionen’ in de DDR. Zo begint het nawoord van Marjolijn Uitzingers nieuwste roman Verloren in Berlijn, een literaire thriller die onlangs op de longlist van de Gouden Strop terechtkwam.
De voormalige radio- en televisiejournaliste geeft in dit deel van het boek feitelijke informatie over de naar schatting 10.000 kinderen die slachtoffer zijn geworden van gedwongen adoptie waarbij de “kinderen een nieuwe start moesten maken en heropgevoed worden tot ordentelijke DDR-staatsburgers’. Ze legt uit dat het 16 jaar stil was rond dit onderwerp, totdat de Berlijnse politicus Markus Zimmermann, CDU-wethouder in het stadsdeel Mitte, in 1991 toevallig oude dossiers in de archiefkelder van zijn stadsdeelkantoor vond. Uit deze adoptiepapieren bleek “dat kinderen van politiek onbetrouwbare ouders weggehaald waren en ter adoptie waren aangeboden aan `systemtreue´ echtparen.”
Valentina Schröder was zo’n zgn. onbetrouwbare ouder. Met deze kapster uit Brandenburg aan de Havel maken we in het eerste hoofdstuk van de roman kennis. Marjolijn Uitzinger zet met de eerste drie zinnen van het verhaal al meteen een sterk beeld neer van de troosteloze omgeving waarin Valentina opgroeit. Haar eerste vriend heet Andreas. Deze stevig gebouwde badmeester werkt in het Volksbad am Marienberg. Dat was destijds de trots van Brandenburg. Net als in haar vorige roman weet de schrijfster dit soort feitjes gedoseerd in haar verhaal te verwerken. Dat is knap, want er zijn genoeg schrijvers die deze kunst niet beheersen en de lezers opzadelen met een overdosis aan historische gegevens. Dan haak je als lezer snel af. Hier dus niet. Integendeel. Net als haar vorige thriller De partijgenoot is ook dit boek een ware pageturner. Je leeft al snel mee met Valentina, het meisje dat zwanger raakt en in het ziekenhuis te horen krijgt dat haar kindje is overleden. Met een zinnetje als “Eigenlijk wist ze vanaf het eerste moment dat er iets niet klopte” blijf je nieuwsgierig naar wat komen gaat. In het verhaal duiken artsen en dokters op die we later weer tegenkomen. Het wordt met de bladzijde duidelijker dat er iets niet klopt en dat het kind wellicht niet is gestorven. Maar hoe wil je dat bewijzen? “Ons kind is dood. Daarmee moeten we leven”, zegt Valentina en sluit daarmee het eerste hoofdstuk af.
In het tweede hoofdstuk van de filmisch geschreven roman maken we kennis met de Nederlandse journaliste Sam. De oplettende lezer kent haar nog van Uitzingers debuutroman Een fatale primeur (2012). Destijds werd ze door haar baas naar Berlijn gestuurd en onderzocht ze het ongeluk van haar collega buitenlandjournalist Jur van Zeijl. Nu is het jaar 2009. Sam is in Berlijn blijven wonen. Als ze na een fietsongeluk in het ziekenhuis belandt, vertelt een kamergenote iets over de gedwongen adopties in de DDR. Zoals het een goed geschreven boek of filmscenario betaamt, ga je er als lezer nu echt even voor zitten. Gelukkig keert Uitzinger in het derde hoofdstuk terug naar het verhaal over Valentina en Andreas, want de lezer wil ook graag weten hoe het hen vergaat.
Report this ad
We lezen dat ze na de val van de Muur eigen wegen zijn gegaan. Ze wonen beiden in Berlijn. Andreas beheert een sportschool in Kreuzberg, Valentina heeft een eigen kapsalon in Friedrichshain. Chantal, haar voormalige baas uit de Oost-Duitse kapsalon, komt op bezoek en vertelt over een man die destijds wilde weten of Valentina de zwangerschap wel aankon en hoe haar werkhouding was. Valentina, die eerst niets van de Stasi-dossiers wilde weten, wordt nu toch nieuwsgierig. Bij de inzage van haar akte bibberen we met Valentina mee als ze in een notitie leest dat er sprake was van een `asociale houding conform artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht´.
De schrijfster legt direct uit wat dit beruchte artikel officieel inhield: “Wie weigerde te werken, wie zich prostitueerde, illegaal gokte of andere ondeugden bezat, werd als asociaal bestempeld en riskeerde een jarenlange gevangenisstraf of `toezicht´ op zijn of haar dagelijks leven, wat bijna even erg was. Het wetsartikel was ruim te interpreteren, zoals te doen gebruikelijk.”
