Onbewuste komedianten
Wil je weten wat je vooral niet moet doen als je een goede spion wilt worden? Dan is het raadzaam om De spionne (2017) van de Franse schrijver Jean Echenoz (1946) te lezen. Deze schrijver staat niet alleen bekend als een van de grootste Franse schrijvers uit deze tijd, maar ook als een van de grappigste. De combinatie humoristisch en literair is in Frankrijk niet altijd vanzelfsprekend, maar Echenoz toont aan dat je ook zonder grote woorden en met een nonchalante, ironische pen de lezer kan raken. In 1999 won de schrijver de prestigieuze Prix Goncourt voor Ik ben weg (1999) en in het Nederlands verscheen ook zijn trilogie over bijzondere personen: de componist Maurice Ravel in Ravel (2007), de atleet Emil Zátopek in Hardlopen (2011) en de uitvinder Nikola Tesla in Flitsen (2014).
Dat Echenoz een talent heeft om over bijzondere personen te schrijven, bewijst hij weer in zijn nieuwe roman De spionne. Het verhaal zit vol met de meest tegenstrijdige personages die uiteindelijk allemaal met elkaar verbonden zijn. Constance, die geen enkele ervaring in de spionagewereld heeft, wordt geronseld voor een zeer gevaarlijke opdracht in Noord-Korea. Ze moet geheime en waardevolle informatie proberen te verzamelen om de illegale praktijken in Noord-Korea te stoppen. Maar om te bepalen of ze geschikt is om de opdracht te laten slagen, worden de twee 'slimmeriken' Jean-Pierre en Christian ingehuurd om haar te ontvoeren. Deze mannen hebben echter weinig ervaring en kunnen slecht samenwerken waardoor de zaak gedoemd is te mislukken, met alle gevolgen van dien. Met een flink tempo wordt de lezer meegevoerd in een reeks van bizarre gebeurtenissen en de personages hebben niet door dat ze eigenlijk komedianten zijn in een serieus verhaal.
De spionne is nonchalant geschreven en leest vlot, maar het verhaal is niet zo eenvoudig als het lijkt. De roman is namelijk stilistisch zeer knap in elkaar gezet en bevat een diepliggende symboliek die de lezer eenvoudig over het hoofd kan zien. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de hoeveelheid onduidelijkheden en het achterhouden van informatie door de alwetende verteller. Hierdoor lijkt het zelfs alsof de schrijver wil dat de lezer de achterliggende boodschap van de roman mist en de bedoelingen niet begrijpt. Maar dit is niet het geval. Echenoz zet de lezer juist aan het werk en wil dat je de rol van de spion aanneemt om de achterliggende boodschap en symboliek van de roman te ontcijferen.
Het boek zet de lezer bijvoorbeeld aan het denken over de relatie tussen kunst en humor. In de roman wordt humor gebruikt om grenzen te overschrijven, gebeurtenissen te relativeren en tegelijkertijd vraagtekens te zetten achter zaken die men voor ‘normaal’ aanziet. In sommige passages schuilt bijvoorbeeld impliciet kritiek op de consumptiemaatschappij en de leegte die mensen ervaren door het overmatig consumeren. Het boek zit vol met dolende personages die de leegheid van het bestaan representeren en die moeite hebben om uit dit lege bestaan te ontsnappen. Soms heeft Echenoz ook stiekem een toekomstbeeld in het verhaal verwerkt, maar om deze impliciete aanwijzingen op te merken, moet de lezer de aandacht erbij houden en zich niet laten verleiden door de bizarre en niet serieus te nemen plotwendingen.
De spionne lijkt dus een eenvoudig verhaal over onhandige personages die zichzelf in de nesten werken, maar in werkelijkheid is het een technisch en stilistisch knap in elkaar gezette roman. Met de humor van schrijver Jean Echenoz valt veel te lachen, maar maak dus niet de fout om de roman niet serieus te nemen. De schrijver speelt namelijk graag met onzekerheden en de conventies van populaire genres als de spionageroman, maar in werkelijkheid is hij een schrijver van literatuur met een grote L.
Reageer op deze recensie