Smaakt naar meer!
Vlaming Koen D’haene heeft verscheidene kinder- en jeugdboeken, een theatertekst en een biografie op zijn naam staan. Daarnaast voert hij de eindredactie van de publicaties van de West-Vlaamse Schrijvers. Deze leraar Nederlands lijkt altijd bezig met zijn vak, educatie staat hoog in zijn vaandel. IJs is D’haenes eerste misdaadroman voor volwassenen, daartoe geïnspireerd door herinneringen aan zijn studententijd en aan vakanties in Zwitserland. Het boek oogt magnifiek, complimenten daarvoor: hardcover, ijstinten, ijsblauw leeslint, blauwe binding. Totaal afwijkend van wat te doen gebruikelijk is in de thrillerscene. Het gaat uiteraard om de inhoud, maar een mooie buitenkant levert alvast een plusje op.
IJs speelt zich in twee perioden af, afwisselend 1985 en 2003, op verschillende locaties in België en Zwitserland. In het laatste hoofdstuk, is het 2015, maar dat is een soort wormvormig aanhangsel dat weinig toevoegt aan het verhaal. Het zou mooi geweest zijn als D’haene hier een cliffhanger ingebouwd had om onzekerheid over de afloop op te werpen en de fantasie van de lezer te prikkelen. Beide verhaallijnen zijn in de ik-vorm geschreven. Ik is Sarah, vriendin van Mats, met wie zij in 1985 de Dent Blanche beklimt. Mats heeft de leiding en profileert zich als een botterik. De gedweeë Sarah volgt moeizaam, maar het vooruitzicht van een romantische nacht in een berghut doet haar volhouden. Is dat even schrikken als ze deur van de berghut openen.
“Everybody’s got a hungry heart.”
Het leven van het stel verandert binnen een dag totaal en definitief. In 2003 dient zich echter de noodzaak aan de confrontatie met de gebeurtenissen van destijds aan te gaan en orde op zaken te stellen. Mats en Sarah moeten terug naar de Dent Blanche.
“Now you can’t walk away from the price you pay …”
De proloog is intrigerend: over wie gaat dit, wat is er precies gebeurd, weet ‘zij’ te overleven. Later in het boek wordt duidelijk wat zich afgespeeld heeft, een herlezing van de proloog is dan ook op zijn plaats. Het verhaal is aanvankelijk traag en vaag, iets te. Maar er komt een moment dat je wordt meegezogen in de lotgevallen van Mats en Sarah en vanaf dat punt laat IJs je tot en met hoofdstuk 15 niet meer los. Ingenieus, nu en dan behoorlijk spannend, goed geschetste karakters, meeslepende schrijfstijl. Iets moeilijkere woorden zouden niet misstaan in een verhaal voor volwassenen en op dit niveau. D’haene heeft het erg simpel gehouden, wat wellicht een uitvloeisel is van het schrijven voor jeugd. Het personage Mats had wat meer uitdieping mogen hebben; zijn botte buien – aanvallen? – worden bijvoorbeeld niet verklaard. Over de karakterontwikkeling van Sarah niets dan lof, knap gedaan.
IJs is gelardeerd met teksten uit nummers van Bruce Springsteen, met name The River komt veelvuldig voor. Leuk gevonden, aansluitend op de gebeurtenissen. De teksten van Tom Waits en Abba vóór in het boek zijn, hoe toepasselijk ook, te veel van het goede.
Een geslaagd misdaaddebuut van Koen D’haene. Smaakt naar meer!
Reageer op deze recensie