Insecten interessant? Met kennis erover wel zeker!!!

Insecten interessant? Met enige kennis erover wel zeker!

Wat is er nou leuk aan insecten? Ze zijn irritant en steken. Je hele huis is voorzien van horren en je beschikt over een elektrische muggenmepper.
Buitenshuis probeer je je zo goed als mogelijk is te beschermen tegen muggen en ander ongedierte. En o wee als je op een plek beland waar daar veel van aanwezig zijn!!!
Ja vlinders en libellen zijn mooi, net als het krinkelende winkelende waterding met het zwarte kabotseken aan (de schaatsenrijder), maar die steken dan ook niet.
Wij hebben als mens onszelf een pletreflex aangeleerd om hiermee om te gaan.

Aglaia Bouma probeert met haar kennis en ervaring ons zoveel mogelijk dit reflex af te leren.
In “Huisgenoten, insecten in en om je eigen huis” geeft zij in zes hoofdstukken van de stadia, waarin de insecten leven, op een duidelijke en lezenswaardige manier de lezer de gelegenheid om hierover meer te weten.
Dat zij als entomoloog (insectendeskundige), verbonden aan Naturalis Biodiversity Center te Leiden, ook het boek “insectenrijk “ (2020) heeft geschreven toont dat zij met de vele onderzoeken, lezingen en publicaties deze kennis leuk en helder weet over te brengen.

De hele wereld van insecten is zoveel groter als wat we hier in Nederland ervaren en weten. Toch blijkt dat insecten een wezenlijke rol spelen in de hele biodiversiteit waarbij de natuur alleen maar baat heeft dat wij als mensen deze niet “zomaar verstoren” met die pletreflex.

Zo wordt onder meer duidelijk dat er in Nederland slechts 20 000 soorten van insecten zijn van de minstens een miljoen in de wereld. De meeste daarvan vallen ons niet op en hebben wij daar dan ook geen last of schade van. De kennis hiervan en de wijze hoe deze insecten leven maken het na lezing wellicht mogelijk dat onze aversie tegen insecten omslaat in verwondering.

Probeer, net als ik, je niet te veel te laten leiden door de vele Latijnse namen. De Hollandse namen zijn daarentegen soms vermakelijk. De techniek van de lichaamsbouw en de wijze van bewegen wordt uitermate verhelderend geschreven, waardoor je als minder biologisch bent aangelegd toch respectvol naar dit “onbekende” leven en bewegen gaat kijken.
Misvattingen dat de teek niet een insect is maar tot de spinachtigen behoort is mij nu helder.

Dat de insecten zeer nuttig zijn voor onze biodiversiteit blijkt ook uit het feit dat insecten dode kadavers (van bv. muizen) opeten. Het achter een plint verborgen muizenkadaver wat eerst nog te ruiken was, bleek naderhand bij het niet kunnen vinden ervan, opgegeten te zijn en verdwenen. De stank was ook snel verdwenen.

De vele onderzoeken welke in achtertuinen met bewoners werden gedaan leverde veel kennis op waardoor de bewoners meer begrip kregen van de noodzaak van deze insecten.
Ook wordt duidelijk dat het hebben van een ordentelijk en gecultiveerde tuin voor insecten niet ideaal is. Onder tegels en in heesters/struiken leven aanzienlijk veel insecten.
Om deze habitat voor insecten te respecteren verdient het aanbeveling om niet te vaak te snoeien/maaien en vegen.

Het feit dat er de laatste jaren meer insecten te zien zijn die we anders meer in het Zuiden aantreffen heeft als oorzaak de klimaatverandering. Dit geldt ook voor vogels en planten.
Laten we ons niet daardoor wijsmaken dat de natuur er zo gunstig uitziet als het lijkt.

In dezelfde week dat ik dit boek las ontving ik als prijs uit de Nationale Postcode Loterij het boekje “Vlinders en andere insecten in Nederland”. Heel toevallig en uiterst nuttig om de door Aglaia beschreven insecten en vlinders op te zoeken voor hun afbeelding.
Dit maakte het lezen van haar boek een stuk aantrekkelijker. Hoewel ook Bouma’s boek een aantal duidelijke tekeningen en mooie foto’s laat zien.

Bij het lezen van het laatste Librisblad (2023) Vol van boeken werd Aglaia Bouma en dit boek aangehaald samen met Piet J. van den Hout, Nico de Haan en Remco Daalder.
Alle vier schrijven over de natuur en na het lezen van dit boek is mij duidelijk dat de weinige kennis over insecten waarover ik beschikte heeft plaatsgemaakt voor interesse in de aanwezigheid en de noodzaak ervan.
Niet dat ik nooit meer een vlieg of mug zal doodslaan maar ik zal wel mijn pletreflex beheersen!