Maria, een wilskrachtige vrouw
Iedereen heeft weleens gehoord van Batavia en de VOC, en van Jan Pieterszoon Coen, Abel Tasman en Antonio van Diemen. Geschiedenis wordt echter niet alleen geschreven door heldhaftige mannen, avonturiers, en gouverneurs.
Wie zich verdiept in de opkomst van Batavia (het latere Djakarta), ziet al gauw dat tegenover één grote naam vele duizenden naamlozen staan die allemaal hebben bijgedragen aan de ontwikkeling en het groot worden van een kleine handelspost. Nette Hollandse meisjes, baarmoeders (“gestoofde peertjes” genoemd door de mannen die reikhalzend naar hun komst uitzagen), waren minstens even belangrijk voor het voortbestaan van Batavia als de aanleg van verdedigingsmuren, vond Jan Pieterszoon Coen, en hij wist de Heren Zeventien [bewindhebbers van de VOC] hiervan te overtuigen. Een van die keurige meisjes is aan de vergetelheid ontsnapt dankzij Anneloes Timmerije (1955), journalist en auteur van literaire en historische non-fictie. Zij debuteerde in 2005 met de verhalenbundel Zwartzuur, bekroond met de Vrouw&Kultuur Debuutprijs 2006 en genomineerd voor de Selexyz Debuutprijs, de Anton Wachterprijs en de DebutantenPrijs. Samen met Charles den Tex schreef ze de historische roman Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd (2014). Dit prachtige en spannende verhaal speelt zich af tijdens de oorlog in Nederlands-Indië. Met De mannen van Maria, verschenen in september 2019 bij Querido, heeft Anneloes Timmerije een waardige opvolger van haar laatste roman geschreven.
Maria van Aelst, achttien jaar oud, wordt door haar ouders naar de Oost gestuurd. Met een aantal andere nette meisjes, vooral weesmeisjes, zal zij daar uitgehuwelijkt worden en kinderen moeten baren. Zij is eigengereid en na haar verdriet over haar gedwongen vertrek opzij gezet te hebben besluit zij zelf de leiding over haar eigen leven te nemen, zowel op de boot als in haar toekomstige vaderland. Niet de mannen kiezen haar, zíj kiest haar minnaars en mannen. Van eenvoudig meisje, bestemd om Hollandse kinderen te baren in de Oost, weet zij op te klimmen tot een Mevrouw: haar derde echtgenoot is Antonio van Diemen, de gouverneur-generaal van Oost-Indië.
Het is Maria zelf die, wanneer zij haar einde voelt naderen, haar levensverhaal op schrift stelt, waardoor het verhaal dat zij doet een heel persoonlijk karakter krijgt. Het volgende citaat laat dit zien: (Wat Coen de Heren Zeventien schetste is absoluut niet wat zij op 3 oktober 1625 aantrof) “een hete, stinkende plek vol hele en halve wilden waar we ons leven niet zeker zouden zijn. (…) Het enige verschil met Steenbergen was dat Batavia werd opgebouwd in plaats van stukgeschoten [het is de tijd van de Tachtigjarige Oorlog], maar dat maakte voor de aanblik niet veel uit.” Ook is de lezer nauw betrokken bij haar verdriet om haar baarmoeder die leeg blijft. Om het hoofd te bieden aan het saaie leventje in Batavia zet zij op eigen kracht een handeltje op wat haar tot een van de rijkste vrouwen van haar tijd maakt.
Maria’s verhaal begint bij haar vertrek naar de Oost en eindigt in Den Haag in 1674. Maria leeft dan met haar vijfde echtgenoot. Sommige gebeurtenissen becommentarieert zij met de kennis die zij in latere jaren heeft opgedaan, door bijvoorbeeld dienstgesprekken van haar man af te luisteren. Door wat haar echtgenoten Maria vertellen en zij vastlegt, maakt Timmerije de lezer op natuurlijke wijze deelgenoot van gedenkwaardige, historische feiten, van het dagelijkse, zware leven aan boord van handelsschepen en in de Oost, en van nog veel meer interessante wetenswaardigheden. De auteur heeft zich voor deze roman uitgebreid verdiept in de materie, zoals blijkt uit de lijst geraadpleegde literatuur in haar nawoord.
De roman is ingedeeld in chronologisch gerangschikte hoofdstukken: Vertrek, Aankomst, Het vaderland, Terug in Batavia en Thuis. Binnen deze vijf onderdelen zijn de leesfragmenten van een prettige lengte. Anneloes Timmerije heeft door haar grote kennis van het onderwerp en haar vaardige fictieve pen een boeiende roman geschreven over een “vrouw die deed wat zij wilde doen in een eeuw die daarvoor geen ruimte bood.”
Reageer op deze recensie