Akelig beklemmend, 'nordic noir'
Na Maalstroom, Frode Granhus’ eerste thriller met protagonist Rino Carlsen, leek het wachten op nummer twee, Stormnacht, lang te duren. Maar daar is ie dan, de vertaling van Stormen, dat in Noorwegen zowel voor de Rivertonprijs als voor de Booksellers Award een nominatie kreeg. Bij een reeks is het altijd spannend of het volgende boek zich kan meten met het – in dit geval hoge – niveau van het vorige.
Frode Granhus (1965) heeft Stormnacht gesitueerd in het unieke natuurlandschap nabij zijn woonplaats op de Lofoten, eilandengroep voor de kust van Noorwegen, waarbij hij zich volgens eigen zeggen bepaalde topografische vrijheden heeft veroorloofd.
Een tsunami in het klein verwoest een bergwand en veroorzaakt een steenlawine en een enorme geul. Als de natuur weer rustig is, wordt een skelet gevonden. Politieman Berger Falch, herstellende van een zware depressie, wordt erbij geroepen en ziet aan de hand van de vingerbotjes dat het om een kind gaat en dat die botjes gebroken zijn ... Hoe oud is het skelet, wie is het kind, is het een natuurlijke dood gestorven en waarom heeft het op deze plek begraven gelegen?
Omdat Falch niet helemaal zichzelf is, vaak apathisch aan zijn bureau, of thuis, zit en hard op weg is naar zijn pensioen moet collega-politieman Rino Carlsen tijdelijk bijstand bieden. Oftewel, Carlsen doet onderzoek, Falch assisteert. Prima taakverdeling, want Carlsen is een uitstekend rechercheur, Falch kent de eilanden en hun bewoners en geheimen …
Gelet op het door Granhus uitvoerig beschreven landschap op de Lofoten is dit een inkoppertje: Stormnacht is steengoed! Keigaaf zou ook kunnen, want dat is het. Of rotsvast, want het verhaal sluit rotsvast in elkaar. De auteur is geenszins onder de druk van het succes van Maalstroom bezweken, maar staat zijn mannetje ook deze keer. Tijdens het lezen is het opletten geblazen vanwege de vele perspectieven, die weliswaar steeds in een nieuw hoofdstuk geplaatst worden, maar waarvan je soms niet direct weet wiens of wier perspectief het is. Dat levert vele korte hoofdstukken op, wat ik in de regel vrij irritant vind, maar wat mij in Stormnacht absoluut niet stoort. Het is de manier waarop, niet ontstaan uit armoe of interessantdoenerij, maar uit rijkdom aan karaktervolle personages en boeiende verhaallijnen.
Gebeurtenissen in het heden blijken gerelateerd aan het verleden, op zich niet heel bijzonder voor een thriller, maar buitengewoon fraai geconstrueerd. De verscheidenheid aan bouwstenen is complex: het reeds genoemde skelet, het levensverhaal van Falch, de geschiedenis van Boa en Roald en hun ouders, een door verbrandingen bijna ten dode opgeschreven man, een meisje met downsyndroom, een boot die ten onder is gegaan, een man die niet meer spreekt (behalve tegen zijn moeder), verdwijningen. Hiervan weet Frode Granhus middels Rino Carlsen uiteindelijk een knap geheel te vormen. De auteur beschikt onmiskenbaar over psychologisch inzicht, alle karakters zijn sterk neergezet en komen geloofwaardig over, de verhaallijnen druipen van de (onderhuidse) spanning. Eén kleine bedenking daarbij: het sadisme dat een van de personages aan de dag legt, is – voor mij – onvoorstelbaar.
Stormnacht is beklemmend, bij vlagen op het akelige af. ‘Nordic noir’. Frode Granhus is een meester in het schilderen van het natuurgeweld dat de Lofoten bij tijd en wijle teistert, zelfs dat is spannend (à la Alice Blanchard in Achter de storm). Perfecte karakter- en sfeertekeningen, prachtig in elkaar sluitende verhaallijnen, beter kan haast niet. Haast niet: het privéleven van Rino Carlsen lijkt een ondergeschoven kindje, ingevoegd 'omdat het erbij hoort’? Gekibbel met ex, zoon die naar de Lofoten komt, maar zonder verdere uitwerking kunnen die fragmenten net zo goed achterwege blijven. Tenzij een volgend boek deze draad weer oppakt.
Mooi is dat Granhus, ondanks de 'duisternis', ruimte weet te vinden voor een grapje. Klompen en naar schaatswedstrijden kijken typeren bijvoorbeeld een Nederlander. En als Falch en Carlsen samen iemand opzoeken, waar Falch voorheen solo opereerde: "Jullie zijn met meer man dan ooit." Dat ietsepietsie humor is net voldoende om het loodzware verhaal een tikkeltje te verluchtigen.
Reageer op deze recensie