Een liefdevol portret
‘Ik zal een jaar of zes zijn geweest toen mijn vader en moeder met elkaar bespraken waar ze met vakantie naartoe zouden gaan. Ik wist het. “Polen!” fluisterde ik. (…) Mijn moeder greep in en zei kort en bondig: “Polen is een verdrietig land voor pappie.”’
Van auteur Miriam Guensberg (1950) verschenen eerder de ‘Poolse romans’ (het drieluik Poolse tranen, Ooit en Vrachtbrief), die door de pers en het publiek zeer positief ontvangen werden. In deze romans, zo zegt ze, probeerde ze haar vader te begrijpen door hem een fictieve rol te geven.
Miriams vader Dolek was Pools, Joods en maakte als arts deel uit van de Eerste Poolse Pantserdivisie, een legeronderdeel dat aan de kant van de geallieerden streed. Hij was goed in het vertellen van feiten, verhalen, grappige en droevige anekdotes maar ‘het waarom van zijn ontheemde blik’ kreeg zij niet zien. Daar ging ze naar op zoek door de geschiedenis te bestuderen, vergeelde brieven en het dagboek van haar moeder te lezen en rond te lopen in het Poolse Nowy Targ – de geboorteplaats van haar vader.
Wat zij gevonden heeft, leest men in Held zonder vaderland. Een heel persoonlijke, boeiende en tegelijkertijd onthutsende biografie. Het boek verscheen in oktober 2019, bijna dertig jaar na zijn dood. Vijfenzeventig jaar na de bevrijding van Nederland. Guensberg heeft dit boek verfraaid met mooie zwartwit-foto’s van haar familie, Nowy Targ en Dolek zelf – als baby, komediant, vader en officier. Ze heeft deze gecombineerd met persoonlijke anekdotes en toepasselijke (fragmenten van) gedichten.
Het is een mooie, gevarieerde bundel geworden. We lezen over het Polen van voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Over de wreedheden van de nazi’s (alle joden in Nowy Targ werden op een dag geëxecuteerd) en die van Stalin (april 1940 werden in Katyn 45.000 Poolse officieren vermoord, hoewel het er volgens Wikipedia bijna 4500 waren). En over de bevrijding van Europa en Nederland.
Officiële historische feiten verliezen vaak hun gruwelijke betekenis door de enorme aantallen van vermoorde personen. Maar door al deze feiten vanuit het perspectief van haar vader en zijn familie te bespreken, maakt de auteur het weer indringend. Haar schrijfstijl is op een verzorgde manier alledaags en ongekunsteld, waardoor alles wat zij schrijft zonder enige hinder zijn weg vindt naar het hart van de lezer. Er is een prettige afwisseling tussen heden en verleden, tussen ‘geschiedschrijving’ en vertelling.
Waar Guensberg schrijft over het gebrek aan aandacht en waardering voor de inzet van de Poolse bevrijders van Europa, is haar toon bitter. Maar ook gelukkiger momenten komen in de bundel aan bod. Door toeval ontkwam Dolek die op dat moment medicijnen studeerde in Perugia, aan het bloedbad van Nowy Targ. Omdat de geallieerden en de Eerste Poolse Pantserdivisie niet konden doorstoten naar Noord-Nederland, bleef Dolek in Brabant en vond daar zijn grote liefde, de moeder van Miriam. In het naoorlogse Nederland had Dolek het geluk als een van de eersten een chirurgenopleiding te kunnen volgen.
Twee hoofdstukken (‘Belofte’ en ‘Brief aan mijn grootouders’) zijn echter al te persoonlijk en vallen daardoor wat uit de toon bij de zesenveertig andere, openhartige en ontroerende stukken over haar vader, zijn daden en belevenissen. Waar zij zich niet al te zeer laat meeslepen door haar gemoedsaandoeningen en haar emoties weet te beteugelen, juist dáár zijn haar gevoelens het best te lezen, ook tussen de regels door. Daar richt zij voor haar vader het mooist denkbare monument op.
Moge dit indrukwekkende, prachtig geschreven boek zijn weg vinden naar de harten van heel veel lezers en zo een eerbetoon zijn aan de held Dolek, alle vermoorde Joden uit Nowy Targ en alle Polen die meegeholpen hebben Europa te bevrijden.
Reageer op deze recensie