Lezersrecensie
Gezichten in de schaduw
In De gezichtslozen (2025) van schrijfster en filosofe Alicja Gescinska (1981) staat de reis van Mona, een kunstfotografe, naar Beiroet centraal. De stad, die zich bevindt op de rand van ontploffing door de voortdurende politieke en militaire spanningen tussen Hezbollah en de Israëlische strijdkrachten, vormt het decor voor een verhaal waarin de grens tussen persoonlijke en politieke conflicten vervaagt. Mona’s doel is een reportage te maken die de ziel van Beiroet en haar inwoners vastlegt—een ambitie die al snel leidt tot morele dilemma’s en confrontaties met haar eigen vooroordelen. Gedurende haar verblijf bouwt ze relaties op met diverse bewoners: Ruba en Juhaina, de Palestijnse Suhaila, de door het verleden getekende Basma, Jamal met zijn ReHope Center, en kok Amin, die de essentie van Libanon samenvat in een verfijnde tabouleh. Wat begint als een visuele zoektocht naar authenticiteit, evolueert naar een confronterende reflectie over de beperkingen van representatie en het perspectief van de fotograaf.
Ruba en Juhaina wijzen Mona erop dat haar fotografie te voorzichtig blijft, te weinig de rauwe realiteit van de situatie blootlegt. Suhaila confronteert haar met de manier waarop de Westerse wereld het Midden-Oosten vaak reduceert tot een verzameling eendimensionale verhalen en clichés. De valkuil van veralgemening en stereotypering dreigt de geportretteerden tot passieve slachtoffers te maken, waardoor Mona gedwongen wordt de grenzen van haar eigen perspectief en de ethische implicaties van haar werk te heroverwegen. Het is een moment van besef dat de vluchteling vaak wordt gereduceerd tot een ‘faceless’ collectief, zonder de mogelijkheid om als individu gezien te worden:
‘Geen twee verhalen waren hetzelfde; niet in het verleden, niet vandaag, en toch vielen al die mensen op de vlucht onder datzelfde verontmenselijkende, generieke containerbegrip van ‘vluchteling’, van zijn menselijke individualiteit ontdaan, altijd onzichtbaar. De vluchteling is dit, de vluchteling is dat, de vluchteling is altijd iets wat wij niet willen, nooit is hij zichzelf, een mens, zelden krijgt hij een gezicht. En zo, me al lezend verdiepend in hun lot, wist ik wat er in mij keerde; de opstandigheid boog de onmacht, die altijd verlammend is, om tot een idee. Opeens stond het me helder voor de geest wat ik bij mijn terugkeer zou doen: die mensen een gezicht geven. Een kwestie van hen te kunnen zien.’
Het verhaal behandelt tevens de confrontatie met je westerse identiteit in een onbekende omgeving als Beiroet: ‘In alle andere omstandigheden, en waarschijnlijk op alle andere dagen, had ik graag over mijn werk verteld, als de typische, westerse vrouw die ik toen was, zich eerst en vooral identificerend met haar job en zich daarbij niet zelden interessanter voordoend dan werkelijk het geval was.’ Mona’s reis naar Beiroet overstijgt de louter professionele of toeristische ervaring; het wordt een existentiële zoektocht naar authenticiteit. Ze probeert te achterhalen of ze eindelijk zichzelf kan worden, zonder verstrikt te raken in de talloze versies van haarzelf die ze in de loop der jaren heeft geconstrueerd.
Hoewel Mona’s innerlijke reis een centraal thema is, lijkt Gescinska haar aandacht vooral te richten op de actuele politieke en humanitaire situatie in het Midden-Oosten, met name de spanningen rondom de oorlog en het vluchtelingenprobleem. Dit voegt een onmiskenbare actualiteit toe aan het verhaal, maar hierdoor blijft er minder ruimte voor een diepgaande exploratie van Mona’s persoonlijke zoektocht naar authenticiteit.
Ook de andere personages krijgen weliswaar een stem, maar ze worden niet altijd met de nodige diepgang uitgewerkt. Het verhaal blijft daardoor soms aan de oppervlakte, wat het moeilijk maakt om de complexe menselijke dimensies van de personages volledig te doorgronden. Dit kan deels worden toegeschreven aan de vele personages die worden geïntroduceerd, elk met hun eigen verhaal en problemen. Het verhaal geeft soms de indruk dat we zoveel mogelijk 'gezichten' moeten zien, maar nooit echt raken waar zij mee worstelen.
