Een glimlach te midden van oorlogsgruwelen.
De Kroatische schrijver Slobodan Šnajder (1948) vestigde zijn reputatie wereldwijd met de roman De reparatie van de wereld. Ondanks het grote succes daarvan bleef Šnajder niet teren op eerdere prestaties, maar werkte gestaag aan nieuwe projecten en bracht in oktober 2024 zijn langverwachte nieuwe roman uit: De engel van het verdwijnen. Dit boek, waar hij acht jaar intensief aan heeft gewerkt, is vertaald naar het Nederlands door Roel Schuyt, die ook verantwoordelijk was voor eerdere vertalingen van Šnajders werk.
De roman is het verhaal van Anđa, een slimme en charismatische vrouw die de harten van mannen weet te veroveren. Kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verhuist ze naar Zagreb, om als dienstmeid te werken in een huis met twee verdiepingen dat eigendom is van een Joodse groothandelaar, en wordt verhuurd aan diverse bewoners. Zo maakt Anđa kennis met de verschillende nationaliteiten die het toenmalige Zagreb bevolkten. Onder haar medebewoners zijn er die ten onrechte in concentratiekampen belanden, die op dubieuze manieren aan de macht komen, of die plotseling ziek worden en naar een sanatorium moeten of sterven.
Šnajder werkt op aangrijpende en confronterende wijze uit hoe de personages omgaan met gruwelijkheden als oorlogsmisdaden, de Jodenvervolging en andere onmenselijke wreedheden. Machteloos zijn ze, zonder controle over de tumultueuze ontwikkelingen die hun levens verwoesten. De gewelddadige en chaotische omstandigheden, zoals deportaties en vervolgingen, laten hen geen tijd om zich aan te passen, wat hun kwetsbaarheid en onmacht des te schrijnender maakt.
Toch is het verhaal niet topzwaar door deze tragiek. Šnajder verweeft een lichte toon en subtiele humor in het narratief, waardoor de personages – ondanks de zware omstandigheden – manieren vinden om hun lot in eigen handen te nemen. Het geloof in een betere toekomst vormt een rode draad in het verhaal: ‘Het blijkt een gevaarlijke onderneming te zijn, soms met onplezierige en zelfs wrede kanten. Maar als het lukt, zal de wereld worden omgekeerd als een oude jas, zodat de zijde die dreigde te verdwijnen in duisternis en zweetlucht plotseling kan schitteren in het daglicht.’
Het huis waar Anđa zich in bevindt, krijgt een bijna metafysische dimensie. Het is niet zomaar een plek, maar zelf een waarnemend wezen dat de gebeurtenissen binnen zijn muren op een bijzondere manier absorbeert. Zonder bewuste kennis te hebben van de mensen die er wonen, speelt het huis een cruciale rol als stille getuige van hun dromen, visioenen en worstelingen: ‘Ik luister elke nacht naar de hartslag van mijn bewoners, ik hoor van alles. Hier en daar bespeur ik een teken dat iemand spoedig naar de begraafplaats Mirogoj zal vertrekken.’
Dit perspectief maakt van het huis niet slechts decor, maar een spiegel van de emoties en het innerlijk leven van zijn bewoners, onder wie Anđa. Het huis lijkt haar strijd, hoop en vastberadenheid te begrijpen, zelfs wanneer zij wordt overweldigd door de chaos van de buitenwereld. De manier waarop het huis de dromen en herinneringen van zijn bewoners interpreteert, versterkt de magisch-realistische toon van de roman en benadrukt de subtiele interactie tussen mens en ruimte.
Het door oorlog verscheurde Kroatië vormt de chaotische achtergrond. Šnajder houdt weinig rekening met lezers die niet vertrouwd zijn met deze periode. Terugkerende motieven zoals ‘de man met de snavel’, grote tijdssprongen en subtiele ironie versterken de complexiteit. De niet-lineaire structuur en de vervaging van de grenzen tussen werkelijkheid en fantasie vragen om geduld en scherp inzicht. De roman is uitdagend en biedt een rijke leeservaring die de chaos van de oorlogsjaren treffend weerspiegelt en de gelaagdheid van menselijke ervaringen blootlegt.
Herhaaldelijk wordt de dood niet gepresenteerd als definitief einde, maar als een overgang die het lijden van het leven overstijgt. Dit komt bijvoorbeeld naar voren in het beeld van een stervende die toch met een glimlach van gelukzaligheid het leven verlaat; deze glimlach is krachtiger dan de wanhoop van degenen die blijven worstelen met de ellende van het bestaan. Het symboliseert innerlijke vrede die niet wordt beïnvloed door externe omstandigheden, maar voortkomt uit de houding waarmee men het leven benadert.
Met De engel van het verdwijnen heeft Slobodan Šnajder een complexe roman geschreven die de historische wreedheden van de Tweede Wereldoorlog belicht, maar ook de onvoorstelbare kracht van de menselijke geest. Door zijn magisch-realistische benadering en het intrigerende perspectief van het huis als stille getuige van menselijk leed weet Šnajder een rijke, gelaagde wereld te creëren waarin tragedie en hoop met elkaar verbonden zijn.
Reageer op deze recensie