'De natuur is. Het cultuurlandschap is gemaakt'
Gerbrand Bakker (1962) is schrijver van jeugd- en kinderboeken, romans en columns; daarnaast is hij ook nog schaatsinstructeur en was hij schilder. Vele malen werd hij genomineerd voor belangrijke literaire prijzen; hij mocht al verscheidene Nederlandse en buitenlandse prijzen in ontvangst nemen. Zijn romans, onder andere Perenbomen bloeien wit, Juni, De omweg zijn wereldwijd vertaald. Van zijn romans verschenen ook toneelstukken. De roman Boven is het stil (2006) heeft ertoe geleid dat hij ‘écht hovenier’ werd, ‘hoewel je dat nooit met zekerheid kunt zeggen. Ik kreeg ook zo af en toe op mijn kop van boomverzorgers of hoveniers, als ik weer eens een in hun ogen onzinstuk geschreven had in De Groene Amsterdammer of, later, Trouw.’
In Rotgrond bestaat niet. Over cultuurlandschap en natuur (maart 2018) leren we Bakkers liefde voor de natuur, voor alles wat groeit en bloeit en leeft kennen, maar dat niet alleen. Hij kan ook rustig “(…) de schoonheid van steen, lucht en water bezingen.” Het Rode Plein voor het Kremlin bijvoorbeeld vindt hij “prachtig vanwege de lege uitgestrektheid.” Bakker heeft niets met al die veranderende tuintrends en de vele tijdschriften en programma’s rond tuinieren. Hij adviseert om je alleen druk te maken om je eigen tuin en je nergens iets van aan te trekken en zeker niet van wat een ander van je tuin vindt.
Bijna alle vierendertig verhalen in deze bundel (in zijn ‘verantwoording’ is te lezen wat waar eerder verschenen is) zijn leuk, kritisch, ironisch of hebben iets wat de lezer ontroert. Dat laatste heeft misschien wel vooral te maken met het feit dat Bakker in de verhalen iets van zichzelf prijsgeeft. Verder zitten in de verhalen uitweidingen die naar alle kanten uiteengaan, waardoor ze veel meer bieden dan wat de titel boven het verhaal je doet verwachten. De leergierige lezer komt ook ruimschoots aan zijn trekken.
Een voorbeeld van een kritisch, lekker ironisch verhaal is ‘Het antropomorfisme van Peter Wohlleben’ waarin hij de schrijver van Het verborgen leven van bomen behoorlijk op de hak neemt. Volgens Wohlleben zijn bomen “sociale wezens, (…) en ze lijden pijn.”
“[Wohlleben:] Of het nu beuken, sparren of eiken zijn, het doet ze allemaal pijn als er iemand aan hen knabbelt.” Waarop Bakker natuurlijk meteen scoort: “Maar als hij [Wohlleben] beschrijft welk goed werk spechten verrichten voor bomen dan weer geen woord over pijn die hun gehak dan toch ook zou moeten veroorzaken.”
Een verhaal dat vele zijpaadjes in slaat, is ‘Natte sokken en de boom die alles zag’. De baasjes van de hond Simba vieren vakantie in een zonovergoten land terwijl Bakker voor hun hond zorgt. Hij verblijft dan in zijn huis in de Eifel. Natuurlijk regent het onafgebroken, zijn al zijn laarzen lek en is “Simba natter dan nat.” In datzelfde verhaal maakt hij zich vrolijk over “al dat geherintroduceer” zoals dat van de bever in Limburg, waardoor ze daar nu met een groot probleem zitten; betoogt hij dat het woord ‘uitgestorven’ ten onrechte gebruikt wordt voor (alleen uit Nederland) verdwenen dieren en dat de bever juist door de jacht erop verdwenen is; dat het allemaal emoties zijn en dat in die emoties meestal een grote mate van egoïsme zit. Vervolgens springt hij over op de ‘Anne Frankboom’, en berijdt daarna nog een paar stokpaardjes. In ‘Dodennatuur’ lezen we dat in Duitsland “begraven in de natuur in opkomst” is. Urnen kunnen bijgezet worden in een bos. Bij boom nummer zoveel. Zoals vaak eindigt Bakker op humoristische wijze:
“mogelijk een reden waarom steeds meer mensen hier in de Eifel ervoor kiezen: je hebt er geen omkijken meer naar.”
De hier bijeengebrachte verhalen zullen bij tuinierders en natuurliefhebbers in goede aarde vallen, maar de pennenvruchten van Bakker zullen ook gretig aftrek vinden bij hen die geen tuin of lapje grond hebben, die niet met hun hond in de bossen wandelen, maar die gewoon graag een boeiend stukje literatuur willen lezen.
Reageer op deze recensie