Lezersrecensie
Waar of niet waar?
Meteen vanaf het allereerste begin sleurt Esther Gerritsen je een gebied in waarvan je je het hele boek blijft afvragen waar je je nu eigenlijk bevindt. Bevind je je nu ‘hier’ of ‘daar’? En waar is ‘daar’? Is ‘daar’ ettelijke lichtjaren verwijderd van ‘hier’? Het ‘hier’ dat door Tomas Boom als zijn werkelijkheid werd beschouwd.
Gerritsen weet in heldere taal twee chaotische en vage werelden te schetsen, zowel de nieuwe als de oude wereld worden steeds minder duidelijk. Naast deze tegenstelling van heldere taal tegenover vaag beeld, zijn nog meer tegenstellingen aan te wijzen: zo blijkt Tomas als hij wakker wordt, alleen te zijn omdat iedereen en zijn dierbaren verdwenen zijn. Ook een eenling tegenover de regering/overheid. Hij heeft veel vragen maar krijgt geen antwoorden.
En hoeveel wordt de lezer geacht te geloven van wat een schrijver, Gerritsen, in een fictieve roman verhaalt? Voeg daarbij dat het hoofdpersonage Tomas zelf ook weer een schrijver van fictie is! En dat niet alleen, een schrijver van fictie die ook nog antidepressiva slikt! Maar later blijkt weer, althans als we de schrijver Tomas Boom mogen geloven, dat hij zijn 40mg pillen door de wc spoelt. En wat te denken van de naam die schrijver Boom van schrijver Gerritsen heeft meegekregen! Tomas! Geen ongeloviger persoon dan de ongelovige Tomas (in de bijbel).
Hoewel de auteur met opzet de nieuwe planeet niet helderder omschrijft dan dat het daar groter en ruimer is, in alle opzichten lijkt op de oude planeet/aarde en over het algemeen bevolkt is met jonge mensen, blijft het totaalbeeld vaag, terwijl daarentegen een paar plekken juist uiterst precies zijn aangeduid! Zo’n plek is het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis die een belangrijke rol speelt in het boek. Zou het niet zo kunnen zijn dat de schrijver Tomas wat paranoïde is (‘”Je komt er toch nooit achter,’ zei de man met de karper, ‘wat waar is en wat niet.’“) en dat hij over een ongebreidelde fantasie beschikt: “ ‘Ik ben hier,’ zei Parker [zoon van Tomas], ‘omdat jíj dit hebt verzonnen.’“
Met Gebied 19 heeft Esther Gerritsen Fictie in het kwadraat geschreven. Werkelijk waar!
Gerritsen weet in heldere taal twee chaotische en vage werelden te schetsen, zowel de nieuwe als de oude wereld worden steeds minder duidelijk. Naast deze tegenstelling van heldere taal tegenover vaag beeld, zijn nog meer tegenstellingen aan te wijzen: zo blijkt Tomas als hij wakker wordt, alleen te zijn omdat iedereen en zijn dierbaren verdwenen zijn. Ook een eenling tegenover de regering/overheid. Hij heeft veel vragen maar krijgt geen antwoorden.
En hoeveel wordt de lezer geacht te geloven van wat een schrijver, Gerritsen, in een fictieve roman verhaalt? Voeg daarbij dat het hoofdpersonage Tomas zelf ook weer een schrijver van fictie is! En dat niet alleen, een schrijver van fictie die ook nog antidepressiva slikt! Maar later blijkt weer, althans als we de schrijver Tomas Boom mogen geloven, dat hij zijn 40mg pillen door de wc spoelt. En wat te denken van de naam die schrijver Boom van schrijver Gerritsen heeft meegekregen! Tomas! Geen ongeloviger persoon dan de ongelovige Tomas (in de bijbel).
Hoewel de auteur met opzet de nieuwe planeet niet helderder omschrijft dan dat het daar groter en ruimer is, in alle opzichten lijkt op de oude planeet/aarde en over het algemeen bevolkt is met jonge mensen, blijft het totaalbeeld vaag, terwijl daarentegen een paar plekken juist uiterst precies zijn aangeduid! Zo’n plek is het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis die een belangrijke rol speelt in het boek. Zou het niet zo kunnen zijn dat de schrijver Tomas wat paranoïde is (‘”Je komt er toch nooit achter,’ zei de man met de karper, ‘wat waar is en wat niet.’“) en dat hij over een ongebreidelde fantasie beschikt: “ ‘Ik ben hier,’ zei Parker [zoon van Tomas], ‘omdat jíj dit hebt verzonnen.’“
Met Gebied 19 heeft Esther Gerritsen Fictie in het kwadraat geschreven. Werkelijk waar!
1
Reageer op deze recensie