Randzaken en bijzinnen voeren de boventoon
Onder water (Bitter River) is het vervolg op Onderhuids, de debuutthriller waarmee Julia Keller een flink aantal sterren scoorde. Deel 2 is prima te lezen zonder deel 1 te kennen; in omgekeerde volgorde is niet aan te raden, omdat de belangrijkste aspecten uit deel 1 worden opgerakeld in deel 2. Het is vaker gezegd: een tweede deel schrijven is lastig, zeker als het eerste goed ontvangen is. Alsof de auteur het nóg beter wil doen, zich extra wil bewijzen, maar dat pakt niet altijd positief uit. Zoals in dit geval.
Balanceerde Keller in Onderhuids af en toe al op het randje van overdrijving, in Onder water gaat ze eroverheen. Haar beeldende be- en omschrijvingen van sfeer, omgeving en personages lijken uit een onuitputtelijke bron te komen. De fraaie volzinnen worden te lang, de uitweidingen zijn vaak totaal niet relevant voor het verhaal. De langste zin uit het boek staat op pagina 215 en is zelfs voor een langezinnenliefhebber niet te genieten:
De aarde werd opgezogen in een epicentrum van samengeperste lucht en meteen daarna weer losgelaten, om als een lawine neer te storten, alsof er een dam doorbrak, met zo veel kracht dat Bell op de grond werd geworpen, hoewel zij het gevoel had dat de grond tegen háár aan werd geworpen, dat die omhoogkwam om juist háár in het gezicht te raken, maar omdat ze nog steeds bij kennis was, zich bewust van wat er gebeurde en nog in staat woorden te vormen in haar hoofd terwijl Ike’s opeens in rook was opgegaan, was opgeslokt door een grommend, huilend geluid en een wervelwind van stof, rook en stukken hout zo groot als de wereld zelf, dacht ze aan het woord ‘Clay’, en daarna aan de woorden ‘Georgette en Joyce’, en aan ‘Abner’, aan het beeld van het meisje met haar vader aan de counter bij het raam, toen het tot haar doordrong – god nee, o god, alsjeblieft, nee – dat niemand het overleefd kon hebben.
De interpunctie werkt ook niet bepaald mee.
Lucinda Trimble wordt dood gevonden in een auto in de Bitter River, vermoord. Openbaar aanklager Bell Elkins en sheriff Nick Fogelsong onderzoeken de zaak. Tussen Bell en Nick loopt het tijdelijk niet zo lekker, Bells dochter Carla is bij haar vader gaan wonen, een oude bekende van Bell duikt op en de kleine stad Acker’s Gap krijgt te maken met een schietincident en een explosie. Bell en de sheriff hebben het druk, druk, druk.
Keller heeft zich deze keer niet beperkt tot plaatselijke criminaliteit, maar tevens een externe verhaallijn naar Acker’s Gap gehaald. Jammer, want de charme van Onderhuids zit juist in het kleinschalige, de ons-kent-onssfeer, waarbinnen je het toch soms volledig mis kunt hebben. Om met Bell te spreken:
Shit, het is verdomme al moeilijk genoeg om jezelf te kennen. Laat staan iemand anders.
De externe verhaallijn wordt nogal onlogisch aan Bell en de haren gekoppeld, en had gerust achterwege kunnen blijven. De moord op de zestienjarige Lucinda zou voldoende geweest zijn, mits terdege uitgewerkt. Dat is niet gebeurd, er lijkt van alles en nog wat belangrijker dan zorgvuldig onderzoek naar de dood van het meisje. Nick en Bell hebben beiden hun redenen om met getroebleerde in plaats van onbevangen blik te werk gaan. Er wordt een verdachte gevonden, er worden conclusies getrokken, maar is het wel in de haak? Dan opeens … En nergens is het spannend geweest. Dat Julia Keller beter kan, heeft ze met het eerste deel al bewezen.
In de Verenigde Staten verschijnt in augustus 2016 het vijfde deel in de Bell Elkins-reeks, Sorrow Road. De delen 3 en 4 zijn respectievelijk Summer of the Dead en Last Ragged Breath getiteld. Het zou mooi zijn als de Nederlandse uitgever deze titels letterlijk(er) zou vertalen in plaats van er nietszeggende als Onderhuids (A Killing in the Hills) of Onder water van te maken.
Reageer op deze recensie