Lezersrecensie
Ik wens iedere lezer: authenticiteit, autonomie, boosheid, acceptatie, activisme en belangenbehartiging!
Ik las het boek ‘De mythe van normaal. Over trauma, ziekte en heling in een toxische maatschappij’. Een dikke pil (455 pagina´s) die in december 2022, vertaald in het Nederlands, verscheen. Geschreven door arts en trauma- en verslavingsdeskundige Gabor Maté.
Het is geen makkelijk leesbaar boek. Voor wie wel benieuwd is naar de inhoud, maar (nog) niet weet of het boek interessant genoeg is, heb ik mijn arceringen overgetypt. Deze deel ik hieronder (gedeelte). Het betreffen dus passages die mij raken / interesseren, per hoofdstuk gerangschikt.
Inleiding: Waarom ‘normaal’ een mythe is (en waarom dat van belang is)
De kenmerken van het dagelijks leven die we als normaal zien schreeuwen het hardst om onderzocht te worden. Dat is mijn centrale stelling.
Als we ziekte niet als een wrede speling van het lot of een of ander boosaardig mysterie zouden zien, maar als een te verwachten en dus normaal gevolg van abnormale, onnatuurlijke omstandigheden, zou dat enorme gevolgen hebben voor hoe we omgaan met alles wat gezondheid te maken heeft. Fysieke en psychische aandoeningen zouden dan niet meer worden gezien als individuele uitingen van pathologie, maar als levende alarmsignalen die onze aandacht richten op waar onze maatschappij de weg is kwijt geraakt, en in welk opzicht onze onzekerheden en veronderstellingen met betrekking tot gezondheid in feite onwaarheden zijn. Ze kunnen ons ook laten zien wat er nodig is om het roer om te gooien en een gezondere wereld te bouwen.
Deel 1: We zijn allemaal met elkaar verbonden
1: Het laatste wat je wilt meemaken: de verschillende facetten van trauma
‘Alle trauma’s zijn preverbaal’, schreef psychiater Bessel van der Kolk. Zijn uitspraak is om twee redenen waar. Ten eerste ontstaan de psychische wonden die we oplopen vaak voordat onze hersenen in staat zijn om een verhaal in woorden uit te drukken, zoals in mijn geval. Ten tweede worden sommige verwondingen, zelfs als we al kunnen praten, ingeprent in gebieden van ons zenuwstelsel die niets met taal of begripsvorming te maken hebben. Daarbij gaat het natuurlijk om bepaalde hersengebieden, maar ook om de rest van het lichaam. Ze worden ergens in ons opgeslagen waar woorden en gedachten niet bij kunnen. We zouden dit niveau van traumatische codering zelfs ‘subverbaal’ kunnen noemen. Volgens Peter Levine ‘is het bewuste, expliciete geheugen slechts het spreekwoordelijke topje van een zeer grote ijsberg die heel ver de diepte in gaat. Het bevat maar heel weinig informatie over de diepere lagen van impliciete ervaringen die ons op een manier beïnvloeden die de bewuste geest zich nauwelijks kan voorstellen’.
Ik gebruik het woord ‘trauma’ in de betekenis van een innerlijke verwonding, een blijvende breuk of splitsing in het zelf als gevolg van moeilijke of pijnlijke gebeurtenissen. Volgens deze definitie is trauma in de eerste plaats wat er in iemand gebeurt als gevolg van de moeilijke of pijnlijke gebeurtenissen die hem of haar overkomen, niet de gebeurtenissen zelf. ‘Trauma is niet wat er met je gebeurt maar wat er in je gebeurt’. Zo formuleer ik het. Denk bijvoorbeeld aan een auto-ongeluk waarbij iemand een hersenschudding oploopt: het ongeluk is wat er gebeurd is; de verwonding is wat ervan overblijft. Een trauma is een psychische verwonding die zich in ons zenuwstelsel, geest en lichaam vastzet, en die lange tijd na het oorspronkelijke voorval in ons aanwezig blijft en op elk willekeurig moment kan worden getriggerd.
Trauma met de hoofdletter T komt dus voor wanneer kwetsbare mensen dingen overkomen die niet hadden mogen gebeuren, zoals een kind dat mishandeld wordt, huiselijk geweld, een vechtscheiding of het verlies van een ouder. Al deze dingen behoren tot de criteria voor traumatische ervaringen in de bekende ACE-studies.
