Horror met diepgang
Het moeten niet altijd detectives zijn, moet Jo Nesbø gedacht hebben toen hij aan Het nachthuis begon. Zijn nieuwste telg kan zich meten met het werk van Stephen King of Thomas Olde Heuvelt. Een spookhuis in het bos en enkele hallucinante verdwijningen vormen het toneel voor dit rasechte horrorverhaal, dat door Annelies de Vroom vertaald werd.
'Het boek flirt met de menselijke psyche en zoekt voortdurend de grens op van wat verklaarbaar is en wat niet.' – recensent Ann
Richard komt na de tragische dood van zijn ouders bij zijn oom en tante in Ballantyne wonen. Het kleine stadje ontvangt hem niet meteen met open armen. Als zijn schoolvriend op gruwelijke wijze verdwijnt in een telefooncel, is er niemand die gelooft dat Richard er niets mee te maken heeft. Het wordt nog erger als ook een tweede klasgenoot van de aardbodem verdwijnt. Richard is verdachte nummer één en omdat niemand zijn bovennatuurlijke verhalen gelooft, gaat hij zelf op onderzoek uit. Tijdens zijn speurtocht stuit hij op een vervallen huis midden in het bos. De ontdekking van dit nachthuis luidt de start in van een reeks gruwelijke gebeurtenissen.
Nesbø zet kleurrijke personages neer. Het is moeilijk een hand te leggen op Richards karakter. Dat hij op school een buitenbeentje is, heeft hij waarschijnlijk aan zichzelf te danken. Hij komt eerder als een ettertje over. Hij is degene die anderen ervan probeert te overtuigen kattenkwaad uit te halen en er zelf mee wegkomt. En dat komt hem vooral goed uit als zijn klasgenoten op gruwelijke wijze verdwijnen. Geen wonder dat de sheriff ervan overtuigd is dat hij iets met de verdwijningen te maken heeft. Al valt over de oogkleppen van die sheriff ook wel iets te zeggen. Hoe verder het verhaal vordert, hoe meer verschillende gezichten elk personage aanneemt. Hoe dichter de ontknoping nadert, hoe moeilijker het wordt om wie dan ook nog juist in te schatten.
Dat kan trouwens ook gezegd worden van het verhaal op zich. Nesbø verdeelt zijn boek in drie stukken. Na elk deel krijgt de lezer een aha-beleving, die maar kort blijft duren. Want daar komt alweer een nieuwe plotwending om de hoek die alles terug op zijn kop zet. Op die manier speelt de auteur net zo goed met het hoofd van zijn lezers als hij dat met zijn personages doet. Pas wie helemaal in het hoofd van Richard kruipt ontdekt naderhand wat er nu eigenlijk echt aan de hand is. Of dat moet hij dan toch in elk geval voor waar aannemen. Nesbø speelt een duivels spel met zijn lezers en laat hen pas op de laatste bladzijde los.
Zeggen dat Het nachthuis alleen een horrorverhaal is, doet het boek en zijn auteur geen eer aan. Het boek flirt met de menselijke psyche en zoekt voortdurend de grens op van wat verklaarbaar is en wat niet. Ja, er zitten bovennatuurlijke elementen in het verhaal, maar het gaat verder dan een spooky voorval in een telefooncel of enge beesten midden in de nacht. Er zit een diepgang in de personages die subtiel doorheen het hele verhaal verweven is. Wie de laatste bladzijde dichtslaat, moet even pas op de plaats maken om alles te laten indalen. Knap hoe Jo Nesbø dat op een kleine 250 pagina's weet te verwezenlijken.
Wil jij ook meer en leuker lezen? Lees dan dit boek voor de Hebban Reading Challenge van 2024!
Vink er bijvoorbeeld de volgende checklistcategorieën mee af: 'Lees een duister boek' en 'Lees een gevaarlijk boek'. Meedoen kan via Hebban.nl/challenge.
Reageer op deze recensie