Lezersrecensie
Prima verhaal over een familiedrama in een duistere periode
Niet de wet is bepalend maar de overtuiging!
Joseph Goebbels spreekt de hoogste Duitse rechters in 1942 in München toe dat zij niet uit moeten gaan van de wet, maar van de uitbanning uit de volksgemeenschap van de wetsovertreder. Het doel van de rechtspraak is niet primair vergelding of eventueel verbetering, maar behoud van de staat.
Dit verklaart de titel van het boek: “Deze man moet weg!” van Frances Sanders.
Het boek begint met de onthoofding van de hoofdpersoon Jacob Dirkmaat op 2 juni 1943 in de rechtbank van het Landgericht Wien met de naam “het Grauwe Huis”.
De schrijfster, is een kleindochter van Jacob Dirkmaat en was totaal niet op de hoogte van de geschiedenis van haar opa. Daar werd thuis niet over gesproken.
Of dit was vanwege schaamte, wrevel en verdriet? Het werd verdrongen als een treurige geschiedenis.
Dat haar moeder werd gekweld door depressiviteit en behandeld werd in een kliniek door Prof. Bastiaanse had “iets met vroeger” te maken. Ook de familie was over het onderwerp niet open. Pas in 2018, na het overlijden van haar ouders en ooms en tantes van moederskant, kwam het onderwerp tijdens een familiereünie ter sprake.
Uit de 40 brieven vanuit de nalatenschap komt er ineens informatie boven tafel wat Frances als toneelregisseur doet besluiten hierover in 2019 een voorstelling van te maken. Dit vereist meer research wat zij kritisch, objectief en systematisch aanpakt.
Dat begint met een bezoek aan Wenen waarbij alle plekken en personen vanuit de brieven worden bezocht en gezocht.
De reden van de onthoofding is dat haar opa werd beschuldigd van een economisch oorlogsdelict. Ein Kriegswirtschaftliches Verbrechen und Handel mit Juden.
In het eerste deel van het boek beschrijft zij op een heldere en invoelbare manier de levensgeschiedenis van Jacob in zijn geboorteplaats Broek op Langendijk.
Als eerste van de 8 kinderen (geboren 9 oktober 1881) van een groente- en fruithandelaar/veilingmeester/schipper was hij slimme en ondernemende jongen. Na het zevende leerjaar moest hij van zijn vader gaan werken bij de boeren. Hij trouwde in 1905 met Aaltje Wagenaar. Zij kregen 4 kinderen.
Zijn jongere/tweede broer Willem (zeer succesvol als architect) wordt door zijn vader na diens overlijden aangewezen als diens opvolger en tevens voogd over zijn jongere broers.
Hierdoor voelt Jacob zich zo teleurgesteld wat invloed heeft op zijn zelfverzekerdheid.
Als het hem zakelijk ook nog slecht gaat en zijn vrouw Aaltje overlijdt, verhuist hij uiteindelijk met zijn gezin naar Amsterdam. Daar begint hij in de Pijp een groente en fruit handelszaak. Ook in deze periode heeft hij geen geluk met zijn zaken.
Gezien de tijdspanne met o.a. de beurskrach houdt hij zich amper staande maar gaat het steeds slechter. Na een ongeval waaraan hij een mank been overhoudt raakt Jacob werkeloos en treft hij een grote schuld bij zijn moeder. Na haar overlijden wordt de erfenisuitbetaling uitgesteld wegens de slechte woningmarkt.
Toevallig treft Jacob op het Centraal Station een oude kennis uit Wenen die hem overhaalt om naar Wenen te komen om een im- en export handel in groenten en aardappelen te beginnen. Hier begint dan zijn Weense tijd waarin de politieke sfeer van het opkomend nazisme heel sterk voelbaar is voor zowel het dagelijks leven als de werkgelegenheid.
Met zijn hospita, Mimi Wiesnar, ontstaat een goede verhouding, wat blijkt uit de vele brieven welke naar de familie in Nederland worden gestuurd. Echter de familie weet dit niet op juiste waarde te schatten gezien hun gereformeerde achtergrond.
