Een mantel omhult en verhult...
Van Silvain Salamon is weinig bekend. Hij heeft een Belgische vader en Israëlische moeder, die op hun beurt heel verschillende wortels hadden. Hij groeide op in een traditioneel joods milieu en studeerde geneeskunde en literatuur. Dat hij in de laatstgenoemde discipline talent had, blijkt uit zijn bundel De mantel. Deze heeft als subtitel "Joodse verhalen" omdat ze zich afspelen in de Joodse gemeenschap. Om de sfeer daarvan beter op te roepen heeft de schrijver waar nodig woorden gebruikt die buiten de Joodse gemeenschap minder of niet gebruikelijk zijn. Hiervoor is een glossarium opgenomen. In de bundel zijn elf verhalen samengebracht, waarvan er vijf in de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn verschenen in een tijdschrift of weekblad. Het zijn stuk voor stuk bijzondere en ontroerende verhalen; bijzonder vanwege de inhoud en de ontwikkeling van de plot; het ontroerende is toe te schrijven aan enkele thema’s die opvallend aanwezig zijn, zoals triestheid, eenzaamheid en vreugde.
In het eerste verhaal ‘Eenzaam tussen regen en zon’ schrijft een jongeman die een troosteloos bestaan als kantoorklerk heeft, op weg naar zijn werk een stukje tekst op een krijtbord. Wanneer hij later een reactie ziet op zijn zomaar neergekrabbelde woorden, herhaalt hij dit iedere dag. Hoe gelukkig is hij als hij steeds uitgebreider antwoord aantreft bij terugkeer! Tot hij een ontdekking doet die de lezer bijna net zo veel pijn doet als het personage.
In het verhaal ‘Het Nieuwjaarskaartje’ schrijft een eenzame oude man elk jaar een nieuwsjaarkaartje aan de ouders van twee kinderen die hij elke dag ziet in een speeltuintje. Hun adres was hij bij toeval te weten gekomen. Groot is zijn blijdschap als zijn wenskaartjes beantwoord worden. Te laat gaan degenen die antwoorden op zoek naar de afzender.
In het verhaal ‘Flor da Luna’ wordt heerlijk de spot gedreven met de goedgelovigheid en vrijgevigheid van de mensen. Graitsel, een bedelaar met 'typische sjnorrer-ogen' die 'soms in één enkele blik heel het Joodse leed concentreert', scharrelt gedurende een groot deel van het jaar zijn kostje bijeen. Maar wat doet Graitsel in de maanden dat de bomen in Londen geen blad dragen?
De bundel wordt afgesloten met het verhaal ‘De lange reis’, waarin het leed van het Joodse volk in een paar bladzijden samengebracht is. We maken een lange reis door de geschiedenis en doen onderweg alle plaatsen aan waar de Joden geleden hebben en we lezen door wier toedoen dat gebeurde. Het stevent af op een diep treurig einde, maar ook hier, net als bij de andere verhalen, een prachtige wending: de verteller aanschouwt twee mooie, spelende kinderen en denkt: 'Titus, Gottschalk (…), Eichmann, Hitler; jullie hebben allemaal niets uitgehaald: het jongetje draagt een keppeltje en hij is er trots op.'
Bijna alle verhalen zijn van hoge kwaliteit. De plaatsen waar de gebeurtenissen zich afspelen liggen zowel in Europa als daarbuiten. Salamon verstaat de kunst om in een paar pagina’s een mooi afgerond verhaal neer te zetten dat van begin tot eind boeit en aan het einde een onverwachte wending krijgt. De opbouw volgt een vast stramien: eerst wordt helder de beginsituatie geschetst, in het middendeel ontvouwt zich de plot om te eindigen met een verrassend slot. Ook als je als lezer een dergelijk einde niet verwacht had – wat meestal het geval zal zijn -, moet je toch constateren dat het verhaal niet anders had mogen of kunnen eindigen, dat dit het enige passende einde is!
Salamons schrijfstijl bezit een natuurlijke schoonheid, alsof de schrijver geen kunstgrepen nodig heeft om de lezer te boeien. De woorden vloeien als vanzelf uit zijn pen met af en toe een mooie vergelijking. Verder weinig opsmuk die zou kunnen afleiden van de inhoud van de prachtige, indrukwekkende verhalen die de lezer nog lang bij blijven! Want dat is toch waarom je zulke mooie verhalen leest?!
Reageer op deze recensie