Lezersrecensie
Stroop in het hoofd
Lea is met haar dochtertje Alice op de achterbank van de auto op de vlucht. Waarvan of voor wie rijdt ze steeds sneller weg? Wat heeft ze op haar kerfstok? De vuilwitte gootsteen die rood kleurt wanneer ze haar handen onder de kraan houdt, doet het ergste vermoeden.
Het is het begin van een zinderend verhaal met in de hoofdrol Lea die in de ik-vorm vertelt.
Het boek combineert drie verhaallijnen: Lea en Alice in de wagen op de vlucht (in cursief); Lea met Alice in het huis van haar ouders in Crestet (Provence, Frankrijk) en wat voorafging in het gezinnetje van drie met Jorge, de vader van Alice.
Het verhaal mist haar start niet. Het gaspedaal wordt steeds verder ingeduwd. De stress, het opgejaagde gevoel - alsof de duivel zelf Lea en Alice op de hielen zit – dat Lea in zijn greep heeft, besmet ook de lezer. Lea lijkt stuurloos. Haar pijn, fysiek én mentaal, is in nagenoeg elke zin heel voelbaar. Emotie op emotie strijdt om voorrang. Lea is zo verschrikkelijk kwaad, al zo verschrikkelijk lang. Lea krijgt je helemaal op haar hand, maar tegelijkertijd zit je ook met vele vragen: is Lea wel in orde; is wat ze denkt en ziet werkelijkheid of de vrucht van haar verbeelding, het resultaat van paranoïa? De stroop in Lea’s hoofd, de gaten in haar dagen beletten haarzelf en de lezer vat te krijgen op de gebeurtenissen.
De suspense is voelbaar in elke passage in het verhaal. In flashbacks herbeleeft Lea wat vooraf ging aan de reis naar Crestet. Vraag na vraag dringt zich op. Waar is echtgenoot/papa Jorge, thuis of dichtbij achter elke hoek in Crestet? Is er sprake van huiselijk geweld? Wat voor gruwelijks wordt besproken aan de telefoon met Jorge? En wat te denken van Philippe, de buurman van Lea’s ouders? Is hij een oude pervert die na Lea vroeger het nu gemunt heeft op Alice? Wie stalkt Lea via berichten op haar gsm? Liegt en bedriegt echt iedereen haar? Waarom is Crestet niet langer een thuis? Vanwaar dat medelijden van iedereen?
De taal is puur en mooi in haar eenvoud. Lea’s chaos en radeloosheid worden perfect in woorden gegoten, zelfs wanneer ze zelf niet weet hoe alles te begrijpen laat staan te verwoorden; Alice’ replieken tonen een veeleisend, woedend, dan weer lief en vertederend zesjarig meisje. Haar parmantige en puur kinderlijke reacties treffen doel recht in het hart.
‘Wat je weten moet’ is een kwetsbaar verhaal over bodemloos verdriet, woede, de strijd om te ‘overleven’ en heel veel liefde. Het ongemakkelijke gevoel, de dreiging dat wat je weten moet niet zal bevallen hangen over elke bladzijde. En ja, wat je weten moet treft je als een mokerslag. Het zal heel wat lezers (even) van hun stuk brengen.
5 *
Het is het begin van een zinderend verhaal met in de hoofdrol Lea die in de ik-vorm vertelt.
Het boek combineert drie verhaallijnen: Lea en Alice in de wagen op de vlucht (in cursief); Lea met Alice in het huis van haar ouders in Crestet (Provence, Frankrijk) en wat voorafging in het gezinnetje van drie met Jorge, de vader van Alice.
Het verhaal mist haar start niet. Het gaspedaal wordt steeds verder ingeduwd. De stress, het opgejaagde gevoel - alsof de duivel zelf Lea en Alice op de hielen zit – dat Lea in zijn greep heeft, besmet ook de lezer. Lea lijkt stuurloos. Haar pijn, fysiek én mentaal, is in nagenoeg elke zin heel voelbaar. Emotie op emotie strijdt om voorrang. Lea is zo verschrikkelijk kwaad, al zo verschrikkelijk lang. Lea krijgt je helemaal op haar hand, maar tegelijkertijd zit je ook met vele vragen: is Lea wel in orde; is wat ze denkt en ziet werkelijkheid of de vrucht van haar verbeelding, het resultaat van paranoïa? De stroop in Lea’s hoofd, de gaten in haar dagen beletten haarzelf en de lezer vat te krijgen op de gebeurtenissen.
De suspense is voelbaar in elke passage in het verhaal. In flashbacks herbeleeft Lea wat vooraf ging aan de reis naar Crestet. Vraag na vraag dringt zich op. Waar is echtgenoot/papa Jorge, thuis of dichtbij achter elke hoek in Crestet? Is er sprake van huiselijk geweld? Wat voor gruwelijks wordt besproken aan de telefoon met Jorge? En wat te denken van Philippe, de buurman van Lea’s ouders? Is hij een oude pervert die na Lea vroeger het nu gemunt heeft op Alice? Wie stalkt Lea via berichten op haar gsm? Liegt en bedriegt echt iedereen haar? Waarom is Crestet niet langer een thuis? Vanwaar dat medelijden van iedereen?
De taal is puur en mooi in haar eenvoud. Lea’s chaos en radeloosheid worden perfect in woorden gegoten, zelfs wanneer ze zelf niet weet hoe alles te begrijpen laat staan te verwoorden; Alice’ replieken tonen een veeleisend, woedend, dan weer lief en vertederend zesjarig meisje. Haar parmantige en puur kinderlijke reacties treffen doel recht in het hart.
‘Wat je weten moet’ is een kwetsbaar verhaal over bodemloos verdriet, woede, de strijd om te ‘overleven’ en heel veel liefde. Het ongemakkelijke gevoel, de dreiging dat wat je weten moet niet zal bevallen hangen over elke bladzijde. En ja, wat je weten moet treft je als een mokerslag. Het zal heel wat lezers (even) van hun stuk brengen.
5 *
1
Reageer op deze recensie