Desondanks blijft De gezichtslozen een roman met een krachtige boodschap: dat we de mensen moeten zien wiens verhaal en gezicht vaak worden vergeten. Gescinska slaagt erin deze boodschap subtiel over te brengen, ondersteund door haar fraaie taalgebruik en zorgvuldige stijl. Hoewel de diepgang van de personages soms ontbreekt, blijft de roman een oproep tot empathie en bewustzijn voor degenen die in de schaduw van de geschiedenis staan. De sfeer en de literaire kracht versterken deze oproep en moedigen je aan om na te denken over de onvertelde verhalen van de mensen die vaak over het hoofd worden gezien.
Ruba en Juhaina wijzen Mona erop dat haar fotografie te voorzichtig blijft, te weinig de rauwe realiteit van de situatie blootlegt. Suhaila confronteert haar met de manier waarop de Westerse wereld het Midden-Oosten vaak reduceert tot een verzameling eendimensionale verhalen en clichés. De valkuil van veralgemening en stereotypering dreigt de geportretteerden tot passieve slachtoffers te maken, waardoor Mona gedwongen wordt de grenzen van haar eigen perspectief en de ethische implicaties van haar werk te heroverwegen. Het is een moment van besef dat de vluchteling vaak wordt gereduceerd tot een ‘faceless’ collectief, zonder de mogelijkheid om als individu gezien te worden:
‘Geen twee verhalen waren hetzelfde; niet in het verleden, niet vandaag, en toch vielen al die mensen op de vlucht onder datzelfde verontmenselijkende, generieke containerbegrip van ‘vluchteling’, van zijn menselijke individualiteit ontdaan, altijd onzichtbaar. De vluchteling is dit, de vluchteling is dat, de vluchteling is altijd iets wat wij niet willen, nooit is hij zichzelf, een mens, zelden krijgt hij een gezicht. En zo, me al lezend verdiepend in hun lot, wist ik wat er in mij keerde; de opstandigheid boog de onmacht, die altijd verlammend is, om tot een idee. Opeens stond het me helder voor de geest wat ik bij mijn terugkeer zou doen: die mensen een gezicht geven. Een kwestie van hen te kunnen zien.’
Het verhaal behandelt tevens de confrontatie met je westerse identiteit in een onbekende omgeving als Beiroet: ‘In alle andere omstandigheden, en waarschijnlijk op alle andere dagen, had ik graag over mijn werk verteld, als de typische, westerse vrouw die ik toen was, zich eerst en vooral identificerend met haar job en zich daarbij niet zelden interessanter voordoend dan werkelijk het geval was.’ Mona’s reis naar Beiroet overstijgt de louter professionele of toeristische ervaring; het wordt een existentiële zoektocht naar authenticiteit. Ze probeert te achterhalen of ze eindelijk zichzelf kan worden, zonder verstrikt te raken in de talloze versies van haarzelf die ze in de loop der jaren heeft geconstrueerd.
Hoewel Mona’s innerlijke reis een centraal thema is, lijkt Gescinska haar aandacht vooral te richten op de actuele politieke en humanitaire situatie in het Midden-Oosten, met name de spanningen rondom de oorlog en het vluchtelingenprobleem. Dit voegt een onmiskenbare actualiteit toe aan het verhaal, maar hierdoor blijft er minder ruimte voor een diepgaande exploratie van Mona’s persoonlijke zoektocht naar authenticiteit.
Ook de andere personages krijgen weliswaar een stem, maar ze worden niet altijd met de nodige diepgang uitgewerkt. Het verhaal blijft daardoor soms aan de oppervlakte, wat het moeilijk maakt om de complexe menselijke dimensies van de personages volledig te doorgronden. Dit kan deels worden toegeschreven aan de vele personages die worden geïntroduceerd, elk met hun eigen verhaal en problemen. Het verhaal geeft soms de indruk dat we zoveel mogelijk 'gezichten' moeten zien, maar nooit echt raken waar zij mee worstelen.
Desondanks blijft De gezichtslozen een roman met een krachtige boodschap: dat we de mensen moeten zien wiens verhaal en gezicht vaak worden vergeten. Gescinska slaagt erin deze boodschap subtiel over te brengen, ondersteund door haar fraaie taalgebruik en zorgvuldige stijl. Hoewel de diepgang van de personages soms ontbreekt, blijft de roman een oproep tot empathie en bewustzijn voor degenen die in de schaduw van de geschiedenis staan. De sfeer en de literaire kracht versterken deze oproep en moedigen je aan om na te denken over de onvertelde verhalen van de mensen die vaak over het hoofd worden gezien.
1
Reageer op deze recensie