Het tweede deel van het boek beschrijft het ontstaan en verloop van Jacobs werkzaamheden met mensen, die wel en niet betrouwbaar blijken te zijn.
Vanwege de regelgeving in het nieuwe Duitsland en de moeilijkheden met het opzetten van een deugdelijke investering in een textielindustrie met schimmige figuren betreedt Jacob met zijn partners een weg welke in Nazi Duitsland moeilijkheden oproept.
Uiteindelijk lijkt het na heel veel moeite dat het financiële gewin zichtbaar wordt, maar dat wordt tenietgedaan door onderzoeken van de Reichs Revisor Relofs.
Uiteindelijk blijkt dat het onderzoek zal leiden tot een rechtszaak, welke om redenen van niet juridische aard, maar “Barbertje zal hangen” eindigt in een veroordeling tot de dood.
Als Hollander in het buitenland in oorlogstijd met niet betrouwbare personen om je heen is het onmogelijk dit gevecht aan te gaan. Jacob wordt van alle kanten belaagd en krijgt alleen nog steun van zijn geliefde Mimi/Alma/Maria Wiesnar en wat Joodse vrienden.
De juridische steun van twijfelachtige vrienden kosten Jacob alleen maar geld.
Bijna wordt op het laatst nog een opening gevonden om het proces te vervolgen in Leipzig, maar het Sondergericht in Wenen houdt dit tegen en Jacob wordt gedood op de guillotine. Hij wordt dankzij Mimi niet aan het anatomisch instituut geleverd, wat gebruikelijk is met de stoffelijke resten van de ter dood veroordeelden om vervolgens op sterk water te worden gezet. Nee Mimi heeft gezorgd voor een vrijgave van het lichaam van Jacob om te begraven op het Zentralfriedhof.
Het gehele onderzoek naar de feitelijkheden hebben Frances en haar man Peter gedegen gedaan om dit vervolgens in een prima geschreven verhaal bekend te maken.
Het geeft een duidelijk beeld van de sfeer in die donkere periode wat ontroerd en informeert.
André Hoekstra, 7 april 2024
Joseph Goebbels spreekt de hoogste Duitse rechters in 1942 in München toe dat zij niet uit moeten gaan van de wet, maar van de uitbanning uit de volksgemeenschap van de wetsovertreder. Het doel van de rechtspraak is niet primair vergelding of eventueel verbetering, maar behoud van de staat.
Dit verklaart de titel van het boek: “Deze man moet weg!” van Frances Sanders.
Het boek begint met de onthoofding van de hoofdpersoon Jacob Dirkmaat op 2 juni 1943 in de rechtbank van het Landgericht Wien met de naam “het Grauwe Huis”.
De schrijfster, is een kleindochter van Jacob Dirkmaat en was totaal niet op de hoogte van de geschiedenis van haar opa. Daar werd thuis niet over gesproken.
Of dit was vanwege schaamte, wrevel en verdriet? Het werd verdrongen als een treurige geschiedenis.
Dat haar moeder werd gekweld door depressiviteit en behandeld werd in een kliniek door Prof. Bastiaanse had “iets met vroeger” te maken. Ook de familie was over het onderwerp niet open. Pas in 2018, na het overlijden van haar ouders en ooms en tantes van moederskant, kwam het onderwerp tijdens een familiereünie ter sprake.
Uit de 40 brieven vanuit de nalatenschap komt er ineens informatie boven tafel wat Frances als toneelregisseur doet besluiten hierover in 2019 een voorstelling van te maken. Dit vereist meer research wat zij kritisch, objectief en systematisch aanpakt.
Dat begint met een bezoek aan Wenen waarbij alle plekken en personen vanuit de brieven worden bezocht en gezocht.
De reden van de onthoofding is dat haar opa werd beschuldigd van een economisch oorlogsdelict. Ein Kriegswirtschaftliches Verbrechen und Handel mit Juden.
In het eerste deel van het boek beschrijft zij op een heldere en invoelbare manier de levensgeschiedenis van Jacob in zijn geboorteplaats Broek op Langendijk.
