Het sprookje met het foute vriendje
Ze waren acht en tien toen ze een vreselijke misdaad begingen. Allebei belandden ze voor jaren achter de tralies. Nu zijn ze voorwaardelijk vrij, krijgen ze een nieuwe identiteit en proberen ze hun leven weer op de rails te krijgen. Dat is Valse leugens van Amy Lloyd heel kort samengevat.
Op zich is dat voer genoeg voor een spannende thriller: wat is er precies gebeurd? Wat is het aandeel van beide partners? Wat drijft een kind ertoe een misdaad te plegen? Hoe veroordeel je een kind van tien? Al die vragen worden opgeroepen aan het begin van het boek. De lezer wordt het verhaal ingezogen en ontsnapt er niet meer aan. Door spannende acties en achtervolgingen? Nee. Wel door de focus te leggen op de personages en niet op de gebeurtenissen.
‘Charlotte’ komt na jaren in een instelling terug in de ‘echte’ wereld terecht. Ze was tien toen ze de instelling binnen ging en het is al snel duidelijk dat ze nooit geleerd heeft te functioneren in de maatschappij. Eerdere pogingen om haar voorwaardelijk vrij te laten, liepen met een sisser af en hoewel ze er vast van overtuigd is het nu beter te doen, mist ze de vaardigheden die daarvoor nodig zijn. Haar psychologe is haar enige houvast. En dan is er ook nog Sean. Welke rol speelt hij nog in haar leven?
Het verhaal bestaat uit veel lagen. Lloyd speelt met tijd en perspectief. Die voortdurende wisselwerking tussen toen en nu geeft een mooi inzicht in de psyche van de personages. Ze kunnen allebei niet terugkijken op een gelukkige jeugd, hoewel de een daar misschien wel meer kans toe kreeg dan de ander. Ze zijn elkaars enige vrienden. De lezer merkt al vroeg dat Sean het spreekwoordelijke foute vriendje is waar elke ouder voor huivert. Charlotte is naïef en zal die houding doorheen het hele verhaal niet kwijtraken. De Charlotte van nu heeft het kinderlijke niet van zich af kunnen gooien. Dat weet Lloyd heel mooi neer te zetten. De dualiteit die binnenin Charlotte woedt, is de kern van het hele verhaal.
Diezelfde dualiteit is op een heel andere manier ook bij Sean terug te vinden. Hij wil Charlotte koste wat het kost vinden. Oorspronkelijk zint hij op wraak (of die indruk wekt de auteur in elk geval), maar hij maakt een gigantische evolutie door die het verhaal naar een hoger niveau tilt.
Niets is wat het lijkt in Valse leugens. De wervelende manier van vertellen geeft zoveel signalen af dat je als lezer niet meer weet wat je moet denken. Je leeft mee met de jongeren, maar huivert ook bij hun daden. Je denkt te weten hoe de vork in de steel zit in het heden, tot je toch niet meer zo zeker bent. Het hele boek lijkt op een spelletje ‘hide and seek’. Dat komt niet alleen door wat er verteld wordt, maar ook door hoe dat gebeurt. Lloyd weet haar verhaal zo op te bouwen dat je in elk hoofdstuk wel ergens door verrast wordt. Soms zijn dat kleine dingen, maar op het einde zakt je mond toch open.
Valse leugens is een sterk staaltje psychologie. En dan gaat het niet alleen over de personages, maar ook over hoe de auteur speelt met het hoofd van de lezer. Het boek werd vertaald door Louise Koopman en Anne-Marie Vervelde.
Reageer op deze recensie