Nog geen klik
Tina N. Martin moet geluisterd hebben naar een vaak terugkomende tip voor debuterende auteurs: schrijf over wat je kent. Niet alleen speelt haar thrillerserie rond Idun Lind zich af in Boden, de plaats waar ze zelf woont en werkt. Bovendien is het allereerste slachtoffer dat ze ten tonele brengt een docente. Nannie de Graaff vertaalde wat er verder nog uit de fantasie van deze Zweedse auteur ontsproten is.
En dat ze veel fantasie heeft, maken de vele verhaallijnen snel duidelijk. Meteen in het eerste hoofdstuk hangt er al een lijk aan een plafondhaak te bungelen. Een motief voor deze brute moord is ver te zoeken. Even later wordt een vijfjarig meisje ontvoerd uit een kinderdagverblijf. Het kind heeft medische verzorging nodig. Een derde slachtoffer volgt snel. Rechercheur Idun Lind en haar collega Calle Brandt worden op de zaken gezet. Als de achterblijvers plotseling bijbelcitaten ontvangen, wordt duidelijk dat alle zaken met elkaar verband houden.
En dan is er ook nog een verhaallijn die zich in het verleden afspeelt. Een jonge moeder vlucht met haar kinderen voor haar gewelddadige echtgenoot. Ze komt in een leefgemeenschap terecht waar ze hoopt een veilig leven op te bouwen. Algauw blijkt echter dat de gemeenschap eigenlijk een sekte is met een manipulatieve leider. Wat het drietal daar meemaakt, is te erg voor woorden.
In korte hoofdstukken schakelt Martin voortdurend van de ene verhaallijn naar de andere. Haar stijl is daarbij de ene keer suggestief, terwijl ze andere taferelen heel expliciet beschrijft. Veel verbeelding heeft de lezer niet nodig, want alles wordt netjes uitgetekend. En dat is soms wel nodig, want het is een beetje veel: alle personages die de revue passeren en alle gebeurtenissen. Je moet je hoofd erbij houden en legt het boek best niet te lang weg om de draad niet te verliezen. Of draden. Gelukkig komen die op het einde wel allemaal netjes samen. En deze die nog even los blijven hangen? Daarop wordt in het vervolg van de reeks hopelijk netjes verder gebreid.
Die vele personages krijgen allemaal voldoende aandacht en achtergrond en dat is wel nodig om ze uit elkaar te kunnen houden. Anderzijds blijven de hoofdpersonages vooralsnog redelijk vlak. Idun woont alleen en heeft een vader en een zus met wie ze zonder aarzelen lopende zaken bespreekt. Meer kom je over haar niet te weten. Calle Brandt moet doorgaan voor een soort van ongelikt beer, maar dat komt niet geloofwaardig over. Het wordt wel over hem gezegd en je merkt het in de manier waarop Idun zich aan hem ergert, maar het spreekt niet uit zijn woorden of daden. Het is dan ook moeilijk om een echt beeld van dit personage te krijgen. Hetzelfde geldt eigenlijk voor het hele politiekorps. Personages die alleen in dit boek van tel zijn, krijgen veel meer aandacht. Dat heeft dan weer als gevolg dat wat ze beleven, heel invoelbaar is.
Hoewel de korte hoofdstukken en wisselende perspectieven enige vaart doen vermoeden, is het toch even wachten op de nodige spanning. Die wordt langzaam opgebouwd eens alle personages en verhaallijnen netjes geïntroduceerd zijn. Na die sputterende motor loopt het verhaal wel steeds soepeler en hoewel de ontknoping voor een ervaren thrillerlezer misschien niet helemaal verrassend is, bevat ze wel voldoende actie om er doorheen te vliegen.
Het appelmeisje is een veelbelovende start van een nieuwe serie, maar het is wachten op het vervolg om een klik te maken met de hoofdpersonages.
Reageer op deze recensie