Lezersrecensie
Fragmenten als glassplinters
Het is 20 april 1999 als er op een middelbare school in een klein Amerikaans dorpje een gruwelijke misdaad plaatsvindt. Bij wie oud genoeg is doet dit misschien een belletje rinkelen. Femke Brockhus liet zich door dit schietincident inspireren om een eigen verhaal te schrijven. Het is niet het verhaal van een dader of een slachtoffer. En tegelijk is het dat allebei ook wel. Ze kiest er namelijk voor het verhaal te vertellen van de moeder van een van de daders.
In een interview over haar vorige boek – Kleine haperende vluchten – vertelde Brochus in Brommer op zee: “Elke zin moet staan en daarom staan er niet veel in.” Dat ze daar haar handelsmerk van gemaakt heeft, is duidelijk. Het boek rijgt korte fragmenten aaneen. Als glassplinters, als de scherven waarin de moeder uiteen valt. Geen woord staat er teveel en de zinnen zijn uitgepuurd tot poëtische perfectie.
In fragmentarische stukjes wordt Molly’s leven blootgelegd. Hoe ze haar man Paul leerde kennen, een zoon kreeg, verhuisde naar een afgelegen huis in een klein dorp en hoe haar wereld op die fatale dag ineen stortte. Soms herkenbaar, soms bevreemdend wordt de lezer meegesleept in haar ontreddering. Had ze signalen moeten opvangen? Sluiten niet alle tieners zich op in hun kamer? Zijn ze niet allemaal wel eens humeurig? Had Nicholas verkeerde vrienden? Hadden zij en haar man iets kunnen doen om dit drama te voorkomen? Rouwen lijkt alleen toegestaan voor de ouders van de slachtoffers, niet voor die van de dader. Dat blijkt duidelijk als er in het dorp een herdenkingsplaats wordt ingericht. Er wordt een jonge boom geplant voor elk dodelijk slachtoffer.
“Een timmerman uit Chicago zet vijftien kruisen in elkaar en rijdt dan ruim veertien uur om ze in het dorp neer te zetten. Mensen leggen er bloemen neer.
Even later staan er nog dertien.”
Hoe dieper Molly in haar rouw wegzakt, hoe hallucinanter het verhaal wordt. Een zwarte vogel die zowel letterlijk als figuurlijk het huis bezoekt, doet een knipoog naar Max Porter vermoeden. In een al even poëtische en uitgepuurde stijl voert hij in Verdriet is het ding met veren een kraai op als symbool voor de rouw van een gezin dat een moeder verloor.
Het moederschap is een rode draad die doorheen het werk van Brockhus loopt. In haar vorige boek liet een moeder haar man en pasgeboren baby achter. In dit boek is het net de moeder die verweesd achterblijft. Hoewel Paul zijn best doet er voor haar te zijn, staan ze heel verschillend in hun verdriet. Terwijl zij dieper in de bank en in zichzelf wil verdwijnen, heeft hij behoefte aan lijfelijkheid. Niet alleen dat tactiele is heel aanwezig in het boek, alles wordt op een heel zintuiglijke manier beschreven.
Brockhus speelt ook met tegenstellingen. Nicholas is tegelijk een zorgeloos kind en een weerbarstige puber, er is de schurende rouwverwerking, maar ook de warme herinneringen. Mensen sturen dreigbrieven en spuwen hatelijke opmerkingen in het rond. Maar er is ook de vriendin die op Moederdag verse bloemen in de tuin plant. Molly kan niet meer zorgen als moeder, maar ontfermt zich over de oude mevrouw Foster.
Hoewel het boek zware thema’s aansnijdt, zorgt de bladspiegel voor ademruimte. En ook al zou je hierdoor verleid kunnen worden om door het boek te snellen, de schrijfstijl van Brockhus zorgt ervoor dat je af en toe toch pas op de plaats maakt, zinnen opnieuw leest, even zucht, misschien het boek zelfs even weglegt. Van verdriet kan je geen afstand nemen en dat maakt Brockhus in dit boek pijnlijk duidelijk.