Trauma’s met de kleine letter t: schijnbare alledaagse gebeurtenissen -wat een baanbrekend onderzoeker zeer treffend de ‘minder memorabele maar kwetsende en veel vaker voorkomende tegenslagen in de kindertijd’ noemde – kunnen langdurig sporen op de psyche van kinderen achterlaten. Hierbij gaat het bv om pesterijen door leeftijdgenoten, de terloopse maar voortdurende herhaalde harde opmerkingen van een goed bedoelende ouder of gewoon een gebrek aan emotionele verbondenheid met de ouder of verzorger.
Loskoppeling van het lichaam heeft een flinke invloed op het leven van getraumatiseerde mensen en is een essentieel aspect van hun trauma. Dit begint als een natuurlijk en noodzakelijk copingmechanisme van het organisme. Het resultaat is een afstomping van je gevoelswereld en – om jezelf extra te beschermen – vaak ook een verharding van je psychische beschermlaag.
Neurowetenschapper Jaap Panksepp ‘Emoties komen niet voort uit de denkende hersenen maar uit oude hersenstructuren die aan onze overleving zijn gerelateerd’.
Responsflexibiliteit: het vermogen om te kiezen hoe je omgaat met de onvermijdelijke ups en downs van het leven, met de teleurstellingen, triomfen en uitdagingen. ‘Vrij zijn betekent dat we in staat zijn om na een prikkel even met onze reactie te wachten en in die pauze een reactie te kiezen die we willen laten zien’, schreef psycholoog Rollo May. Als we een trauma hebben meegemaakt, hebben we die vrijheid niet.
Schaamtevol zelfbeklag wordt maar al te gemakkelijk verward met het nemen van verantwoordelijkheid. De impuls van deze man om zijn moeder te beschermen was een verdediging tegen zijn eigen niet erkende boosheid. Hij had de emotie weggedrukt en er geen gezonde uitlaatklep voor gevonden, waardoor zijn boosheid zich in de vorm van zelfhaat tegen hem had gekeerd.
Mensen die de littekens van een trauma met zich meedragen ontwikkelen bijna allemaal een op schaamte gebaseerd zelfbeeld, een negatief zelfbeeld waarvan de meesten van hen zich maar al te bewust zijn. Het negatieve zelfbeeld kan zich zelfs voordoen als het tegendeel ervan: een grote zelfwaardering (zelfverering).
Lees mijn arceringen van alle 33 hoofdstukken op mijn eigen website:
https://angelathissen.nl/2022/12/25/de-mythe-van-normaal-gabor-mate/
Het is geen makkelijk leesbaar boek. Voor wie wel benieuwd is naar de inhoud, maar (nog) niet weet of het boek interessant genoeg is, heb ik mijn arceringen overgetypt. Deze deel ik hieronder (gedeelte). Het betreffen dus passages die mij raken / interesseren, per hoofdstuk gerangschikt.
Inleiding: Waarom ‘normaal’ een mythe is (en waarom dat van belang is)
De kenmerken van het dagelijks leven die we als normaal zien schreeuwen het hardst om onderzocht te worden. Dat is mijn centrale stelling.
Als we ziekte niet als een wrede speling van het lot of een of ander boosaardig mysterie zouden zien, maar als een te verwachten en dus normaal gevolg van abnormale, onnatuurlijke omstandigheden, zou dat enorme gevolgen hebben voor hoe we omgaan met alles wat gezondheid te maken heeft. Fysieke en psychische aandoeningen zouden dan niet meer worden gezien als individuele uitingen van pathologie, maar als levende alarmsignalen die onze aandacht richten op waar onze maatschappij de weg is kwijt geraakt, en in welk opzicht onze onzekerheden en veronderstellingen met betrekking tot gezondheid in feite onwaarheden zijn. Ze kunnen ons ook laten zien wat er nodig is om het roer om te gooien en een gezondere wereld te bouwen.
Deel 1: We zijn allemaal met elkaar verbonden
1: Het laatste wat je wilt meemaken: de verschillende facetten van trauma
‘Alle trauma’s zijn preverbaal’, schreef psychiater Bessel van der Kolk. Zijn uitspraak is om twee redenen waar. Ten eerste ontstaan de psychische wonden die we oplopen vaak voordat onze hersenen in staat zijn om een verhaal in woorden uit te drukken, zoals in mijn geval. Ten tweede worden sommige verwondingen, zelfs als we al kunnen praten, ingeprent in gebieden van ons zenuwstelsel die niets met taal of begripsvorming te maken hebben. Daarbij gaat het natuurlijk om bepaalde hersengebieden, maar ook om de rest van het lichaam. Ze worden ergens in ons opgeslagen waar woorden en gedachten niet bij kunnen. We zouden dit niveau van traumatische codering zelfs ‘subverbaal’ kunnen noemen. Volgens Peter Levine ‘is het bewuste, expliciete geheugen slechts het spreekwoordelijke topje van een zeer grote ijsberg die heel ver de diepte in gaat. Het bevat maar heel weinig informatie over de diepere lagen van impliciete ervaringen die ons op een manier beïnvloeden die de bewuste geest zich nauwelijks kan voorstellen’.
