Een trouwe echtgenoot - met vriendinnen
Het woord ‘nadagen’ heeft een melancholische klank; het roept het beeld op van tijd die lijkt stil te staan, van leven dat in een langzamer tempo verloopt en tegelijk zwakker, brozer wordt dan voorheen. Verlies van decorum treedt op. De eens zo kwieke tred en het fier opgeheven hoofd maken plaats voor een slepende pas en een afhangend hoofd met kwijlende mond. Tegelijkertijd suggereert ‘nadagen’ ook een tijd ‘ervoor’ waarin alles gesmeerd liep, waarin men succes had op het werk, in de liefde, in het leven.
Die melancholische sfeer weet A.N. Ryst, goed weer te geven in zijn jongste roman De nadagen, verschenen in september 2018. Onder dit pseudoniem bracht de succesvolle kinderboekenschrijver en illustrator Daan Remmerts de Vries (1962) al eerder twee romans voor volwassenen uit, De harpij (2014) en De blauwe maanvis (2016).
Voorjaar 1969, een flinke lap grond in Friesland, een woonruimte gedeeld door een hoogbejaard echtpaar en twee geiten. Bedompte lucht en her en der plekken schimmel.
“Naast het huisje waren vier of vijf kleine schuren, op rij, scheef en met herstelde stukken. Er stond rottend meubilair in gestald en een groen uitgeslagen piano. (…) ‘Hier gaan we toch niet wonen?’ vroeg ik enkele malen in ontzetting aan mijn ouders. Toen ze even waren weggegaan om iets te regelen liep ik te huilen onder de appelbomen in de achtertuin. Ik was doodsbenauwd dat ik hier zou moeten blijven. Mijn oudere broer en zus stonden besluiteloos om me heen."
Het jongetje Niek is dan zeven jaar. Zijn ouders kopen de kavel met alles wat er bij hoort en ieder weekend rijdt de familie van Amstelveen naar Bergum. Ze planten bos, leggen een mooie, vogelvriendelijke tuin aan en toveren de armoedige plek om tot een prachtige buitenplaats, met leuke optrekjes, waar het goed toeven is. Eenmaal bejaard verruilt het echtpaar de stad voor het platteland.
Niek, ik-verteller, doet verslag van het levensverhaal van zijn ouders. Vanuit zijn perspectief worden de confrontaties tussen zijn ouders beschreven. Dat maakt het mooi om te lezen, omdat je als het ware in de huid kruipt van Niek. De lezer voelt Nieks pijn en ongemak wanneer hij zijn ouders bezoekt en de sfeer in het ouderlijk huis om te snijden is. Het stemt hem verdrietig te constateren dat zijn ouders elkaar niet meer knuffelen en sinds lang de slaapkamer niet meer delen. Zijn vader, hoofdofficier in Haarlem, viel nogal gemakkelijk voor de charmes van andere vrouwen en werd door zijn collega’s ‘de rechter van Harem’ genoemd.
Jaren later, zijn vader is aan het dementeren, wordt de sfeer in huis beter maar ook weemoediger.
Nieks vader:
“’Ik lees hier in een boek over mensen…’ zei hij. ‘Die slapen naast elkaar…Doe jij dat weleens?’ Ik beaamde dat ik meestal naast Nathalie sliep. ‘Moeten wij dat niet doen?’ vroeg hij schuchter aan mijn moeder.”
Aandoenlijk en ontroerend zijn de momenten die Niek weet te creëren door met zijn ouders herinneringen op te halen aan vroeger. Hij brengt ze terug naar de plaatsen waar ze opgegroeid zijn. Op die momenten wijst niets meer op hun strubbelende relatie van vroeger; in hun gedeelde herinneringen komen zijn ouders nog het dichtst tot elkaar. Door deze en andere herinneringen wordt het grotendeels chronologisch vertelde verhaal op mooie wijze onderbroken. De anekdoten worden soepel in de tijd aan elkaar geregen doordat regelmatig de seizoenen met jaartal vermeld worden. Wat dan weer een prachtige gelegenheid is om over weersomstandigheden uit te weiden. De aandacht die er is voor de natuur, voor de bonte verscheidenheid aan vogels die op het door de moeder gestrooide voer afkomen, voor bomen en planten, biedt een passende omlijsting voor het emotionele karakter van deze roman.
De rustige, ingetogen schrijfstijl, met af en toe een ouderwets aandoend woord, is in harmonie met de inhoud van de roman. Als zó je oude dag beschreven wordt, kan de pil van Drion nog wel even wachten!
Reageer op deze recensie