Lezersrecensie
Onbegrepen dolen door de wereld
De diepst verborgen herinnering van de mens’ sleurt je een labyrint van verhalen in waarin een schrijver zoekt naar een andere schrijver. Diegane Latyr Faye, de hoofdpersoon, heeft de ambitie om een meesterwerk te schrijven na zijn minder geslaagd eerste boek. Zijn grote voorbeeld is ‘Het labyrint der onmenselijkheid’ van de schrijver T.C. Elimane.
De eerste 50 tot 80 pagina’s is een betoog over literatuur en de plaats van de Afrikaanse schrijver erin en het boek van Elimane in het bijzonder. De literaire wereld accepteert Afrikaanse schrijvers alleen als zij over (authentiek) Afrika schrijven. Een klacht die je ook wel hoort van allochtone Nederlanders, waarvan wordt verwacht dat zij zich alleen bezighouden met de ‘problemen van allochtonen in Nederland’ en niet met bijvoorbeeld de ontwikkelingen in de Italiaanse architectuur.
Zeker zo ergerlijk vindt Faye de verbazing van critici en collega’s dat ‘Afrikanen ook goede boeken kunnen schrijven’ en dat resulteert in opmerkingen als ‘een uitstekend boek voor een Afrikaanse schrijver’. Deels overkomt Sarr dat ook als hij de Prix Goncourt 2021 wint met dit boek. In veel commentaren klinkt door dat zij het heel bijzonder vinden dat nu de eerste Sub-Sahara-Afrikaan deze prijs wint. Niemand vraag zich af waarom dat zo lang heeft geduurd.
Na een zoektocht van de rol van Elimane's boek binnen de Franse literatuur gaat Faye op zoek naar de schrijver zelf. Hij ontmoet allerlei mensen die Elimane hebben gekend en via hun verhalen komen wij meer over henzelf te weten en iedere keer ook iets over Elimane. Over zijn achtergrond, de beschuldiging van plagiaat omdat hij het boek had samengesteld uit de delen van andere boeken, zijn ongedurigheid als hij in Zuid-Amerika woont en zijn laatste jaren in Afrika.
Over de inhoud van het boek, of wat het zo bijzonder maakt, komen wij niet veel te weten. Eigenlijk niet veel meer dan het begin, dat een soort Faustachtig thema is. Een koning kan de absolute macht krijgen mits hij bereid is de as van grijsaards te geven. Alle ouderen gaan op de brandstapel en de overblijfselen worden rond het paleis verstrooid waar een bos ontstaat dat de naam kreeg van het labyrint der onmenselijkheid.
In het boek worden verschillende stijlen door elkaar gebruikt. De (bozere) stukken over literatuur doen denken aan een soort ‘spoken word’ of rap. Ook schuwt Sarr geen paginalange zinnen om vervolgens weer over te stappen op een heel leesbaar verhaal met kortere zinnen. Deels weerspiegelen de verschillende vertelvormen die hij gebruikt ook het onderwerp zoals een brief, een artikel een dagboek en de mysterieuze biografemen. Eerst dacht ik dat biografeem een verzonnen woord was, maar in het Frans bestond het wel en het betekende min of meer ‘de cruciale dingen die je moet weten’.
Het bijzondere van dit boek was dat het mij eerst ergerde en vervolgens vond ik steeds fascinerender en ging ik het met steeds meer plezier lezen. Voor mij heeft hij zeker de Prix Goncourt verdiend. Overigens tot mijn verrassing waren zij in Senegal helemaal niet blij met deze eer voor Mohamed Mbougar Sarr, die daar in 1990 werd geboren. In een eerder boek van Sarr was homoseksualiteit een thema. In zijn Islamitische vaderland werd dat gezien als het verkwanselen van de Senegalese waarden om het westen ter wille te zijn. De toekenning van de Prix Goncourt werd daarom Senegal gezien als een anti-Senegalese gebaar met de bedoeling homoseksualiteit te promoten.