Beesten die je niet mag schieten is geen op sensatie belust relaas van een incident dat internationaal voorpaginanieuws werd. Het zet alles in een ander perspectief. Het herinnert je eraan dat daders ook familie hebben en dat die mensen het drama op een heel andere manier moeten zien te verwerken. Een oogopener.
In een interview over haar vorige boek – Kleine haperende vluchten – vertelde Brochus in Brommer op zee: “Elke zin moet staan en daarom staan er niet veel in.” Dat ze daar haar handelsmerk van gemaakt heeft, is duidelijk. Het boek rijgt korte fragmenten aaneen. Als glassplinters, als de scherven waarin de moeder uiteen valt. Geen woord staat er teveel en de zinnen zijn uitgepuurd tot poëtische perfectie.
In fragmentarische stukjes wordt Molly’s leven blootgelegd. Hoe ze haar man Paul leerde kennen, een zoon kreeg, verhuisde naar een afgelegen huis in een klein dorp en hoe haar wereld op die fatale dag ineen stortte. Soms herkenbaar, soms bevreemdend wordt de lezer meegesleept in haar ontreddering. Had ze signalen moeten opvangen? Sluiten niet alle tieners zich op in hun kamer? Zijn ze niet allemaal wel eens humeurig? Had Nicholas verkeerde vrienden? Hadden zij en haar man iets kunnen doen om dit drama te voorkomen? Rouwen lijkt alleen toegestaan voor de ouders van de slachtoffers, niet voor die van de dader. Dat blijkt duidelijk als er in het dorp een herdenkingsplaats wordt ingericht. Er wordt een jonge boom geplant voor elk dodelijk slachtoffer.
“Een timmerman uit Chicago zet vijftien kruisen in elkaar en rijdt dan ruim veertien uur om ze in het dorp neer te zetten. Mensen leggen er bloemen neer.
Even later staan er nog dertien.”
Hoe dieper Molly in haar rouw wegzakt, hoe hallucinanter het verhaal wordt. Een zwarte vogel die zowel letterlijk als figuurlijk het huis bezoekt, doet een knipoog naar Max Porter vermoeden. In een al even poëtische en uitgepuurde stijl voert hij in Verdriet is het ding met veren een kraai op als symbool voor de rouw van een gezin dat een moeder verloor.
Het moederschap is een rode draad die doorheen het werk van Brockhus loopt. In haar vorige boek liet een moeder haar man en pasgeboren baby achter. In dit boek is het net de moeder die verweesd achterblijft. Hoewel Paul zijn best doet er voor haar te zijn, staan ze heel verschillend in hun verdriet. Terwijl zij dieper in de bank en in zichzelf wil verdwijnen, heeft hij behoefte aan lijfelijkheid. Niet alleen dat tactiele is heel aanwezig in het boek, alles wordt op een heel zintuiglijke manier beschreven.
Brockhus speelt ook met tegenstellingen. Nicholas is tegelijk een zorgeloos kind en een weerbarstige puber, er is de schurende rouwverwerking, maar ook de warme herinneringen. Mensen sturen dreigbrieven en spuwen hatelijke opmerkingen in het rond. Maar er is ook de vriendin die op Moederdag verse bloemen in de tuin plant. Molly kan niet meer zorgen als moeder, maar ontfermt zich over de oude mevrouw Foster.
Hoewel het boek zware thema’s aansnijdt, zorgt de bladspiegel voor ademruimte. En ook al zou je hierdoor verleid kunnen worden om door het boek te snellen, de schrijfstijl van Brockhus zorgt ervoor dat je af en toe toch pas op de plaats maakt, zinnen opnieuw leest, even zucht, misschien het boek zelfs even weglegt. Van verdriet kan je geen afstand nemen en dat maakt Brockhus in dit boek pijnlijk duidelijk.
Beesten die je niet mag schieten is geen op sensatie belust relaas van een incident dat internationaal voorpaginanieuws werd. Het zet alles in een ander perspectief. Het herinnert je eraan dat daders ook familie hebben en dat die mensen het drama op een heel andere manier moeten zien te verwerken. Een oogopener.
2
Reageer op deze recensie