Eendimensionaal
Het boek dat hij schreef in zijn studententijd buiten beschouwing gelaten is Buren de elfde misdaadroman van de Vlaming Patrick de Bruyn (1955). Met Dodelijk verlangen won hij de Hercule Poirotprijs 2010. De verhalen van De Bruyn kenmerken zich door zijn beschrijvingen van gewone mensen, die door het noodlot of door eigen toedoen in een nachtmerrie belanden. De Bruyn legt het accent op de menselijke psyche, zijn vakgebied.
Je zou kunnen zeggen dat Tomas Vervoort het voor elkaar heeft in het leven: vrouw, kinderen en een dik betaalde baan in het bedrijf van zijn schoonvader, hij kan alles kopen wat zijn hartje begeert. Tomas is echter niet gelukkig getrouwd, zijn drijfveer is de toekomstige nalatenschap van schoonpa Jacques Melville. Zo ver is het nog niet, schoonpa is nog levenslustig genoeg om met het andere geslacht te flierefluiten en zijn bedrijf zelf te leiden. Tomas rest niets dan lijdzaam af te wachten. Op zekere dag verandert zijn luizenleven in een hel: hij ziet een man die hij van vroeger kent, maar die al vijftien jaar dood is. Of toch niet? Ook ontmoet hij zijn vroegere buurmeisje Kimberley, die hem het een en ander te vertellen heeft. Tomas’ leven staat op slag op zijn kop. Hij staat voor een dilemma. Hoe te handelen zonder zijn baan en zijn huwelijk, oftewel zijn toekomstverwachtingen, op het spel te zetten?
Buren start met een veelbelovende terugblik op het verleden, met een gesprek tussen Tomas en Kimberley, waarvan Tomas op die leeftijd de strekking niet onderkent. Aansluitend gaan we naar het heden en leren we de nu drieëndertigjarige Tomas kennen als een flapdrol die zich graag laat voorstaan op zijn ‘klasse’. De buurtbarbecue die hij jaarlijks in eigen tuin organiseert spreekt boekdelen. Dan duiken de man die hij het liefst van al wil vergeten en ook Kimberley op. Herinneringen aan vroeger spelen door Tomas’ hoofd, hij kan de situatie niet aan. In plaats van de kwestie te bespreken met echtgenote Gisèle en haar vader c.q. zijn baas Jacques, zoals ieder weldenkend mens zou doen, raakt hij verstrikt in zijn zelfgecreëerde nachtmerrie. Volstrekt onlogisch, want eenieder zal begrijpen dat Tomas’ handelingen op zijn achttiende ver voor de tijd lagen dat hij Gisèle leerde kennen. Wie zou hem dat kwalijk nemen? Er zijn meer zaken die Buren tot een zwak verhaal maken: Jacques heeft een vriendin die ‘verborgen’ blijft, je kunt aan zien komen dat … Kinderen en echtgenote spelen vrijwel geen rol in het geheel, uitsluitend Tomas’ perspectief is aan de orde. Het zou boeiender zijn geweest ook in de hoofden van de overige betrokkenen te kijken, al was het maar in de gedachten van een van hen.
Tekort aan diepgang, te simpel verhaal, de (psychologische) spanning komt er onvoldoende uit. Daar staat tegenover dat Patrick de Bruyn een zeer prettige schrijfstijl heeft, gelardeerd met typisch Vlaamse uitdrukkingen, zoals ‘iemand de daver op het lijf jagen’. Het schort aan geloofwaardigheid en verrassende elementen, maar aan leesplezier beslist niet!
Reageer op deze recensie