Een verhaal vol leugens is boeiender dan een droom
Leugenachtigheid alom! Van de lezer van Heb lief en zie niet om van Willem G. van Maanen (1920-2012) wordt een fikse dosis flexibiliteit en concentratie verwacht. De in 2006 uitgebrachte roman werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs. Naast vele andere prijzen werd aan Van Maanen de Constantijn Huygens-prijs voor zijn gehele oeuvre toegekend. Hij kan derhalve als een van de grootste Nederlandse schrijvers worden beschouwd. Toch is hij bij het grotere publiek niet zo bekend geworden. Misschien zocht hij dat ook niet. Laat hij niet, in het begin van de tweeluik die deze roman is, de ik-verteller, naamloos hoofdpersonage van het eerste deel, zeggen: 'kostje voor fijnproevers, niet voor aardappeleters'?
Dat sloeg dan wel niet op enig geschreven woord, maar kan als een aardige voorbode opgevat worden van wat de lezer te wachten staat. De ik-verteller is een onbetrouwbaar persoon, hij is acteur en wat hij op het toneel doet, doet hij even gemakkelijk buiten het theater: hij voegt zich in elke rol, behalve die waarmee hij zou kunnen schitteren. Hij is klein, nog net niet een dwerg, en een man zonder principes – een die buiten het toneel om op eigen gezag niet de juiste woorden weet te vinden:
'Een erejood, zei ik, weinig subtiel, ze keek me recht aan, dat wil zeggen links en rechts om me heen, afstraffing die me om mijn smakeloze opmerking toekwam. Je hebt geen macht over jezelf, zei Sarah, (…) Je laat je door mensen en situaties meeslepen zonder te beseffen waarin je terechtkomt.'
In het eerste deel wordt de acteur, omdat hij lid was van de Kultuurkamer van de bezetters, na de oorlog op non-actief gesteld. Zijn buurvrouw schrijft (speciaal om hem aan het werk te houden) een monoloog waarin een hoofdpersonage, Sal geheten, veertig jaar na de oorlog op zoek gaat naar zijn redders. Dit personage lijkt dezelfde (weinig positieve) eigenschappen te hebben als de acteur van het eerste deel, die nu verteller is van het tweede deel, de monoloog.
Het toegesproken worden in dit deel met ‘mevrouw’ (de schrijfster is nu zijn publiek) maakt de lezer tevens tot toehoorder. In beide delen wisselen heden en verleden elkaar in hoge snelheid af. Zinnen als 'ze keek me recht aan, dat wil zeggen links en rechts om me heen' zijn geen zeldzaamheid in de roman en maken het lezen hiervan tot een bijzonder feest!
In deze (laatste) roman van Van Maanen treffen we alle thema’s aan die in zijn eerdere boeken voorkwamen, waarvan bedrog en verraad, liefde en erotiek wel de meest opvallende zijn. Een oorlogsroman laat zich hier bij uitstek voor lenen. En dat deze prachtige roman juist nu, terwijl we herdenken dat het vijfenzeventig jaar geleden is dat de Tweede Wereldoorlog beëindigd werd, opnieuw wordt uitgegeven, is niet verwonderlijk.
Herdenking of niet, het boek is steeds weer een verrassend spel waarmee de schrijver de lezer (en de personages elkaar) op het verkeerde been zetten, tot aan bijna de laatste bladzijde toe. Dit zorgt ervoor dat de roman van alle tijden is. Daarbij hoeft het leesgenot niet beperkt te blijven tot het eenmalig lezen van de roman. Bij herlezing zal de lezer, wanneer hij niet meer gejaagd is om te vernemen hoe de plot zich ontwikkelt, nog meer oog hebben voor en genieten van het ‘kwikzilverige’ van de schrijfstijl met zijn onverwachte, originele beeldspraak. Om te besluiten met de woorden van de toneelspeler:
'Een onwaarschijnlijk verhaal, zei ik, maar daarom nog niet slecht, als het goed geschreven zou zijn. Meer iets voor toneel, daar kan iedere onwaarschijnlijkheid worden weggespeeld, als waarschijnlijkheid worden getoond, iets onontkoombaars althans.'
Van Maanen heeft de onwaarschijnlijkheid van dit verhaal op meesterlijke wijze weggespeeld en het getoond als meer dan waarschijnlijk en onontkoombaar, door zó met fictie te spelen dat geen spelregel de lezer kan helpen. De lezer zal zich, om ten volle te kunnen genieten, volledig moeten overgeven aan de spelleider.
Reageer op deze recensie