Ter lering en vermaak
Paulus Hochgatterer werd geboren in 1961 in Amstetten, in Neder-Oostenrijk. Hij is zowel een gerenommeerde kinderpsychiater als een succesvolle schrijver van romans en novelles. Hij kreeg al vele prijzen voor zijn werk, onder andere de Oostenrijkse Kunstprijs in 2010. Der Tag, an dem mein Großvater ein Held war (2017) verscheen in ons land met de letterlijk vertaalde titel De dag dat mijn grootvader een held was in oktober 2018. De mooie vertaling is van Gerrit Bussink.
Gevraagd in een interview naar de bijzondere titel van zijn verhaal (er komt namelijk geen grootvader in het verhaal voor!) antwoordt de schrijver dat zijn moeder hem steeds weer het verhaal vertelde waarin haar vader in het voorjaar van 1945 zich heldhaftig opstelde tegenover een officier van de Wehrmacht. Hij heeft deze kleine heldendaad willen bewaren voor het nageslacht. En dat niet alleen. Hij heeft ook nog een boodschap willen meegeven met deze novelle, zoals al viel af te leiden uit het motto dat hij eraan meegaf: “Een uitzonderingstoestand houdt niet in dat er sprake is van (…), maar van wetteloosheid, een zone van wetsloochening waar alle juridische bepalingen – vooral het onderscheid tussen openbaar en privé – buiten werking zijn gesteld. Giorgio Agamben”
Het verhaal, dat zich ergens op het Oostenrijkse platteland tussen 14 maart en 1 april 1945 afspeelt, wordt verteld door een dertienjarig meisje dat een half jaar eerder onderdak vond bij een boerengezin, nadat zij haar ouders verloren had bij een bombardement. Of het meisje, dat Nelli genoemd wordt, een betrouwbare vertelinstantie is, is de vraag. Haar eigen verhaal is uitgewist:
“Dat zou ik kunnen vertellen. Maar ik doe het niet en zeg alleen: ‘Ik geloof dat ik me nooit meer iets zal herinneren. Ik geloof dat in mijn hoofd alles is weggebombardeerd.’
Antonia valt tegen me uit. ‘Je liegt!’ schreeuwt ze.”
Dat is meteen de eigenschap van Nelli die het meest in het oog springt, het liegen. De volgende die onderdak krijgt is, naar het schijnt, een ontsnapte, goed Duits sprekende Russische krijgsgevangene, met een merkwaardige bagage: een uit de lijst gesneden, opgerold schilderijdoek. Dan verschijnt een groepje vluchtende Wehrmachtsoldaten, van wie de luitenant de schijn ophoudt dat de Duitsers aan de winnende hand zijn, en dienovereenkomstig handelt: hij gedraagt zich als heer en meester en loochent alle wetten. Iemand zal hem moeten tegenhouden!
Dit buitenverhaal wordt op verschillende plaatsen onderbroken door bijna eenvoudige, maar goed getroffen binnenverhalen. Net als in het buitenverhaal plaatst ook daar iemand zich boven de wet; het is immers oorlog, alles is geoorloofd, lijkt men te denken. In deze binnenverhalen is een alleswetende verteller, met een geringe afstand tot de lezer, aan het woord, hij vertelt eerst hoe het verhaal had kunnen verlopen, heel dramatisch uiteraard, maar daarna voert hij een kleine held of heldin op en geeft het verhaal daarmee een goede afloop. Na het eerste binnenverhaal is de nieuwigheid er van af, maar toch verrast de afloop.
Doordat het hoofdverhaal verteld wordt door een meisje dat van zichzelf zegt dat zij liegt (‘in de eerste plaats lieg ik, zoals je weet’) wordt er afstand tot het gebeuren gecreëerd. Het is daarmee typisch zo’n verhaal geworden, waarom je vroeger steeds opnieuw kon zeuren in de trant van; ‘Oma, vertel nog eens van…’. De eenvoudige schoonheid van de vertellingen, van de schrijfstijl en het uiterlijk van het boekje maakt dat je het niet gauw zult vergeten.
Wat kan het de lezer schelen of de vertelster een leugenachtig meisje is, zolang het verhaal maar een mooi en waargebeurd verhaal had kunnen zijn. En dat is het! Dankzij de schone vertelkunst van Paulus Hochgatterer.
Reageer op deze recensie