Lezersrecensie
Een indrukwekkend boek dat ik niet kon wegleggen!
'Stemmen' is de nieuwste psychiatrische roman van Naomi Rebekka Boekwijt en gaat kortgezegd over de speciale band tussen hulpverlener Hanne en patiënt Sis. In een interview zegt Boekwijt hierover: ‘Ik wil ermee laten zien hoe het ook kan in de psychiatrie. Dat je mensen niet in een isoleercel hoeft te gooien of hoeft plat te spuiten, maar dat je ook gewoon kunt praten.’
Ik ken de auteur sinds 2020 toen haar vorige roman 'Bloedblaren' verscheen. 'Bloedblaren' is een fictief verhaal over borderline, depressie en zelfbeschadiging, maar heel erg gebaseerd op haar eigen leven. Boekwijt: ‘Het is extreem persoonlijk en heel anders dan mijn vorige boeken.’ Ik was bijzonder onder de indruk van Boekwijts uitzonderlijke schrijfstijl, haar hunkering om gezien te worden en haar vermogen om de onderliggende pijn in woorden te vangen. Wat dat betreft borduurt ze daar in 'Stemmen' op voort.
We maken kennis met de 30-jarige Sis die worstelt met ernstige psychische problematiek en na een zelfmoordpoging in een woongroep wordt geplaatst. Ze hoort stemmen en ziet mensen die er niet echt zijn. Door eerdere negatieve ervaringen met de zorg en hulpverlening heeft ze in eerste instantie weinig vertrouwen in Hanne, een sociaalpsychiatrisch verpleegkundige die haar recentelijk is toegewezen. Opmerkelijk genoeg weet Hanne haar wel degelijk te raken en durft Sis in kleine stapjes steeds meer van zichzelf te laten zien en een bijzondere band met haar hulpverlener op te bouwen. Heel langzaam is er zelfs een bepaalde mate van herstel zichtbaar en ontstaat er ook hoop op een betere toekomst. Sis leert namelijk om haar grenzen te bewaken, haar kwetsbaarheid te erkennen en haar vertrouwen in mensen terug te vinden, zowel in de woongroep als bij Hanne.
'Stemmen' is een behoorlijk intensieve leeservaring. Een boek dat ik niet kon wegleggen, want ik moest weten hoe het verder ging met Sis en waarom Hanne als hulpverlener de grenzen van haar beroep opzoekt om er onvoorwaardelijk voor Sis te kunnen zijn. Boekwijt gebruikt verschillende perspectieven, prachtige metaforen en heeft een minimalistische, maar sfeervolle schrijfstijl: ‘Voordat ik hier binnenkwam heb ik mijn gezicht binnenstebuiten aangetrokken, zodat Hanne mij niet kan zien.’ Poëtisch en zo mooi gevonden.
Ik had dit boek in twee avonden uit, maar de inhoud bleef me nog lang bij. Evenals de eeuwige discussie over de nabijheid van een hulpverlener met een patiënt. Als een intense relatie voor beiden werkt, is het dan wel geoorloofd?
Ik ken de auteur sinds 2020 toen haar vorige roman 'Bloedblaren' verscheen. 'Bloedblaren' is een fictief verhaal over borderline, depressie en zelfbeschadiging, maar heel erg gebaseerd op haar eigen leven. Boekwijt: ‘Het is extreem persoonlijk en heel anders dan mijn vorige boeken.’ Ik was bijzonder onder de indruk van Boekwijts uitzonderlijke schrijfstijl, haar hunkering om gezien te worden en haar vermogen om de onderliggende pijn in woorden te vangen. Wat dat betreft borduurt ze daar in 'Stemmen' op voort.
We maken kennis met de 30-jarige Sis die worstelt met ernstige psychische problematiek en na een zelfmoordpoging in een woongroep wordt geplaatst. Ze hoort stemmen en ziet mensen die er niet echt zijn. Door eerdere negatieve ervaringen met de zorg en hulpverlening heeft ze in eerste instantie weinig vertrouwen in Hanne, een sociaalpsychiatrisch verpleegkundige die haar recentelijk is toegewezen. Opmerkelijk genoeg weet Hanne haar wel degelijk te raken en durft Sis in kleine stapjes steeds meer van zichzelf te laten zien en een bijzondere band met haar hulpverlener op te bouwen. Heel langzaam is er zelfs een bepaalde mate van herstel zichtbaar en ontstaat er ook hoop op een betere toekomst. Sis leert namelijk om haar grenzen te bewaken, haar kwetsbaarheid te erkennen en haar vertrouwen in mensen terug te vinden, zowel in de woongroep als bij Hanne.
'Stemmen' is een behoorlijk intensieve leeservaring. Een boek dat ik niet kon wegleggen, want ik moest weten hoe het verder ging met Sis en waarom Hanne als hulpverlener de grenzen van haar beroep opzoekt om er onvoorwaardelijk voor Sis te kunnen zijn. Boekwijt gebruikt verschillende perspectieven, prachtige metaforen en heeft een minimalistische, maar sfeervolle schrijfstijl: ‘Voordat ik hier binnenkwam heb ik mijn gezicht binnenstebuiten aangetrokken, zodat Hanne mij niet kan zien.’ Poëtisch en zo mooi gevonden.
Ik had dit boek in twee avonden uit, maar de inhoud bleef me nog lang bij. Evenals de eeuwige discussie over de nabijheid van een hulpverlener met een patiënt. Als een intense relatie voor beiden werkt, is het dan wel geoorloofd?
2
Reageer op deze recensie