Marjolijn Uitzinger (Amsterdam, 1947) is journalist en voormalig radio- en televisiepresentator. Sinds 2006 woont ze in Berlijn. Bij De Geus verschenen Een fatale primeur, gevolgd door Citytrip Berlijn, De huisgenoot (shortlist Gouden Strop) en De partijgenoot (shortlist Diamanten Kogel).
Foto: Julia Nimke
De Stasi-dossiers maken duidelijk dat Valentina’s voormalige huidarts dr. Rohn een Stasi-informant was. Via internet ontdekt Valentina dat Rohn in de Vivantes-kliniek in Neukölln werkt. Ze zoekt haar op om verhaal te halen, want ze wil weten waar haar kind is gebleven. Na een heftige confrontatie meldt Rohn zich later toch nog bij Valentina en stelt voor om elkaar op zondagavond bij de Caprivibrug aan de Charlottenburger Ufer te ontmoeten. Dat is precies plek die in de proloog wordt opgevoerd. We weten dat er een vrouw naartoe liep, omdat ze daar met iemand had afgesproken: “Het is zo ver, dacht ze. Eindelijk. Nu zal ik het weten, na al die jaren.” Het is duidelijk dat de vrouw in de proloog weet wie de persoon is die op haar afkomt. Het is eveneens duidelijk dat deze vrouw om het leven wordt gebracht.
Het is nog veel te vroeg om conclusies te trekken. In het volgende hoofdstuk bezoekt Sam de kapsalon van Valentina. De redactie wil dat ze een DDR reportage met interviews schrijft. Ook Valentina wordt geïnterviewd. Sam informeert achteloos of ze toevallig iets weet over die gedwongen adopties. Valentina wordt meteen achterdochtig.
In hoofdstuk vijf wordt duidelijk dat de kapster Valentina dood aan de Charlottenburger Ufer is gevonden. We weten nu dus de onbekende vrouw uit de proloog de kapster was. De politie komt in actie. We maken kennis met Kriminalrat Frau Doktor Elisabeth Wagner, een bekend personage uit de boeken van Marjolijn Uitzinger. Ze trad eerder op in Citytrip Berlin, De huisgenoot en in De partijgenoot. Een heerlijk personage dat voor de nodige humor en een luchtige sfeer in het boek zorgt. Daar draagt ook de knappe en zorgvuldig gecomponeerde schrijfstijl toe bij. Hierdoor sla je de bladzijden nog sneller om. Recensent Hans Knegtmans roemde de schrijfster drie jaar geleden al in Het Parool om haar stilistische kwaliteiten. “Je bent zelfs bereid het begrip dat ze opbrengt voor de gestoorde hoofdpersoon door de vingers te zien. Zoals in de jaren tachtig van de vorige eeuw het publiek opgewekt meeleefde met Tom Ripley, de immorele antiheld uit de boeken van Patricia Highsmith.”
Florian von Bismark, de immorele antiheld uit haar laatste twee thrillers, komt niet in Verloren in Berlijn voor. Na de dood van Valentina gaat Sam op onderzoek uit. Als ze Andreas ontmoet, besluit ze samen met hem op zoek te gaan naar de moordenaar van Valentina én naar de personen die bij de gedwongen adoptie een rol speelden. Er volgen meerdere moorden en meerdere sporen naar mogelijke daders. De spanning stijgt en stijgt. Dat komt vooral door de toename van het aantal perspectiefwisselingen. Je zit als lezer op het puntje van je stoel. Niet voor niets noemde ik het boek eerder al een filmisch geschreven roman.
Report this ad
Het zou me niet verbazen als een regisseur brood ziet in dit verhaal dat wemelt van de verrassende situaties en personages die Uitzinger met één of twee zinnen tot leven brengt. Bovendien ontbreekt de humor niet, zeker in de amoureuze verhaallijntjes waarin we meer te weten komen over het liefdesleven van zowel Frau Doktor Elisabeth Wagner alsook Sam Coorenvaar. Last but not least weet Marjolijn Uitzinger met dit bijzondere verhaal een onderwerp uit de Duitse geschiedenis op papier te zetten waarover je niet veel leest, maar dat nog altijd zeer actueel is.
1
Reageer op deze recensie