Als eerste van de 8 kinderen (geboren 9 oktober 1881) van een groente- en fruithandelaar/veilingmeester/schipper was hij slimme en ondernemende jongen. Na het zevende leerjaar moest hij van zijn vader gaan werken bij de boeren. Hij trouwde in 1905 met Aaltje Wagenaar. Zij kregen 4 kinderen.
Zijn jongere/tweede broer Willem (zeer succesvol als architect) wordt door zijn vader na diens overlijden aangewezen als diens opvolger en tevens voogd over zijn jongere broers.
Hierdoor voelt Jacob zich zo teleurgesteld wat invloed heeft op zijn zelfverzekerdheid.
Als het hem zakelijk ook nog slecht gaat en zijn vrouw Aaltje overlijdt, verhuist hij uiteindelijk met zijn gezin naar Amsterdam. Daar begint hij in de Pijp een groente en fruit handelszaak. Ook in deze periode heeft hij geen geluk met zijn zaken.
Gezien de tijdspanne met o.a. de beurskrach houdt hij zich amper staande maar gaat het steeds slechter. Na een ongeval waaraan hij een mank been overhoudt raakt Jacob werkeloos en treft hij een grote schuld bij zijn moeder. Na haar overlijden wordt de erfenisuitbetaling uitgesteld wegens de slechte woningmarkt.
Toevallig treft Jacob op het Centraal Station een oude kennis uit Wenen die hem overhaalt om naar Wenen te komen om een im- en export handel in groenten en aardappelen te beginnen. Hier begint dan zijn Weense tijd waarin de politieke sfeer van het opkomend nazisme heel sterk voelbaar is voor zowel het dagelijks leven als de werkgelegenheid.
Met zijn hospita, Mimi Wiesnar, ontstaat een goede verhouding, wat blijkt uit de vele brieven welke naar de familie in Nederland worden gestuurd. Echter de familie weet dit niet op juiste waarde te schatten gezien hun gereformeerde achtergrond.
Het tweede deel van het boek beschrijft het ontstaan en verloop van Jacobs werkzaamheden met mensen, die wel en niet betrouwbaar blijken te zijn.
Vanwege de regelgeving in het nieuwe Duitsland en de moeilijkheden met het opzetten van een deugdelijke investering in een textielindustrie met schimmige figuren betreedt Jacob met zijn partners een weg welke in Nazi Duitsland moeilijkheden oproept.
Uiteindelijk lijkt het na heel veel moeite dat het financiële gewin zichtbaar wordt, maar dat wordt tenietgedaan door onderzoeken van de Reichs Revisor Relofs.
Uiteindelijk blijkt dat het onderzoek zal leiden tot een rechtszaak, welke om redenen van niet juridische aard, maar “Barbertje zal hangen” eindigt in een veroordeling tot de dood.
Als Hollander in het buitenland in oorlogstijd met niet betrouwbare personen om je heen is het onmogelijk dit gevecht aan te gaan. Jacob wordt van alle kanten belaagd en krijgt alleen nog steun van zijn geliefde Mimi/Alma/Maria Wiesnar en wat Joodse vrienden.
De juridische steun van twijfelachtige vrienden kosten Jacob alleen maar geld.
Bijna wordt op het laatst nog een opening gevonden om het proces te vervolgen in Leipzig, maar het Sondergericht in Wenen houdt dit tegen en Jacob wordt gedood op de guillotine. Hij wordt dankzij Mimi niet aan het anatomisch instituut geleverd, wat gebruikelijk is met de stoffelijke resten van de ter dood veroordeelden om vervolgens op sterk water te worden gezet. Nee Mimi heeft gezorgd voor een vrijgave van het lichaam van Jacob om te begraven op het Zentralfriedhof.
Het gehele onderzoek naar de feitelijkheden hebben Frances en haar man Peter gedegen gedaan om dit vervolgens in een prima geschreven verhaal bekend te maken.
Het geeft een duidelijk beeld van de sfeer in die donkere periode wat ontroerd en informeert.
André Hoekstra, 7 april 2024
2
Reageer op deze recensie