Voor geduldige lezers
Een hommage aan het misdaadverhaal. Zo zou je Einde verhaal van A.J. Finn kunnen noemen. Ware het niet dat hij er wel de mosterd haalde, maar het genre zelf niet altijd evenveel eer aandoet. Dit verhaal – vertaald door Eefje Bosch en Mechteld Jansen – flirt met de welwillendheid van de thrillerlezer.
'Het is wennen aan de schrijfstijl en wachten op actie.' – recensent Ann
Nicky Hunter correspondeert al jaren met de excentrieke misdaadschrijver Sebastian Trapp. Als hij te horen krijgt dat hij maar drie maanden meer te leven heeft, nodigt hij Nicky uit om zijn leven op papier te zetten. Zij voelt zich vereerd dat ze aan dit ‘herinneringenboek’ mag werken. Niet alleen is ze een groot bewonderaar van de auteur, maar ze is ook heel nieuwsgierig naar wat er twintig jaar geleden precies gebeurd is. Toen verdwenen de eerste vrouw en de zoon van Sebastian spoorloos.
Het boek begint met een veelbelovende proloog. Om daarna zes dagen terug te keren in de tijd. In die tijd settelt Nicky zich in het landhuis en leert ze alle personages kennen. En dat zijn er nogal wat. Helaas zijn ze voor het verhaal niet allemaal even relevant en had er dus gerust in geknipt kunnen worden. Doordat iedereen behoorlijk vlak blijft, is het sowieso niet gemakkelijk om ze uit elkaar te houden. Vlak voor het verhaal terug bij de proloog uitkomt, wordt het eindelijk spannend. Tegen die tijd zit je helaas al halverwege het boek. Maar het was het wachten meer dan waard, want vanaf dat moment stap je werkelijk een thriller binnen. Nicky komt van haar luie kont en gaat daadwerkelijk op onderzoek uit. De personages die er wel toe doen beginnen zich een voor een verdacht te maken en de uiteindelijke ontknoping is bijzonder verrassend. Pas als je het verhaal een tweede keer leest, merk je dat Finn eigenlijk al behoorlijk wat zaadjes geplant had.
In de setting van een oud landhuis vol geheime kamers en dunne muren, is de link met de klassieken nooit ver weg. Citaten van Agatha Christie, Arthur Conan Doyle en hun personages worden dan ook kwistig rondgestrooid. Zo kwistig zelfs dat het een beetje opschepperig overkomt. Als dochter Madeleine al niet zo vaak met de ogen zou draaien, je zou als lezer geneigd zijn hieraan mee te doen. Die uitspraken typeren de toon van het verhaal en vooral ook de schrijfstijl. Die komt geforceerd literair over. Sommige metaforen zijn zo bij het haar gegrepen dat ze de tekst nodeloos onsamenhangend maken. Zinnen als ‘Ze voelt haar aderen gloeien. Neonbuis.’ helpen de leesbaarheid niet. Nicky wordt zo vaak overvallen door ‘speurderskoorts’ dat het bijna komisch wordt en zo zijn er nog voorbeelden van onnodige herhaling aan te halen. In een boek van bijna vijfhonderd bladzijden had het allemaal wel iets soberder gemogen. Het verhaal zou sneller vaart gemaakt hebben.
Het is wennen aan de schrijfstijl en wachten op actie. Het spelletje Cluedo waarop Finn alludeert laat lang op zich wachten. Maar eens het spelbord er ligt en alle franjes achterwege gelaten worden, kan eindelijk een vernuftig spel gespeeld worden.
Wil jij ook meer en leuker lezen? Lees dan dit boek voor de Hebban Reading Challenge van 2024!
Vink er bijvoorbeeld de volgende checklistcategorieën mee af: 'Lees een mysterieus boek' en 'Lees een oud boek'. Meedoen kan via Hebban.nl/challenge.
Reageer op deze recensie