Ik gebruik het woord ‘trauma’ in de betekenis van een innerlijke verwonding, een blijvende breuk of splitsing in het zelf als gevolg van moeilijke of pijnlijke gebeurtenissen. Volgens deze definitie is trauma in de eerste plaats wat er in iemand gebeurt als gevolg van de moeilijke of pijnlijke gebeurtenissen die hem of haar overkomen, niet de gebeurtenissen zelf. ‘Trauma is niet wat er met je gebeurt maar wat er in je gebeurt’. Zo formuleer ik het. Denk bijvoorbeeld aan een auto-ongeluk waarbij iemand een hersenschudding oploopt: het ongeluk is wat er gebeurd is; de verwonding is wat ervan overblijft. Een trauma is een psychische verwonding die zich in ons zenuwstelsel, geest en lichaam vastzet, en die lange tijd na het oorspronkelijke voorval in ons aanwezig blijft en op elk willekeurig moment kan worden getriggerd.
Trauma met de hoofdletter T komt dus voor wanneer kwetsbare mensen dingen overkomen die niet hadden mogen gebeuren, zoals een kind dat mishandeld wordt, huiselijk geweld, een vechtscheiding of het verlies van een ouder. Al deze dingen behoren tot de criteria voor traumatische ervaringen in de bekende ACE-studies.
Trauma’s met de kleine letter t: schijnbare alledaagse gebeurtenissen -wat een baanbrekend onderzoeker zeer treffend de ‘minder memorabele maar kwetsende en veel vaker voorkomende tegenslagen in de kindertijd’ noemde – kunnen langdurig sporen op de psyche van kinderen achterlaten. Hierbij gaat het bv om pesterijen door leeftijdgenoten, de terloopse maar voortdurende herhaalde harde opmerkingen van een goed bedoelende ouder of gewoon een gebrek aan emotionele verbondenheid met de ouder of verzorger.
Loskoppeling van het lichaam heeft een flinke invloed op het leven van getraumatiseerde mensen en is een essentieel aspect van hun trauma. Dit begint als een natuurlijk en noodzakelijk copingmechanisme van het organisme. Het resultaat is een afstomping van je gevoelswereld en – om jezelf extra te beschermen – vaak ook een verharding van je psychische beschermlaag.
Neurowetenschapper Jaap Panksepp ‘Emoties komen niet voort uit de denkende hersenen maar uit oude hersenstructuren die aan onze overleving zijn gerelateerd’.
Responsflexibiliteit: het vermogen om te kiezen hoe je omgaat met de onvermijdelijke ups en downs van het leven, met de teleurstellingen, triomfen en uitdagingen. ‘Vrij zijn betekent dat we in staat zijn om na een prikkel even met onze reactie te wachten en in die pauze een reactie te kiezen die we willen laten zien’, schreef psycholoog Rollo May. Als we een trauma hebben meegemaakt, hebben we die vrijheid niet.
Schaamtevol zelfbeklag wordt maar al te gemakkelijk verward met het nemen van verantwoordelijkheid. De impuls van deze man om zijn moeder te beschermen was een verdediging tegen zijn eigen niet erkende boosheid. Hij had de emotie weggedrukt en er geen gezonde uitlaatklep voor gevonden, waardoor zijn boosheid zich in de vorm van zelfhaat tegen hem had gekeerd.
Mensen die de littekens van een trauma met zich meedragen ontwikkelen bijna allemaal een op schaamte gebaseerd zelfbeeld, een negatief zelfbeeld waarvan de meesten van hen zich maar al te bewust zijn. Het negatieve zelfbeeld kan zich zelfs voordoen als het tegendeel ervan: een grote zelfwaardering (zelfverering).
Lees mijn arceringen van alle 33 hoofdstukken op mijn eigen website:
https://angelathissen.nl/2022/12/25/de-mythe-van-normaal-gabor-mate/
4
Reageer op deze recensie