Als Afrikaanse schrijver kun je het blijkbaar nergens goed doen. In het westen mag je alleen over authentiek Afrika schrijven en voor Afrika schrijf je al snel weer veel te westers waardoor je daar evenmin wordt gewaardeerd. Ook Mohamed Mbougar Sarr doolt onbegrepen door de wereld, net als Elimane.
De eerste 50 tot 80 pagina’s is een betoog over literatuur en de plaats van de Afrikaanse schrijver erin en het boek van Elimane in het bijzonder. De literaire wereld accepteert Afrikaanse schrijvers alleen als zij over (authentiek) Afrika schrijven. Een klacht die je ook wel hoort van allochtone Nederlanders, waarvan wordt verwacht dat zij zich alleen bezighouden met de ‘problemen van allochtonen in Nederland’ en niet met bijvoorbeeld de ontwikkelingen in de Italiaanse architectuur.
Zeker zo ergerlijk vindt Faye de verbazing van critici en collega’s dat ‘Afrikanen ook goede boeken kunnen schrijven’ en dat resulteert in opmerkingen als ‘een uitstekend boek voor een Afrikaanse schrijver’. Deels overkomt Sarr dat ook als hij de Prix Goncourt 2021 wint met dit boek. In veel commentaren klinkt door dat zij het heel bijzonder vinden dat nu de eerste Sub-Sahara-Afrikaan deze prijs wint. Niemand vraag zich af waarom dat zo lang heeft geduurd.
Na een zoektocht van de rol van Elimane's boek binnen de Franse literatuur gaat Faye op zoek naar de schrijver zelf. Hij ontmoet allerlei mensen die Elimane hebben gekend en via hun verhalen komen wij meer over henzelf te weten en iedere keer ook iets over Elimane. Over zijn achtergrond, de beschuldiging van plagiaat omdat hij het boek had samengesteld uit de delen van andere boeken, zijn ongedurigheid als hij in Zuid-Amerika woont en zijn laatste jaren in Afrika.
Over de inhoud van het boek, of wat het zo bijzonder maakt, komen wij niet veel te weten. Eigenlijk niet veel meer dan het begin, dat een soort Faustachtig thema is. Een koning kan de absolute macht krijgen mits hij bereid is de as van grijsaards te geven. Alle ouderen gaan op de brandstapel en de overblijfselen worden rond het paleis verstrooid waar een bos ontstaat dat de naam kreeg van het labyrint der onmenselijkheid.
In het boek worden verschillende stijlen door elkaar gebruikt. De (bozere) stukken over literatuur doen denken aan een soort ‘spoken word’ of rap. Ook schuwt Sarr geen paginalange zinnen om vervolgens weer over te stappen op een heel leesbaar verhaal met kortere zinnen. Deels weerspiegelen de verschillende vertelvormen die hij gebruikt ook het onderwerp zoals een brief, een artikel een dagboek en de mysterieuze biografemen. Eerst dacht ik dat biografeem een verzonnen woord was, maar in het Frans bestond het wel en het betekende min of meer ‘de cruciale dingen die je moet weten’.
Het bijzondere van dit boek was dat het mij eerst ergerde en vervolgens vond ik steeds fascinerender en ging ik het met steeds meer plezier lezen. Voor mij heeft hij zeker de Prix Goncourt verdiend. Overigens tot mijn verrassing waren zij in Senegal helemaal niet blij met deze eer voor Mohamed Mbougar Sarr, die daar in 1990 werd geboren. In een eerder boek van Sarr was homoseksualiteit een thema. In zijn Islamitische vaderland werd dat gezien als het verkwanselen van de Senegalese waarden om het westen ter wille te zijn. De toekenning van de Prix Goncourt werd daarom Senegal gezien als een anti-Senegalese gebaar met de bedoeling homoseksualiteit te promoten.
Als Afrikaanse schrijver kun je het blijkbaar nergens goed doen. In het westen mag je alleen over authentiek Afrika schrijven en voor Afrika schrijf je al snel weer veel te westers waardoor je daar evenmin wordt gewaardeerd. Ook Mohamed Mbougar Sarr doolt onbegrepen door de wereld, net als Elimane.
11
Reageer op deze recensie