Geforceerd moestuinplezier
“Grow it, cook it, eat it”, is de boodschap die groenjournalist Angelo Dorny waar hij maar kan verspreidt, zo ook in De Hofhelden in de moestuin. Hij wordt hierbij geassisteerd door cabaretière Els de Schepper. Van aardappel tot zurkel, basilicum tot tijm en aalbes tot vijg proberen de twee de lezer te vermaken. Dat levert goede beschrijvingen op over de teelt en bijbehorende wetenswaardigheden, maar tevens een overdosis aan geforceerde humor en anekdotes. “Poesje stoei, poesje stoei, mijne selder staat in bloei” en meer van dat schoons verveelt snel.
De geposeerde foto’s van het duo, met neplachjes en hemelse blikken, zijn echt vreselijk, tenzij humoristisch bedoeld (zie als voorbeeld de coverfoto). Maar dan nog, jammer van wat in beginsel een informatief boek over de groenteteelt is. Vanwege de poppenkast eromheen is het nauwelijks mogelijk het thema serieus te nemen, daar waar de tekst gericht is op de diverse teelten.
De eerste pakweg 90 pagina’s gaan over grondsoorten, mest, regenwater, ijsheiligen, zaaien, bloemetjes en bijtjes, biologie voor beginners en gevorderden en nog veel meer. Leuk om te lezen. Te veel stof voor wie ooit al groenten teelde. Te weinig voor wie het voor het eerst gaat doen. Daarna volgen de producten, op alfabetische volgorde, verdeeld in drie categorieën: groenten, kruiden, fruit. Bij elk product staat een ‘handleiding’: standplaats en bemesting, planten, verzorging, ziekten en belagers, oogsten en bewaren, goede vrienden/slechte vrienden. Tussendoor staan tips en wistjedatjes in aparte kaders, het geheel wordt opgeleukt met extreem veel plaatjes en tekeningen. Achterin volgt een handvol recepten van het niveau aardig (en) simpel.
Achter op het boek staat vermeld dat moestuinieren in de eerste plaats plezier maken is. Helemaal mee eens. Maar: hilariteit gaat een stap verder dan plezier en dat heeft een groot aandeel in De Hofhelden in de moestuin, hetgeen suggereert dat tuinieren lachwekkend is. Dat zal niet de bedoeling zijn, maar op mij heeft het een averechtse uitwerking.
Bloemkoolsaus met rode pasta
(voor 4 personen)
Els: “Ik ben allergisch voor koemelk, room en andere zuivelproducten. Omdat ik een goede miste, begon ik te experimenteren met bloemkool. Ik ben erin geslaagd een variant te maken die weliswaar geen echte kaassaus is, maar wel een waardig alternatief.”
1 bloemkool
4 eetlepels sojasaus
olijfolie
evenveel uien als bloemkool (6 grote uien)
peper en zout
nootmuskaat
Rode pasta
pasta (deegwaren)
4 rode bieten
Zo maak je het klaar:
Was de bloemkool, snijd ze in kleine roosjes en kook ze gaar – stomen kan ook. Laat ze goed uitlekken en begin met het snijden van de uien. Stoof ze in olijfolie of boter tot ze goudgeel zijn. Voeg de bloemkool bij de uien en kruid met peper, zout en nootmuskaat. Giet het geheel in een blender en mix samen met de sojasaus tot je een homogene massa krijgt. Kook ondertussen de pasta en haal vier rode bieten – die je eerder al geschild hebt – door een sapcentrifuge. Giet de pasta af, doe in een kom en verdeel er het bietensap over. Meng goed en serveer met de bloemkoolsaus en kruiden.
Wat je moet weten:
Breng op smaak met kruiden naar keuze. Peterselie en zelfs dragon doen het in dit verhaal prima.
Je kunt de rode pasta warm of koud opdienen.
Ronduit gezegd: het ziet er niet uit, smaakt nergens naar en levert een hoop schoonmaakwerk op (blender, sapcentrifuge). De bloemkoolsaus is leuk gevonden, maar lijkt in de verste verte niet op kaassaus, dus waarom het daarmee vergelijken? Ik heb gare bieten genomen, al wordt dat er niet bij vermeld in het recept; voor de smaak zal dat geen verschil maken.
Onze olijfboom groeide in de voorgaande jaren gestaag, maar is sinds enige tijd niet fleurig meer. Even De Hofhelden raadplegen. Mis, de olijf staat er niet in.
Drie sterren voor de productinfo. Aardig boek om geschenk te geven aan humorminnende (moes)tuinliefhebbers of mensen die alles al hebben. Ongeschikt voor receptenboekenverzamelaars.
Reageer op deze recensie